Plassen in de trein door vieze wc’s nog steeds een gruwel: ‘Mensen hebben de neiging over te geven’
Toiletten, schone wel te verstaan, en de Nederlandse Spoorwegen: het blijft een diep ongelukkig huwelijk. Wie al het geluk heeft in de trein een wc te vinden die niet defect is of de gehele reis wordt bezet door een zwartreiziger, treft een ruimte aan waarin zojuist een kudde gnoes zijn behoefte heeft gedaan. Metro‘s redacteur Arno Gelder, trouw treinreiziger, tekent zijn onhygiënische ervaringen op met toiletten in de trein.
Voor mijn vorige werkgever schreef ik destijds een reportage over het gebrek aan toiletten aan boord van NS-treinen. Ooit bedacht namelijk een krankzinnige binnen de vervoersorganisatie dat Sprinters wel zonder wc konden. Op die relatief korte ritjes kon de reiziger immers zijn plas gerust ophouden, was de gedachte. Bovendien: geen wc betekende extra zitplaats(en) en, lekker meegenomen, geen schoonmaakkosten. De typisch benepen redenering van de vrekkige Hollandse koopman.
Hartverscheurende ervaringen
Door een gebrek aan toilet plaste ik ooit in de trein in mijn broek. Ik schreef er over in de krant en die ontboezeming leidde tot honderden reacties van lotgenoten, die zich – helaas – maar al te goed herkenden in het beschreven leed. Er zaten hartverscheurende ervaringen tussen. Bijvoorbeeld van die oudere meneer die altijd elastiekjes op zak had om, in geval van onbedwingbare aandrang, zijn lid af te binden om zo zijn plas binnen te houden. Het behoeft geen betoog welke consequenties dat voor de (oudere) blaas heeft.
Aldus bleven ouderen (ons land vergrijst in sprinttempo), zwangere vrouwen, ouders met jonge kinderen en chronisch zieken verstoken van sanitaire voorzieningen in de trein.
De vernederende plaszak
Dat grote ongemak hebben we inmiddels zo goed als overwonnen, mede dankzij protesten van getroffen reizigers, belangenorganisaties en uiteindelijk, beter laat dan nooit, de politiek. De tijd van de vernederende, door de conducteur verstrekte plaszak is goeddeels geschiedenis. Treinen beschikken nu in de meeste gevallen over een toilet. De oudere sprinters, 131 in getal, kregen een privaat ingebouwd en zo kan reizend Nederland met een gerust hart het spoor op. Althans, zo lijkt het.
Want wie dagelijks met de trein reist weet dat er weliswaar sanitair aanwezig is, maar properheid en hygiëne geheel afwezig zijn. Treintoiletten op het Nederlandse spoor mogen in de regel met recht plees heten. Het zijn gewoon smerige pishokken, waar bacteriën welig tieren, de stank niet te harden is en je niet zelden in andermans urine staat te klotsen. Wc-papier tref je in dit open riool nauwelijks aan, papieren handdoekjes om je handen te drogen na het wassen evenmin. Zeep is er net zo zeldzaam als een ijsbeer in de Sahara. Trouwens, waar kun je je handen vochtig mee maken? Met die twee zielige druppeltjes die uit het kraantje lekken boven een wasbak, die op zijn beurt dicht is geplamuurd met flarden papier, sigarettenpeuken en kauwgum? Ook conducteurs, aangesproken op de hemeltergende staat van het closet, worden er naar eigen zeggen evenzeer ‘kotsmisselijk’ van. Voor hen is het bovendien nog hun bedrijfstoilet. In vacatures voor conducteurs stond overigens lange tijd een salaris aangegeven dat 700 euro ónder het minimumloon was.
Kletsnatte bril en volle pot
Zittend je behoefte doen is ten sterkste af te raden: de ‘bril’ is altijd kletsnat en de pot zelf, wegens gebrek aan een adequaat functionerende doorspoelknop, dikwijls gevuld met een onbestemd bruine, buitengewoon onwelriekende gebonden soep. De ruimte is meestal beklad met deprimerende graffiti en proza in het genre ‘Ajax Joden!’ en ‘Tess is een vuile hoer.’ Een tip voor de heren van deze ervaringsdeskundige: probeer de treurige teksten tijdens het plassen niet te lezen. Niet alleen vanwege de stompzinnige boodschap, maar door de schommelingen van de trein heb je voor je het weet een besprenkelde pantalon.
