‘Verbod op vuurwerk zorgt voor juist méér gevaar’
Er máánden voor sparen, begin december de boel bestellen en dan op oudejaarsavond de lontjes aansteken en van het schouwspel genieten. „Dat geeft een heerlijke kick”, zegt de 30-jarige Ron Brinkman uit Wageningen. Hij begon als 12-jarig jochie met het afsteken van rotjes en grondbloemen en dat groeide uit tot een hobby met de grootste, duurste en mooiste siervuurwerkpakketten. Hij moet er dan ook niet aan denken dat er een verbod op consumentenvuurwerk komt.
Het is een grote wens van Stichting Maatschappij en Veiligheid, die vindt dat het veel te gevaarlijk is als mensen zelf vuurwerk afsteken. Tijdens de jaarwisseling zouden gemeenten alleen zelf gecontroleerd professioneel vuurwerk mogen laten afsteken, luidt het betoog. Dat voorkomt dat er jaarlijks een kleine vijfhonderd mensen naar de spoedeisende hulp moeten vanwege letsel door vuurwerk.
Te druk
Brinkman is de vuurwerkdiscussie, die telkens tegen eind van het jaar losbarst, al een tijdje beu. Daarom maakte hij in 2012 samen met drie vrienden de Facebookpagina Anti-vuurwerkverbod aan. Inmiddels hebben tienduizenden mensen zich aangesloten. „Ik vond dat wij als liefhebbers van vuurwerk in een hoekje werden gedrukt”, zegt hij. „Ze pakken ons jaarlijkse plezier af. En als wij samen met bedrijven die vuurwerk verkopen met ideeën voor oplossingen komen, dan heeft de politiek het altijd te druk. Maar als december dichterbij komt, begint iedereen hard te roepen dat er een verbod op consumentenvuurwerk moet komen. Dan is het natuurlijk al veel te laat voor een oplossing.”
Brinkman ziet vooral heil in strenger toezicht op illegaal vuurwerk. En dan niet alleen in oktober, november en december, maar het hele jaar door. „De meeste ongelukken gebeuren door het afsteken van illegaal vuurwerk. Natuurlijk kun je ook een legale sierpot op zijn kant leggen en afsteken, maar daarmee blaas je geen prullenbak of voorgevel op. Vuurwerkverkopers hebben juist bepaalde producten geschrapt waarmee gestunt werd. Denk aan babypijltjes die vanuit de hand of plat op de grond werden afgestoken of Romeinse kaarsen die niet altijd netjes in een fles werden gezet om de vuurballen af te schieten. Bovendien wordt bij de meeste bestellingen een gratis vuurwerkbril geleverd. De verkopers van consumentenvuurwerk doen er dus van alles aan om het veiliger te maken, maar als er een verbod op komt zullen mensen die ‘gewoon’ vuurwerk kopen de illegale markt op gaan. Dan haal je dus veel gevaarlijker vuurwerk in huis.”
Mocht er ooit een verbod worden doorgevoerd, dan komt de overheid daar na één keer op terug, denkt Brinkman. „Omdat ze dan inzien dat meer illegaal vuurwerk voor meer gevaar zorgt.” Hij vindt vuurwerkvrije zones een veel beter idee. „Maar dan bedoel ik niet een heel stadscentrum, maar gebieden bij bijvoorbeeld verzorgingstehuizen, ziekenhuizen en dierenasiels. In die gebieden kun je een verbod prima handhaven dan een algeheel verbod. Als je consumentenvuurwerk compleet verbied, weten agenten niet waar ze het zoeken moeten om 12 uur ’s nachts.”
Tijdens de komende jaarwisseling zal de oprichter van de Anti-vuurwerkverbodpagina met zijn vrienden sowieso weer de nodige kilo’s de lucht in schieten. „Als dat ooit niet meer mag dan begin ik een vakantiepark vlak over de grens met Duitsland waar ik dan met andere liefhebbers samenkom om vuurwerk af te steken. Maar ik hoop natuurlijk dat het nooit zover komt.”