Sander Schomaker
Sander Schomaker Nieuws 30 dec 2017
Leestijd: 5 minuten

Feiten en cijfers over vuurwerk

Na de Zwarte Pieten-discussie volgt in ons land in december altijd traditiegetrouw de vuurwerkdiscussie; moet er nou wel of niet een algeheel verbod op consumentenvuurwerk komen? Metro zet een aantal feiten en cijfers op een rij.

Laten we maar beginnen met de simpele regels over het afsteken van vuurwerk: dit jaar is de verkoop van vuurwerk aan particulieren toegestaan op 28, 29 en 30 december. Op de verpakking staat of je 12, 16 of 18 jaar moet zijn om het te mogen kopen en afsteken. Het vuurwerk mag alleen afgestoken worden tussen 31 december 18.00 uur en 1 januari 02.00 uur.

De verkoop van vuurwerk is altijd een goede graadmeter voor de stand van de economie. Na een aantal dalende jaren tijdens de crisis zit de verkoop alweer een tijdje in de lift. Dit jaar is de verwachting dat de 70 miljoen euro wordt aangetikt met de verkoop van legaal vuurwerk. De uitgaven aan illegaal vuurwerk zijn een stuk lastiger in kaart te brengen. De politie gaat ervanuit dat dit jaar tussen de 1 en 2 miljoen kilo aan illegaal vuurwerk verkocht wordt.

En dat is de politie een doorn in het oog. Er wordt dan ook hard opgetreden tegen handelaren en kopers van dit illegale vaak gevaarlijke vuurwerk. Maar de politie staat vaak machteloos tegenover de criminelen en hun netwerk, ook al zijn de aanvoerroutes vaak bekend bij de overheid. Criminelen kopen het zware vuurwerk in landen waar het wel legaal is, zoals China en Italië. Vervolgens laten ze het spul vervoeren naar Polen, waar het ook toegestaan is. Van daaruit wordt het vervoerd naar Duitsland, waar het wordt opgeslagen in gehuurde bunkers. Daarvan zijn er in Duitsland nog duizenden uit de Tweede Wereldoorlog.

Vanuit die bunkers wordt het vuurwerk vervolgens naar Nederland gereden. Dat kan gebeuren door kopers zelf of door busjes van de criminele organisatie, die het bezorgen. In ieder geval zorgt dat voor levensgevaarlijke situaties op de weg, waarschuwt de politie. Een doodgewoon busje verandert, zodra het wordt volgeladen met bijvoorbeeld de zeer populaire Cobra’s, in een rijdende bom. Een ongeluk op de snelweg kan dan dramatische gevolgen hebben. De ongelooflijke kracht van verzameld vuurwerk kunnen we ons nog goed herinneren van de vuurwerkramp bij S.E. Fireworks op 13 mei 2000 in Enschede, waarbij 23 mensen om het leven kwamen en een complete woonwijk werd weggevaagd bij de grootste explosie in ons land sinds de Tweede Wereldoorlog. Daar ging dan ook ruim 177 ton tegelijk vuurwerk de lucht in.

Ondanks de groeiende uitgaven aan legaal en illegaal vuurwerk neemt het aantal gewonden rond Oud en Nieuw nog ieder jaar af. Vorig jaar belandden 473 mensen bij één van de negentig spoedeisende hulpafdelingen in ons land. Dat is ongeveer hetzelfde als het jaar ervoor (480). In zowel 2015 als 2016 daalde het aantal vuurwerkslachtoffers nog met 14 procent, maar dat kwam omdat er in die periode voor het eerst werd ingesteld dat er alleen nog op Oudejaarsavond vuurwerk afgestoken mocht worden.

Uit onderzoek van de NOS bij de negentig spoedeisende hulpposten (SEH) bleek dat het aantal vuurwerkslachtoffers met oogletsel is gestegen. Vorig jaar had iets minder dan een kwart van de slachtoffers oogletsel, dit jaar ruim een derde. Het meeste letsel is veroorzaakt door siervuurwerk. Volgens de oogartsen zijn zestien mensen blind geworden aan een oog, tegen vijftien vorig jaar. Bij vijf mensen moest een oog verwijderd worden. Vorig jaar was dat er een.

Dertig procent van de SEH-patiënten had brandwonden. Eén op de vier liep letsel op aan een hand of vingers, minder dan tijdens de vorige jaarwisseling toen dat ruim een derde van de patiënten overkwam. Er zijn dus meer oogletsels en minder handletsels opgelopen dan vorig jaar.

Opmerkelijk is dat bijna twee derde van alle vuurwerkslachtoffers het vuurwerk niet zelf heeft afgestoken maar toeschouwer was. Vorig jaar was dat nog iets minder dan de helft.

Onderzoeksraad voor de Veiligheid

Met deze cijfers in de hand adviseerde de Onderzoeksraad voor de Veiligheid dit jaar een algeheel verbod op knalvuurwerk. Maar het gaat waarschijnlijk nog wel even duren voordat zoiets ingevoerd gaat worden, als het er ooit van komt. Dit komt omdat een gedeelte van de bevolking veel waarde hecht aan de traditie van het zelf afsteken van vuurwerk. En na de zwarte pietendiscussie zijn er maar weinig politieke partijen bereid om nóg een gevoelige ‘traditie-discussie’ aan te gaan.

In de afgelopen jaren is vanuit meerdere hoeken gepleit voor een nationaal verbod op consumentenvuurwerk. Voorstanders noemen de overlast, schade en slachtoffers als argument. Tegenstanders vinden een verbod ingaan tegen de vrijheid van het individu. Uiteindelijk is het aan de politiek. En in de Tweede Kamer is zoals gezegd geen meerderheid voor een landelijk vuurwerkverbod. Alleen GroenLinks, SGP en Partij voor de Dieren zijn daarvan fervent voorstander.

Tussenoplossing

Een tussenoplossing zijn de zogenoemde vuurwerkvrije zones. In 2013 stelden ongeveer twintig gemeenten voor het eerst zo’n zone in, vorig jaar waren dit er zo’n zestig. Sindsdien zijn het er niet veel meer geworden; de zones zijn moeilijk te handhaven. In Tilburg leidde een proef in 2015 niet tot minder overlast, waarop de gemeente overstapte op zogenoemde vrijwillige vuurwerkvrije zones.

Uit peilingen van TNS NIPO blijkt dat de groep Nederlanders die zegt nooit vuurwerk af te steken, is gegroeid van 62 procent (2012), naar 69 procent in 2016. Hoewel de helft van de Nederlanders negatief is over het afsteken van vuurwerk, hecht de andere helft (veel) waarde aan de traditie. Kortom, de vuurwerkdiscussie zal ook de komende jaren ons land bezighouden in de maand december.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.