Boer Geert Jan krijgt veel post: ‘Ik kom zo niet eens aan mijn werk toe’
Boer zoekt vrouw is alweer even ten einde. Nu blikt het programma online nog één keer met de boeren terug. Geert Jan vertelt dat mensen hem nog niet zijn vergeten. Hij krijgt nog steeds veel post en er staan dagelijks mensen voor zijn huis die een glimp van de boer willen opvangen. „Ik kom zo niet eens aan mijn werk toe.”
Boer Geert Jan maakte de afgelopen weken op social media veel tongen los. Zo verscheen de spraakmakende boer voor miljoenen kijkers in een konijnenpak en verkleedde hij zich als ‘araboer’. Saai was hij allerminst, maar het doel van het programma is helaas niet behaald: Geert Jan heeft de liefde niet gevonden. Aan het daten is hij nog niet, vertelt hij aan Boer zoekt Vrouw. Maar dat kan snel veranderen, zegt hij ook. „Als je het me bij wijze van spreken over een paar weken zou vragen zou er misschien iets veranderd kunnen zijn.”
Geert Jan staat ze ‘graag te woord’
Toch heeft hij aan aandacht geen gebrek. Mensen staan „opeens voor je poort om te kijken of ze je kunnen zien”, zegt hij. „En dan ga ik naar buiten en zeg ik: ‘Hé! Goedemiddag’. En dan stappen ze weer snel op de fiets en gaan ze verder. Vooral als ze schrikken van je, dat vind ik wel leuk.” Erg vindt hij het niet. „Ik sta ze graag te woord. Dan zie je ze denken: Hij is het echt. Ja ik ben het echt. Ook bij het boodschappen doen stonden er twee vrouwen echt zo te kijken van is hij het nou wel of niet? Toen zei ik: ‘Ja hoor, ik ben het!’.”
De fantasierijke boer geeft toe dat er „verschrikkelijk veel” brieven zijn binnengekomen „en nog steeds binnen komen”. „Te veel om allemaal te beantwoorden. Ik zou er iemand bij moeten nemen om ze allemaal te beantwoorden. Ik kom zo niet eens aan mijn werk toe.”
Ook via Instagram krijg hij veel berichtjes binnen en krijg ik veel reacties onder de postjes die ik plaats. Zo heb ik net een post gedaan over mijn nieuwe maaier. En dan vraag ik: Wie wil bij mij komen maaien? Dan krijg ik daar ongelooflijk veel reacties op. Iedereen wil ineens maaien.”