Maarten van der Weijden blikt terug op megaprestatie: ‘Moest de eerste dag al spugen en wilde stoppen’
Olympisch zwemkampioen Maarten van der Weijden heeft vorige week zijn droom, de Elfstedentriatlon, volbracht. Samen met zijn vrouw blikte hij gisteravond bij tijdelijke Jinek-vervanger Renze terug op deze duizelingwekkende tocht.
Van der Weijden zwom achtereenvolgens 200 kilometer, fietste 200 kilometer en wandelde 200 kilometer, met zo min mogelijk slapen en rusten tussendoor. Afgelopen zondag bereikte hij na acht dagen zwoegen de finish. De opbrengst gaat naar kankeronderzoek.
Van der Weijden, die zelf genas van leukemie, waagde zich voor de kankerbestrijding al vaker aan dit soort evenementen. In 2021 bijvoorbeeld haalde hij 80.000 euro op met een vier dagen durende zwemtocht, in een stromingszwembad. Eerder dat jaar deed hij een thuistriatlon, in en rond zijn eigen huis. In juni 2019 zwom Van der Weijden in 75 uur de 200 kilometer lange Elfstedentocht. In 2018 moest hij voortijdig opgeven.
Maarten van der Weijden bij Renze
„Ik ben enorm trots, dankbaar en blij. En moe ook wel een beetje. Mijn voeten zijn wel echt stuk”, zegt Van der Weijden bij de talkshowtafel. Hoe zwaar zijn voeten verduren te hebben gehad, blijkt uit beelden waarop te zien is dat de sporter zittend de trap op moet.
Herstel gaat voorspoedig. Ik kom
alweer de trap op pic.twitter.com/apk1UhdTG9— Maarten vd Weijden (@mvdweijden) June 25, 2023
De ochtend na de finish kon hij niet eens uitslapen, want hij moest paraat staan om een lezing voor brugklassers te geven. Het bureau kon op het laatste moment geen andere spreker meer vinden, dus Van der Weijen offerde zich alsnog op. Het werd een mooie realitycheck. „Het waren 400 brugklassers die hun telefoon interessanter vonden dan een kale zwemmer.”
Dat Van der Weijden zich zo dapper door de tocht heen worstelde, houdt zeker niet in dat hij niet geploeterd heeft. „Ik vond de eerste dag zwemmen al lastig. Je weet dat het een week gaat duren en ik moest in Slotermeer aan het eind van de dag al enorm spugen. Dat doe ik eigenlijk nooit tijdens het sporten. Mijn eerste reactie was dat ik wilde stoppen. Dat kan helemaal niet, want er zijn zoveel mensen mee bezig geweest. Mensen die meesporten en iets verwachten. Dan is zes dag doorsporten echt nog heel lang.”
Zo’n enorme tocht blijkt een heftig dieet te vergen. „Ik eet ongeveer 10.000 calorieën per dag. Dat probeer ik zo gelijkmatig mogelijk te verspreiden. Ik kan tijdens het zwemmen net iets meer verteren dan tijdens het lopen en fietsen. Dus tijdens die zwemdagen kom ik iets aan en val ik tijdens het fietsen en wandelen weer af.”
Opbrengst
De zieke vader van Van der Weijden kon zijn zoon dankzij Stichting Ambulancewens toch aanmoedigen. „Mijn vader is heel ziek, maar hij was wel de bron van altijd stimuleren om je grenzen op te zoeken. Je stinkende, stinkende best doen. Dat hij er op deze manier alsnog bij kon zijn is natuurlijk heel bijzonder. Hij heeft Parkinson, echt wel de laatste fase. Het is heel heftig, want hij kan heel weinig meer.”
De teller van de opbrengst staat op dit moment op 4,2 miljoen euro. „We hebben elf onderzoeken geselecteerd en aan de elf steden gehangen. Die willen we graag mogelijk maken. Daar is 4,7 miljoen euro voor nodig, dus we zijn er bijna. Het is zelfs zo dat onze hoofdsponsor zegt: als je ons een euro geeft, dan doen wij er een extra euro bij. Dus als kijkers 250.000 euro doneren, dan zijn wij er.”
Op het shirt van Van der Weijden stond dat hij meedoet voor Sebastiaan. De sporter legt uit waarom. „Sebastiaan is mijn beste maatje die in 2018 en 2019 mijn coach was. Hij is helaas zelf ziek geworden. Hij heeft al drie jaar lymfklierkanker en dat komt steeds terug. Dat is wel echt shit. Naast het geld binnenhalen voor het doel, speelden er ook een heleboel persoonlijke dingen. Voor mij is dat sporten echt een middel. Als ik hiermee Sebastiaan kan helpen, dan doe ik dat hartstikke graag.”
Van der Weijden weet nog niet wat hij hierna gaat doen, maar hij blijft zich sowieso voor kankerbestrijding inzetten. „Ik heb dat leed gezien toen ik in het ziekenhuis lag. Mijn eigen leed en pijn ben ik allang vergeten, maar dat er mensen in het ziekenhuis het geluk niet hebben, dat maak ik nu met Sebastiaan heel dichtbij mee. Het helpen van kankerpatiënten zal altijd een onderdeel van mij blijven. Het is ook wel zo dat de voorbereiding hiervoor 3,5 jaar heeft geduurd. Het is een soort olympische bubbel waarbij er in gedachten niets voor daarna zat. Ik ga eerst even rustig bijkomen en dan zien we het wel weer.”
Je kunt Renze terugkijken via RTL.
Britt Dekker vertelt over enge ervaring in de Efteling: ‘Uren vastgezeten’