Het relaas is fors aangezet – overdreven zullen sommigen zeggen. Maar als trouw treinreiziger met een zwakke blaas weet ik waarover spreek. Tijdens elk toiletbezoek maak ik traditioneel een foto van het kleinste NS-kamertje, overigens ook wanneer de wc op orde is. Eerlijk is eerlijk. Maar diezelfde eerlijkheid gebiedt tevens te zeggen: dat komt maar bitter weinig voor.
NS: ‘Minder schone toiletten blijven in het geheugen hangen’
De NS ‘herkent’ de klachten van reizigers over de reiniging van treintoiletten. ‘De oorzaak ligt voor een groot deel aan personeelstekort bij schoonmaakbedrijven’, aldus een woordvoerder. ‘Zij lopen ook tegen tekorten aan op de arbeidsmarkt. Daardoor komen we tien procent capaciteit tekort. Daarnaast merken we dat reizigers na corona-reinheid ook wat anders waarnemen en daar dus sneller op reageren.’
‘We willen als NS reizigers in een schone trein via schone stations naar hun bestemming brengen. Dat is belangrijk voor onze reizigers. Bovendien moet het een prettige werkplek zijn onze collega’s. Dagelijks werken we aan het reinigen van de treinen nauw samen met collega’s van de schoonmaakbedrijven. Er rijden ruim 600 treinen per dag in de dienstregeling en er zijn zo’n 1000 schoonmaakmedewerkers aan de slag.’
Schoonmakers in de trein
Al geruime tijd laat de NS (die laatst ‘de hoogste boete’ kreeg) schoonmakers meereizen op sommige trajecten onder de noemer Care on track. Het gaat dan om rondslingerend vuil en storende vlekken. Waar prullenbakken kunnen worden leeggehaald wordt dat gedaan, zegt de vervoerder. ‘Maar het is’, stelt de NS, ‘omdat treinen vaak drukbezet zijn, niet mogelijk om óók de toiletten tijdens de reis te schoon te maken.’ Dat heeft aldus de woordvoerder te maken met veilige werkomstandigheden, bijvoorbeeld met de balans en schommelingen tijdens de reis. ‘En de benodigde spullen kun je niet goed meenemen door een rijdende trein met reizigers.’
‘Er zijn zeker overdag ook echt schone toiletten – we realiseren ons dat minder schone toiletten wat meer in het geheugen blijven hangen. Helaas constateren we ook dat de toiletten niet altijd netjes worden achtergelaten na gebruik. Reizigers en medewerkers in de trein kunnen dit melden. We streven er binnen 1,5 uur na de klacht te gaan schoonmaken. Als de conducteur ziet dat het toilet echt niet meer kan worden gebruikt, sluit hij het af.’
‘De neiging om over te geven’
Omdat ik nog niet wil worden versleten voor 64-jarige zuurpruim (toegegeven, ouderen hebben nogal eens de neiging chronisch te klagen) citeer ik enige medereizigers die zich binnen de NS Community op het web laten horen: ‘Het toilet was te smerig om naar te kijken, misschien een idee om een schoonmaker mee te laten rijden…’ En: ‘Treinstel 4041 intercity richting Utrecht, vertrek 13.23 uit Almere Centrum, datum 18 juni 2022. Toilet in 2e klas heeft ondraaglijke urinegeur. Mensen hebben de neiging over te geven. Dit soort klachten komt echt vaker voor.’
Nog een dan: ‘Het is nu januari 2023. Ik heb in twee dagen in vijf treinen gezeten. Het is een verschrikking hoe alle toiletten eruit zien en gruwelijk stinken naar urine. Te gek voor woorden. Je kunt allerlei ziektes oplopen. En dan ook nog geen papieren toiletbrillen en fatsoenlijk werkende zeep dispenser. In wat voor land leven we? Ik ga dit aankaarten bij de hygiëne-inspectie. Het wordt eens tijd dat NS met grote boetes wordt opgezadeld.’
Natuurlijk zorgen de gebruikers, de reizigers dus, voor de deplorabele staat waarin de treintoiletten verkeren. Geheel in lijn met de toegenomen verslonzing die overal in Nederland zichtbaar is, vallen ook de treintoiletten ten offer aan vernielzucht en ergerlijke achteloosheid. Spullen van een ander zijn allang niet meer veilig en heilig. Gemeenschapszin (kom, laat ik het toilet eens netjes achterlaten voor een ander) is tegenwoordig ver te zoeken. Of ben ik nu echt een ouwe zeur?
