Jelena vertelt in Pointer over haar dementerende vader: ‘Hij werd agressief naar mijn moeder’
Het aantal mensen met dementie verdubbelt in recordtempo, terwijl de wachtlijsten al zo lang zijn. Waar moeten al die mensen naartoe? Dat dit hartverscheurende taferelen oplevert, blijkt als Jelena Lesnik vertelt over haar dementerende vader in Pointer.
In Pointer worden oneerlijke zaken aan het licht gebracht op basis van onderzoeksjournalistiek. Zo was er het schrijnende verhaal van Maaike Kroesbergen, die samen met haar gezin op straat werd gezet. Of dat van Marga Rombout, die moeite heeft om een geschikte instelling te vinden voor haar meervoudig gehandicapte zoon.
Jelena Lesnik in Pointer: ‘Ging al tijdje niet zo goed’
Lesnik vertelt dat haar vader dementie heeft en in een verpleeghuis woont. Om daar terecht te komen, moest het thuis eerst helemaal misgaan. „Het ging al een tijdje niet zo goed met mijn vader”, legt ze uit. „Hij werd incontinent en hij sliep heel slecht, dan kreeg hij waanideeën en zag hij mensen die er niet zijn.”
Haar vader werd daarom op een wachtlijst geplaatst. Lesnik had goede hoop dat het goed zou komen, want de wachtlijst was ‘maar’ drie tot zes maanden. „Je hoopt op het beste, maar in de tussentijd is het heel erg extreem met hem geworden. Het escaleerde een aantal keer. Dan liep hij ’s nachts weg en moesten we de politie bellen om hem te vinden. Hij pakte zelf de sleutels en liep weg. We wisten gewoon niet waar hij was.”
‘Ik kan dit niet meer’
Voor de moeder van Lesnik werd haar man zelfs gevaarlijk. „Een andere keer heeft hij mijn moeder best lang ’s nachts wakker gehouden. Hij werd ook agressief naar haar. Ook met dreigen.” Op een gegeven moment laat de moeder van Lesnik weten dat ze het niet meer volhoudt. Ze belt Lesnik en smeekt haar: „Jelena, wat gaan we doen? Ik kan geen nacht met hem meer doorbrengen. Ik kan dit niet meer, alsjeblieft.”
Als hij zijn vrouw voor de zoveelste keer bedreigt, zit er voor Lesnik niets anders meer op: ze slaat alarm. Haar vader komt via een crisisplaatsing in een verpleegtehuis terecht. „Als het zo uit de hand loopt, kun je niets anders doen dan de politie bellen. Ze hebben ons na een uur daar laten weten dat hij opgenomen moest worden. Het voelt raar. Je wil dat hij verzorgd wordt, maar je wil hem ook niet zomaar wegsturen. Zo voelde het wel, maar hij is niet meer dezelfde persoon.”
Nood is hoog
Pointer rekent uit dat er voor 2040 maar liefst 1100 verpleeghuizen bij moeten komen. Het kabinet wil de ouderenzorg in de toekomst anders inrichten en voelt meer voor zogenaamde verpleegzorgplekken. Het idee is dat ouderen dan langer thuis kunnen blijven wonen en zorg ontvangen in een speciale woning. Volgens het programma komt de bouw voor zulke plekken echter nog veel te langzaam op gang. Omdat de wachtlijsten dagelijks groeien, zouden er nog 40.000 plekken bij moeten komen.
Je kunt Pointer terugkijken via NPO Start.