Vijf vragen over Facebook en Cambridge Analytica
De Britse krant The Observer onthulde onlangs dat het Britse bedrijf Cambridge Analytica de gegevens van 50 miljoen mensen in handen heeft gekregen. Daarmee zou het onder meer de Amerikaanse presidentsverkiezingen hebben gesaboteerd. Hoe ernstig is deze zaak? Moeten wij ook vrezen? Vijf vragen.
1. Hoe ernstig is de zaak Facebook/Cambridge Analytica?
Cambridge Analytica heeft de gegevens van 50 miljoen mensen weten te verkrijgen met een applicatie die info van de Facebookprofielen van gebruikers ontving. Dat lijkt veel.
Maar het aantal is relatief nog laag, vertelt Hans de Zwart, voorzitter van internetvrijheidsorganisatie Bits of Freedom. „We moeten ons realiseren dat Facebook deze data ook gewoon heeft. En niet alleen van de 50 miljoen gebruikers waarvan Cambridge Analytica de data heeft weten binnen te slepen, maar van twee miljard wereldburgers”, aldus De Zwart.
2. Hoe zijn ze aan de gegevens van zoveel mensen gekomen?
Waar mensen zich vooral erg aan stoten, is de manier waarop het bedrijf aan de gegevens is gekomen. Cambridge Analytica ontwikkelde een app genaamd thisisyourdigitallife. Met die app konden gebruikers tegen betaling een persoonlijkheidstest afnemen. De resultaten zouden vervolgens gebruikt worden voor academische doeleinden.
Maar vervolgens verzamelde de app niet alleen de Facebookgegevens van de deelnemers, maar ook van de vrienden van de deelnemers. „Dat is om twee redenen extreem kwalijk”, vertelt privacydeskundige dr. Jaap-Henk Hoepman van de Radboud Universiteit. „De eerste reden is dat Facebook die toegang zo open zet dat dat überhaupt kan. Maar daarnaast is het ook problematisch dat zo’n app toegang heeft tot jouw data, omdat een vriend van je hem geïnstalleerd heeft. Dat is natuurlijk te zot voor woorden.”
3. Konden ze met die gegevens de verkiezingen beïnvloeden?
Cambridge Analytics zou met die Facebookgegevens onder meer de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten hebben proberen te beïnvloeden. Maar hoe dan? „Facebook kan heel goed profielen maken aan de hand van zijn gegevens”, legt Hoepman uit. „Het weet of je iemand bent die bijvoorbeeld van reizen houdt of dat je een dierenliefhebber bent. Het bedrijf weet, en dat vind ik best zorgelijk, zelfs je mentale toestand. Facebook weet dus of je stabiel of labiel bent. Op die informatie kunnen partijen hun advertenties dan aanpassen: als je dierenliefhebber bent, krijg je te zien hoe veel een partij aan dierenwelzijn doet.
De Zwart vult aan: „Facebook heeft een keertje een proef gedaan om te kijken of het het opkomstpercentage bij de verkiezingen hoger kon krijgen. Dat lukte. Dan is het niet te vergezocht om te bedenken dat men ook je stemgedrag kan beïnvloeden.”
4. Moeten wij nu ook vrezen?
Dat klinkt wellicht angstaanjagend. Maar hoe is de situatie in Nederland dan? Moeten we hier vrezen? Ja en nee, zegt De Zwart: „Facebook zegt altijd dat ze de verkiezingen niet willen beïnvloeden. Dat geloof ik ook wel. Maar door Facebook zo veel data te geven, hebben we wel een hele kwetsbare positie voor onszelf gecreëerd. Facebook heeft die gegevens en de geschiedenis leert dat ze daar onverantwoordelijk mee omgaan.”
5. Wat kan ik zelf doen?
Volgens De Zwart is het vooral belangrijk om je Facebook-instellingen goed in de gaten te houden, mocht je zelf wat aan je privacy op Facebook willen doen. „Je kunt bijvoorbeeld Platform uitschakelen, waardoor derde partijen geen informatie meer over jouw Facebookprofiel krijgen. En vaak staan functies die Facebook toevoegt standaard aan, terwijl ze soms heel slecht zijn voor je privacy. Dus houd dat in de gaten.”