NS bereidt zich voor op pakken sneeuw: wegsleepdiensten staan paraat
Sneeuw en reizen met het openbaar vervoer is meestal geen goede combinatie. Het gaat vaak gepaard met flink wat vertraging of treinen die helemaal niet meer rijden. Omdat het dit weekend waarschijnlijk flink gaat sneeuwen, bereidt de NS zich dus goed voor.
De wegsleepdiensten voor gestrande treinen staan paraat en het strooizout voor op de perrons is bijgevuld. „Alle draaiboeken zijn up-to-date, de voorraden op peil en onze mensen hebben de juiste instructies gehad”, laat de NS weten.
Sneeuw verwacht
Aankomend weekend wordt het koud. Vooral ‘s nachts vriest het, met een minimumtemperatuur van zo’n vijf graden. Tijdens sommige nachten kan het zelfs -10 worden. Vooral boven de rivieren wordt dus een flinke laag sneeuw verwacht, van tien tot twintig centimeter. De verwachting is dat áls het sneeuwt, dit ook wel een paar dagen blijft liggen.
We krijgen een flink pak sneeuw dit weekend, tot wel 20 centimeter
Voorbereiding treinen
Zo wordt op alle stations dit weekend gestrooid. „We zorgen dat het perron, de looppaden en de toegangswegen sneeuwvrij zijn zodat stations goed begaanbaar zijn voor onze reizigers.”
Ook worden treinen behandeld door anti-icing installaties. De onderkanten van de treinstellen worden met glycol ingespoten zodat sneeuw en ijs minder kans krijgen om aan treinen te hechten. „Zo wordt zoveel mogelijk voorkomen dat brokken sneeuw en ijs tussen wissels vallen en daar vastvriezen of de leidingen onder de trein beschadigen”, aldus de NS.
Mocht het nou echt flink gaan sneeuwen, dan liggen de plannen voor alternatieve dienstregeling klaar. Bij sneeuw rijdt vaak maar 80 procent van de treinen. Reden daarvoor is dat er dan meer tijd en ruimte is om problemen op te kunnen lossen. De NS wacht de laatste weerberichten af om te bepalen of ze die plannen gaan gebruiken.
Problemen op het spoor
Hoe komt het nou dat sneeuw zorgt voor zo veel problemen rondom het treinreizen? Daar zijn meer dan genoeg redenen voor. Vooral de eerste dagen dat er sneeuw ligt, zijn er meer storingen. Zo kunnen wissels vast komen te zitten door de sneeuw en gaan treinen dan eerder kapot. Wissels worden verwarmd zodra het koud wordt, zodat ze niet kunnen bevriezen.
Ook hoopt sneeuw zich bij rijdende treinen soms op en ontstaan er grote brokken ijs. Als deze losbreken en op het spoor of de wissels belanden, zorgt dat voor storingen of schade aan de onderkant van de trein.
Stuifsneeuw (dunne sneeuw die door de wind wordt meegeblazen) zorgt soms voor kortsluiting bij de elektrische installaties van treinen. De luchtaanzuiging, die vaak onder aan de zijkant van de trein zit, zuigt deze stuifsneeuw mee de luchtstroom in. Als dit dan in de elektrische installatie komt, ontstaat er kortsluiting.
Als laatste kan ijs zich op de bovenleiding ophopen, waardoor de stoomafnemer op de trein slijt. Het kan dan voorkomen dat een trein geen stroom krijgt en niet meer kan rijden. Om dit te voorkomen, zorgt de NS dat er zo veel mogelijk wordt gereden met treinen.