Catherine maakte een documentaire over de NS: ‘Ik had geluk’
De NS geeft vrijdagavond een bijzonder inkijkje in de dagelijkse realiteit van vergaderingen, wisselstoringen en te korte treinen.
(Update: vanwege het overlijden van Liesbeth List draait vrijdagavond de speelfilm Ramses op NPO 2 in plaats van de documentaire Missie NS. De documentaire wordt nu op 22 juni om 20.00 uur uitgezonden).
Documentairemaakster Catherine van Campen (49) noemt het „een geluk” dat ze zo snel bij het de Nederlandse Spoorwegen (NS) binnenkwam. Van Campen stuurde een mail met haar plan om een documentaire te maken over het spoorwegbedrijf en de NS stemde daarmee in.
„Best bijzonder”, geeft Van Campen toe. „Pers komt moeilijk binnen en de communicatieafdeling heeft altijd welbespraakte conducteurs en machinisten klaarstaan. Later hoorde ik ook nog dat een andere documentairemaker ook een aantal keer een verzoek had ingediend, maar tevergeefs.” Dat er op het verzoek van Van Campen wel werd ingegaan, komt volgens haar door de nieuwe raad van bestuur. „Zij durfden het avontuur aan te gaan.”
Er werden duidelijke afspraken gemaakt: Van Campen ging geen reclamefilm maken en mocht bij alle vergaderingen aanwezig zijn. „Tenzij het ging over pijnlijke dossiers, zoals over de toekomst van conducteurs of machinisten. Als dat in mijn documentaire zou verschijnen, zou ik vooruitlopen op de zaken, omdat het personeel dat zelf nog moet horen.”
Waarom wilde je dit verhaal graag maken?
„Ik reisde destijds regelmatig met de Intercity direct van Amsterdam naar Rotterdam en verbaasde me over de hoeveelheid vertragingen. De ene keer gaf een machinist duidelijkheid over de opgelopen vertraging, een andere keer werd er niets gecommuniceerd. Dat maakte me nieuwsgierig naar het hart van het bedrijf.”
Inmiddels weet je het. Wat voor bedrijf is de NS?
„Een oer-Hollands bedrijf waar mensen lang blijven werken. Maar ook heel bureaucratisch. Daar liep ik tijdens het maken wel tegenaan. Vooraf had ik met de raad van bestuur afgesproken dat ik overal mocht gaan en staan, maar er waren zoveel managers met eigen eilandjes die aangaven niet te willen meewerken. Uiteindelijk lukte het wel, maar dat geregel heeft veel extra tijd gekost.”
De documentaire gaat over de missie van de Nederlandse Spoorwegen. De film kent geen hoofdpersonen, maar laat alle afdelingen zien. „Dat is beter voor de film, maar het monteren was daardoor een grote en moeilijke klus. We hopen dat het is gelukt.”
Waar heb je je het meest over verbaasd?
„De hoeveelheid vergaderingen op het hoofdkantoor die gaan over hoe de klant beter bediend kan worden in de trein. Er is zoveel aandacht voor het ‘marketingdenken’. Maar ook over hoe trots het bedrijf op haar werknemers en prestaties is. In iedere bijeenkomst werd vooraf een video getoond waarop te zien was wat er goed gaat. Het voelde soms een beetje als bedrijfspropaganda, maar ik denk wel dat het effect heeft. Er valt voor de NS niet meer zoveel te winnen op de effectieve reis, want het spoornet zit vol en vertragingen zullen er altijd wel blijven. De winst zit ‘m in hoe de klanten worden benaderd.”
„Maar ook over het contrast: enerzijds het formele hoofdkantoor waar met hart en ziel wordt gewerkt aan een klantvriendelijker imago en waar voor iedere vergadering een film of een vlog wordt gemaakt om het personeel mee op te peppen. Anderzijds de werkvloer, waar vaak een heel andere realiteit heerst dan het verhaal dat degenen die daar werken uit moeten dragen. Een dagelijkse, veel rauwere realiteit, waar haast, anonimiteit, onverschilligheid en ontevredenheid heerst. Waar veel reizigers, met oordopjes in, in hun eigen verhaal lijken te zitten, onwetend van wat zich om hen heen afspeelt.”
Hoe reageerde de NS op het eindresultaat?
„De raad van bestuur mocht als eerste kijken. Sommige dingen vonden ze goed. Zo ligt de sympathie iets meer bij de werkvloer dan op het hoofdkantoor. Sommige scenes op het hoofdkantoor vonden ze dan ook moeilijk. Iemand zei: ‘Het is alsof er in je eigen huis gefilmd wordt, maar dan ook in kamers die je liever niet wilt laten zien’. Maar ik wilde die kamers niet overslaan. En het is goed dat ze sommige dingen moeilijk vonden. Als de NS helemaal tevreden zou zijn, had ik iets niet goed gedaan.”