Te weinig plek voor fietsen in de trein
Er zijn te weinig plekken voor fietsen om de groei van het aantal ov-reizigers met een fiets bij te houden. De NS wordt opgeroepen om snel maatregelen te nemen.
Wil je met de fiets in de trein? Dan mag dit alleen buiten de spits op de speciaal daarvoor bestemde plekken in de trein. Is er geen ruimte, dan kan je fiets dus niet mee in desbetreffende trein. En dat is voor heel veel reizigers vaak het geval. Er zijn namelijk veel te weinig plekken voor fietsen in de trein, waardoor veel reizigers tot hun frustratie moeten achterblijven op het perron.
Het begon allemaal met een open brief die werd gestuurd naar de NS. Nico Salm uit Amsterdam vroeg de NS in deze brief om meer capaciteit te maken voor fietsen in de trein. De Fietsersbond en reizigersvereniging Rover zetten zich achter deze klacht. Dat vertelt Martijn van Es van de Fietsersbond. Hij heeft in de bijna tien jaar dat hij bij de bond werkt, nog nooit zo veel klachten voorbij zien komen als afgelopen zomer.
Gesprekken met NS
De Fietsersbond is volgens Van Es al jaren in gesprek met de NS, maar concrete onderzoeken of plannen zijn er tot nu toe nog niet gekomen. Maar het aantal fietsers blijft groeien, en de NS zou hierop in moeten spelen. „Het is ook niet zo gek dat dit aantal groei. Iedereen heeft tegenwoordig wat meer oog voor het klimaat. Mensen vliegen bijvoorbeeld minder en gaan ook meer met de fiets op pad. Maar wil je die meenemen in de trein, dat lukt dat dus vaak niet. En dat zou eigenlijk niet mogen.”
De NS ziet zelf ook dat er oplossingen nodig zijn voor het fietsvervoer in de treinen. Tegen de Telegraaf zegt de NS-directeur dat ze mogelijkheden gaan onderzoeken, in overleg met Rover en de Fietsersbond, en dat ze reizigers gaan vragen naar ideeën. Maar volgens Van Es heeft de NS hier officieel nog niets over laten horen. „We zijn blij dat ze dit hebben gezegd tegen de Telegraaf, want tot nu toe hebben ze dat nog niet tegen ons gezegd. We gaan de NS daar zeker wel aan houden.”
Vele klachten
Het tekort aan plekken voor fietsen ontstaat voornamelijk in de zomer, als het mooi fietsweer is, maar ook op vrije dagen als Hemelvaartsdag en Pinksteren. „In dat soort lange en drukke weekenden krijgen we zeker wel tien klachten binnen van reizigers. In de zomer zijn het er zo’n tien á twintig per week”, vertelt Van Es. „We horen ook veel over mensen die gescheiden worden van hun groep vrienden of familie. Ze passen dan niet allemaal met hun fiets in de trein en vaak moet er dan één iemand van het groepje achterblijven.” Populaire trajecten voor fietsers zijn vooral die richting de Veluwe of de Waddeneilanden.
Op lange termijn is er al een oplossing. Over een aantal jaar komen er namelijk nieuwe intercity’s met meer plek voor fietsen. Maar volgens de Fietsersbond moeten er op korte termijn (volgende zomer) ook oplossingen mogelijk zijn. „De oplossing hangt heel erg van de treinpieken en het traject af. Maar in Duitsland zie je bijvoorbeeld dat ze veel werken met fietswagons. Dat werkt goed, maar is volgens de NS niet mogelijk in Nederland vanwege de drukte op het spoornet en de lengte van de treinen.”, vertelt Van Es.
Een mogelijke oplossing zou volgens hem kunnen zijn dat treinen klapbanken krijgen en dat deze worden aangepast per traject. Op populaire trajecten voor fietsers gaan dan de banken omhoog, en op trajecten met veel personenvervoer, zoals Amsterdam-Utrecht, worden de banken weer naar beneden geklapt. „Dat mag best wat meer maatwerk zijn.”