Logopedist broodnodig bij voorschools onderwijs
Wie goed is met taal, beheerst de basisvaardigheid om te leren, te begrijpen en zich goed uit te drukken. De overheid rekent het daarom tot haar taak om kinderen vanaf 2 jaar die basisvaardigheid bij te brengen als de ouders de taligheid missen. Over de kwaliteit van dit voorschools onderwijs bestaat de nodige kritiek. Volgens de Nederlandse Vereniging van Logopedie en Foniatrie (NVLF) ontbreekt er echter een essentiële schakel in de politieke discussie: de inzet van de logopedist als taal- en spraakspecialist.
Onderzoek naar effecten
Bijzonder hoogleraar Ruben Fukkink presenteerde eind vorig jaar een onderzoek naar de effecten van vroeg- en voorschoolse educatie (vve) waaruit bleek dat de educatieve programma’s op peutergroepen en peuterspeelzalen geen enkele zin hadden op het gebied van taalvaardigheid, rekenen en sociale vaardigheden.
Deze vernietigende kritiek op de effectiviteit van voorschools onderwijs was voor Kamerlid Tjitske Siderius aanleiding om staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om opheldering te vragen. Deze ziet echter vooralsnog geen reden om te stoppen met de investering in voorschools onderwijs.
Kwaliteit moet omhoog
Volgens de NVLF heeft voorschoolse educatie zin als de kwaliteit omhoog gaat en hbo-opgeleide logopedisten worden ingezet. Een taalachterstand als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis (TOS) kan namelijk alleen kan worden vastgesteld met logopedische kennis. Hbo-opgeleide logopedisten kunnen een mogelijke taalstoornis signaleren, de oorzaak bepalen en een diagnose stellen. Die diagnose is essentieel voor het vervolgtraject: taalstimulerende vve (voorschoolse educatie) of een logopedische behandeling.
Hoe herken je een taalontwikkelingsstoornis (TOS)?
Extra taalonderwijs
Een organisatie die logopedisten in dit traject al een grote rol geeft, is stichting Kinderopvang Haarlemmermeer. Hier vallen 22 peuterspeelzalen en 5 grote kindercentra onder. Zorg- en vve-coördinator Manon Robben: ,,Op jaarbasis komen zo’n 200 kinderen in aanmerking voor een vve-programma. Bijvoorbeeld omdat het kind meertalig is, of vanwege het taalniveau thuis. Wij geven deze kinderen op een gestructureerde manier extra taalonderwijs.”
Logopedisten spelen hier volgens haar een belangrijke rol: ,,Een logopedist observeert, signaleert en begeleidt niet alleen kinderen met taalproblemen, maar zorgt ook voor deskundigheidsbevordering op het gebied van taalontwikkeling.”
Logopedisten kunnen zowel ouders als professionals (artsen, verpleegkundigen, pedagogisch medewerkers) binnen de jeugdgezondheidszorg en in vve-programma’s trainen op het gebied van de spraak- en taalontwikkeling.
Wrange uitspraak
Volgens de NVLF is de vernietigende uitspraak over de kwaliteit van vve wrang, odat de capaciteit van logopedisten niet wordt benut terwijl er wel geld naar onderwijsondersteuning vloeit – met een armzalig resultaat. In het verleden screenden preventief werkende logopedisten kinderen op 5-jarige leeftijd als onderdeel van de jeugdgezondheidszorg. Screening is echter qua leeftijd effectiever in de leeftijd van 0 tot 4. Veel gemeenten bezuinigen inmiddels op preventieve logopedie, waardoor de screening niet langer door een logopedist wordt uitgevoerd.
Waarom een logopedist?
Een logopedist kan gedetailleerd in kaart brengen wat er met een kind aan de hand is dat achterloopt in de taalontwikkeling. De diagnose van een taalontwikkelingsstoornis dient op jonge leeftijd, rond het tweede levensjaar, te worden gesteld, zodat tijdig de juiste interventie of behandeling kan worden ingezet. De logopedist spoort de oorzaak van het taalprobleem op, om zo bijvoorbeeld kinderen met een taalontwikkelingsstoornis te onderscheiden van kinderen met een blootstellingsachterstand. Een blootstellingsachterstand komt soms voor als er thuis niet of weinig met het kind wordt gesproken, of als er geen Nederlands wordt gesproken.