Op1 neemt graaiflatie onder de loep: ‘De consument betaalt’
Dat we te kampen hebben met inflatie, is inmiddels wel duidelijk. Maar dat er een andere ‘soort’ inflatie met de naam graaiflatie rondgaat, is wellicht minder bekend. Een rapport van de Rabobank maakte gisteren duidelijk dat dit fenomeen voet aan de grond heeft gezet. In Op1 wordt het uitgebreid uitgelegd.
Bedrijven die hun prijzen verhogen en dan zeggen dat het door de inflatie komt: graaiflatie. Het onderzoek van de Rabobank geeft aan dat daar inderdaad iets van klopt. De prijzen zijn meer gestegen dan de kosten die de bedrijven maakten. Om die reden is Martin Visser, financieel journalist bij De Telegraaf, aangeschoven bij Op1 om het fenomeen haarfijn uit te leggen.
‘Pittige maatschappelijke discussie’
Visser valt gelijk met de deur in huis. „Er zit meteen een moreel oordeel in. We hebben vorig jaar inflatie gezien op energie, nu vooral op boodschappen, maar ondernemers hebben ook te maken met gestegen kosten. Hun energierekening is duurder geworden, de grondstoffen ook. Dus ook zij moeten ergens hun kosten doorberekenen.” Dat dat terecht komt bij de consument „is wel logisch”, aldus Visser.
Je zou verwachten dat een deel van die inflatiepijn óók door de bedrijven wordt gepakt, maar nu blijkt, „en vrij overtuigend moet ik zeggen, dat bedrijven er in slagen, gemiddeld genomen, om die kosten aan ons door te berekenen plus nog een extraatje. En dat zet de toon voor een vrij pittige maatschappelijke discussie. Willen we dit, en kunnen we dit, accepteren?”
Graaiflatie ligt gevoelig
Volgens Visser kun je uit het onderzoek niet opmaken om welke bedrijven het precies gaat, omdat de cijfers daar geen onderscheid in maken, maar „vanuit het nieuws zien we voortdurend welke grote concerns record-, na record-, na recordwinst boeken.” Dat zet men aan het denken. „Hoe kan het nu dat het crisis is maar voor die bedrijven niet? Kijk, ik kan niet aantonen dat dit specifieke bedrijf met dit specifieke product aan graaiflatie doet. Want dan moet je de hele keten aan kosten kennen. Dat maakt het ook ingewikkeld om aan een beschuldiging te komen. Maar de winstmarges zijn enorm gestegen.”
Vooral bij supermarkten ligt het graaiflatie-fenomeen gevoelig. „Zij waren al de winnaar van de coronacrisis, en zouden ze verdorie ook nog eens de winnaar van de energiecrisis zijn. Dat voelt gewoon niet lekker”, stelt Visser. „Een deel van de hoge winsten heeft echt wel te maken met ‘meevallers’. Een hoop bedrijven zijn er in geslaagd om daarbovenop te bezuinigen. Het is heel opvallend dat het energieverbruik van veel grote bedrijven extreem gedaald is en ondertussen konden ze hun productie op peil houden – dat is een enorme bezuiniging.” Maar daar houdt het verhaal dus niet op.
Het leven is duur en dat komt onder meer door graaiflatie, zo laat onderzoek zien. “Het blijkt, vrij overtuigend, dat bedrijven de extra kosten aan ons doorberekenen met nog een extraatje”, vertelt @martinvisser. #Op1 #BNNVARA pic.twitter.com/1Vi5doeQo8
— Op1 (@op1npo) May 5, 2023
Marktmacht
„In het onderzoek is heel duidelijk neergezet wat de inkoopkosten van de bedrijven zijn geweest versus de verkoopprijzen. Daar zit een marge tussen. Dus blijkbaar hebben bedrijven de ruimte en de marktmacht om dit te doen. Wij als consument betalen dat.” Het kunnen een aantal factoren zijn die voor graaiflatie zorgen, aldus Visser. „Bedrijven denken misschien dat de klant wel begrijpt dat de kosten stijgen. Dus weet je wat? We doen er nog iets bovenop. Of kan het te maken hebben met de oververhitting van de economie. Het voelt raar, want we zitten in een crisis, maar overheden blijven maar steunen en compenseren voor de koopkrachtdaling terwijl niet alle mensen dat nodig hebben. Die hebben bijvoorbeeld spaargeld, maar gaan gewoon op vakantie.” Zij geven dat gewoon uit maar dat geld is niet voor iedereen, verduidelijkt Visser.
„Het is tricky om dat zo te zeggen, want het zijn allemaal gemiddelden. Die stijgende prijzen moeten ook worden betaald door de mensen die het níét breed hebben, die geen spaargeld hebben”, vertelt Visser. Tafelgast Naeeda Aurangzeb haakt in: „Je hebt geen keus. Ik woon in Amsterdam. Een koffie kost nu 4 à 5 euro. En iedere keer als ik dat neerleg voor een cappuccino dan is er ook een soort schuldgevoel. Dat ik denk ‘dit is belachelijk’. Bij mijn groenteboer zijn de pruimen bijvoorbeeld 3,50 geworden. Als ik vraag hoe dat kan gaan zijn schouders omhoog. Hij kan het niet zeggen.”
‘Druk zal wel gevoeld gaan worden’
Een goed voorbeeld, vindt Visser. „Die kleine ondernemers kunnen het niet meer uitleggen. Een bakker bijvoorbeeld heeft een hele andere relatie met zijn klanten dan die grote bedrijven die verder van de klant afstaan. Zij schuiven het af op andere dingen zoals de wisselkoers, wat natuurlijk ook mee speelt, maar zij hebben dusdanig marktmacht dat zij iets als graaiflatie kunnen inzetten. Als bedrijven hier niet op gaan reageren, zal de politiek vroeg of laat ingrijpen met maatregelen die de bedrijven eigenlijk ook niet willen. Die druk zal we gevoeld gaan worden.”
Op1 helemaal terugkijken kan via NPO Start.