Toiletten van de NS
Desalniettemin: de Nederlandse Spoorwegen blijven verantwoordelijkheid voor de staat waarin het sanitair aan boord verkeert. Is het, zoals een van de klagers opperde, geen idee om een permanente schoonmaker te laten meereizen? Iemand die misschien ook de gangpaden, waar je zolen steevast blijven plakken aan resten gemorste energiedrankjes, kan schrobben? En die de immer uitpuilende afvalbakjes met de meurende restanten van een aangevreten kapsalon en lekkende koffiebekertjes kan legen? Het zou wat zijn: de ouderwetse ‘juffrouw van de retirade’ terug, compleet met schoteltje.
De NS verhoogt met veel gevoel voor traditie jaarlijks de prijs van treinkaartjes, maar vergeet daar de reiziger ook daadwerkelijk wat voor terug te geven. Onze vaak veel te korte treinen puilen uit en de dag dat er, analoog aan India, reizigers op het dak plaatsnemen komt steeds dichterbij. ‘Door logistieke problemen…’, ‘Deze trein rijdt niet verder dan…’, ‘U merkt dat we langzamer rijden vanwege een dier op het spoor…’, ‘We wachten nog op de machinist…’: het zijn de even bekende als gevreesde standaardzinnetjes uit het idioom van de NS.
Rover: ‘Wc moet altijd toegankelijk zijn’
Reizigersvereniging Rover is bij monde van woordvoerder Chris Vonk is vooral blij dat alle NS treinen inmiddels over een toilet beschikken. „Daar hebben we lang voor moeten knokken. Net als goede toiletvoorzieningen op stations.” In de regio’s Doetinchem en Winterswijk, weet hij, heeft het streekvervoer nog geen toilet.
Vooral de komst van de design wc van ontwerpster Marian Loth betekent volgens hem een behoorlijke verbetering. „Toegankelijk voor moeders die hun baby moeten verschonen en voor mindervaliden.” Vonk beaamt dat juist dat toilet in de regel schoner is, maar dat de reguliere sanitaire voorzieningen van NS nog te vaak te wensen overlaten.
„We krijgen inderdaad geregeld klachten over vieze wc’s of toiletten zonder water. Wat dat betreft blijven we hameren op verbetering. Een wc in de trein moet te allen tijde toegankelijk zijn, het gebeurt inderdaad nog te vaak dat er defecten optreden en reizigers de hele reis van sanitair zijn verstoken. Dat kan gewoon niet.”
Lichtpuntjes in de duisternis
We spoelen door naar het treintoilet. Hebben we ook nog iets opwekkends te melden over de wc-op-het-spoor of is het louter droefenis? Nee, er zijn wel degelijk lichtpuntjes in de duisternis van de donkere en bedompte wereld van het NS-privaat. Neem het smaakvolle toilet van industrieel ontwerpster Marian Loth (Technische Universiteit Delft, tevens bedenker uitvinder van de Lady P, een wandplasbak speciaal toegesneden op het fysiek van vrouwen), dat inmiddels in de Sprinter Light Train en in gemoderniseerde intercity’s is geïnstalleerd.
Haar studie naar openbare wc’s in Nederland richtte zich destijds ook op treintoiletten. Voor de NS onderzocht ze het slechte imago van de pot op het spoor. ‘Onaantrekkelijk door vandalisme’, luidde destijds een van de klachten. Ook rook het er volgens velen buitengewoon onaangenaam. Loth toen: „Die factoren zijn voor consumenten bepalend. Maar je kunt dit probleem niet uitsluitend op het bord van de Spoorwegen leggen. De verhuftering slaat juist in besloten, anonieme ruimtes toe. We maken er met z’n allen een rotzooi van. En vies trekt vies aan.”
Vieze wc’s in de trein
Bij wc’s spelen volgens Loth ook psychologische factoren een rol, mede onder invloed van onze calvinistische volksaard.„In ons land wordt het toilet omgeven met een zweem van verkrampte intimiteit en seksualiteit. De stoelgang is een groter taboe dan seks. Over dat laatste kun je nog opscheppen, maar ik hoor zelden iemand zeggen: ‘Wat heb ik weer héérlijk gepoept!'”
Merkwaardig genoeg blijft het ruime, ook voor mindervaliden goed toegankelijke toilet (pot plus urinoir met speelse haakjes om jas en tas op te hangen) verschoond van vuiligheid en vandalisme, althans de keren dat ik me erin begaf en de zwierige schuifdeur middels een verlichte knop op slot deed. Het was een verademing, zo tussen de fotobeelden van zonnebloemen en groen dat het interieur vormt. Je zou willen dat elke trein met een dergelijk pracht plasparadijs is uitgerust.
Tot die tijd in geval van een treurig toilet: neus dicht, adem in en ogen stijf toe.
Een KISS goodbye of het zoveelste afscheid van een legendarisch rockkwartet?