Kasper Hermans
Kasper Hermans Openbaar vervoer 28 feb 2019
Leestijd: 4 minuten

NS: Reiziger wil wifi, stopcontacten en gastvrijheid

Nadat de laatste jaren een aantal grote stations, zoals Rotterdam, Utrecht en Arnhem flink zijn opgeknapt, gaat de NS zich de komende jaren op de iets kleinere stations richten. „Dat is belangrijk, want een derde van de treinreizigers reist juist via een kleiner station", meldt NS-directeur Roger van Boxtel.

StationsHuiskamers

De upgrades kunnen heel verschillend zijn. Van het bijbouwen van extra wc’s tot het creëren van zogenaamde StationsHuiskamers. Dit zijn gezellige, als huiskamers ingerichte ruimtes waar reizigers ook terecht kunnen voor een kop koffie en een snack. De kamers zijn per station verschillend aan inrichting en assortiment.

Dit alles moet bijdragen aan een betere reisbeleving. „We zien dat onze reizigers op stations behoefte hebben aan een plek voor een hapje, een stopcontact, wifi en gastvrijheid”, vertelt Inge Rijgersberg, NS-directiewoordvoerder van de regio Zuid. „Er zijn er al een aantal, zoals op de grote stations van Rotterdam en Den Haag. Maar het gaat ook om iets kleinere stations, waar dit dan de enige ruimte is waar je kan samenkomen.” Afgelopen jaar werden onder andere in Heerhugowaard, Alphen aan den Rijn, Assen, Bilthoven en Goes de bekende Kiosken al vervangen. In 2021 wil de NS op 35 locaties een StationsHuiskamer hebben staan.

Op andere NS-stations zal het al aanwezige gebouw beter worden ingezet. „Op heel veel stations is er wel een gebouw, maar zonder dat daar echt invulling aan is gegeven.” Hier kan bijvoorbeeld een Kiosk worden gebouwd of een ander soort wachtruimte, waar mensen wat kunnen eten en drinken. Dat hoeft niet altijd iets van de NS zelf te zijn. Vooral op de kleinste stations wordt er naar lokale initiatieven gekeken. Zo heb je op het station van Den Dolder al de Bijzondere Eetfabriek, dat is een sociaal initiatief met als doel om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te laten participeren in de maatschappij.

Nachtnetwerk

Waar de NS in de beleving van de stations investeert, rijst vanuit Noord-Brabant de roep om de terugkeer van het nachtnet in de provincie. De gemeenteraden van Tilburg en Den Bosch stemden er al „met grote meerderheid” voor om de in 2015 verdwenen lijnen terug te laten keren. Het nachtnet buiten de Randstad verdween, omdat de grote steden en de provincie niet langer het verlies wilde dekken. De steden lijken vier jaar later minder problemen met die kosten te hebben. „We gunnen iedere Randstedeling een goede verbinding met Tilburg, ook ’s nachts. Het kost geld, maar dat is het ook waard”, zo luidt het commentaar.

„Wij mogen die lijnen niet met verlies laten rijden”, zegt Rijgersberg. Het instellen van een hoger tarief voor de nachttrein heeft volgens haar ook weinig zin. „Het bedrag is dusdanig dat dat het gat niet dicht. Bovendien zorgt het verhogen van de reiskosten er ook weer voor dat reizigers eerder geneigd zullen zijn om de trein te laten staan, waardoor we minder reizigers zullen hebben.”

23.39 uur

Toch is het een feit dat als je doordeweeks van Utrecht naar Tilburg wil na een concert of een gezellig etentje, de laatste trein vanuit de Domstad al om 23.39 uur het perron verlaat. „In het weekend zijn we wel langer gaan rijden. Als je naar die reizigers kijkt, dan gaat het vooral om uitgaansvolk. Wij hebben geen signalen dat dat snel anders wordt. Dus is het aan de overheden om te zeggen: Wij willen dit.”

Volgens Rijgersberg is een nachtnet in Brabant of andere regio’s buiten de Randstad geen must. „Dat we steeds meer naar een 24-uurs economie toe gaan, betekent niet dat iedereen ook ’s nachts in de trein wil kunnen zitten.” Wel benadrukt ze dat de NS niet tegen de nachttreinen is. „We zijn altijd bereid in gesprek te gaan over wensen die leven bij overheden, dus ook in dit geval. Als we een formeel verzoek krijgen, zullen we om de tafel gaan om te bespreken wat de wensen precies zijn. Maar wij gaan dit niet uit onszelf in de dienstregeling opnemen.”

Fijner naar de wc

In totaal wordt er de komende vier jaar op tweehonderd stations (dat is ongeveer de helft) gebouwd of verbouwd. Op heel veel stations gaat het om het opknappen of het uitbreiden van de toiletten. Want een fatsoenlijk, schoon en toegankelijk toilet is volgens de NS-woordvoer ‘hoge prioriteit’. „Een toilet is natuurlijk zo schoon als dat de laatste hem heeft achtergelaten, maar we gaan vaker inspecties uitvoeren en reinigen.”

Voor alle verbouwingen trekt de vervoerder 65 miljoen euro uit. Donderdag bij de presentatie van de jaarcijfers werd bekend gemaakt dat dat iets meer dan een procent van de jaaromzet is, want die bedraagt 5,9 miljard euro. De nettowinst van de Nationale Spoorwegen over 2018 bedroeg 116 miljoen euro. Zowel voor de omzet als de winst betekent dit een flinke stijging.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.