Verplichte bedenktijd bij kopen van een huisdier
Dat lieve konijntje in de vitrine kun je straks niet zomaar meer mee naar huis nemen als het aan veel gemeentes ligt. Zij willen dat er een verplichte bedenktijd gaat gelden voor de aanschaf van een huisdier om impulsaankopen te voorkomen. Of een ’geen-match-geld-teruggarantie’.
Dit en meer voorstellen voor het verbeteren van dierenwelzijn doet de Amsterdamse wethouder Laurens Ivens (dierenwelzijn) donderdag namens 36 gemeenten in een brief aan de Tweede Kamer. „Het is gek dat in bouwmarkten huisdieren worden verkocht. Mensen gaan daar met een kind naartoe voor een nieuwe tuintafel, maar komen naar buiten met een konijn. Deze impulsaankopen willen we tegengaan, want de dieren zijn het slachtoffer en de gemeenten en asielen draaien ervoor op als de dieren gedumpt worden. Met de bestaande wetgeving kunnen wij dit maar lastig bestrijden.” Hoe lang die bedenktijd zou moeten zijn, verschilt per dier, zegt Ivens.
Terugbrengen moet kunnen
Een verplichte bedenktijd is één optie. Een ander voorstel is het instellen van een termijn waarop het dier teruggebracht mag worden. „Er moet meer aandacht komen voor socialisatie. Als een dier bij andere huisdieren in een huis terechtkomt, is er tijd nodig om te zien of ze bij elkaar passen en aan elkaar kunnen wennen. Dat gebeurt bijvoorbeeld ook op kinderboerderijen bij het samenvoegen van konijnen. Hetzelfde geldt voor de match tussen de baas en het dier. Blijkt het niet te matchen, dan moet je het dier terug kunnen brengen. Anders belandt het op straat of in het asiel. Wij zouden het mooi vinden als dit probleem eens onderkend wordt. De precieze invulling hiervan laten we aan de regering.”
Niet zomaar meer een slang kopen
Naast het bestrijden van impulsaankopen zouden de gemeenten ook meer mogelijkheden willen hebben om dierenleed op evenementen of in de huiskamer tegen te gaan. De positieflijst met zoogdieren die gehouden mogen worden, moet in hun ogen op korte termijn worden uitgebreid met reptielen, vogels en amfibieën. Er moeten met name beperkingen gaan gelden voor (gevaarlijke) beschermde diersoorten. „Daarnaast is het gewenst om een verplichte adresregistratie van deze, met name gevaarlijke, dieren bij te gaan houden”, zegt Ivens. „Zo kunnen wij bijvoorbeeld controleren of de dieren die wel gehouden mogen worden op een veilige manier ondergebracht zijn, en krijgen we de mogelijkheid om in te grijpen als er sprake is van dierenleed. Neem de twee krokodillen die in een huis in Amsterdam Oost drugsgeld moesten bewaken. De verdachten hebben straf gekregen, maar kregen ook de krokodillen terug omdat er geen verbod geldt op het houden hiervan. Ik vind dat bedroevend.”
Kameel als reclame
In hetzelfde licht willen de gemeenten de bevoegdheid krijgen om in een gemeentelijke verordening bepaalde evenementen met dieren te kunnen verbieden zoals circussen met dieren, roofvogelhows, reptielenshows, kerststallen met dieren en reclame-uitingen met dieren. „Onlangs liep er een rendier over de Wallen en een kameel door de drukke binnenstad. Nu kunnen we deze dieren wel op grond van reclameregels laten verwijderen, maar we willen op grond van dierenwelzijn kunnen optreden. Dan kunnen we meteen ingrijpen in plaats van eerst dierenwelzijnsexperts er op los te moeten laten. Het moet helder zijn dat dit soort dieren niet in een stressvolle binnenstad thuishoren. We hebben als stad ook landelijke gebieden en daar zijn bijvoorbeeld paardenshows wel prima.”
Een laatste belangrijk, en in Ivens’ ogen eenvoudig uitvoerbaar punt, is verplichte chipregistratie voor katten. „We hebben gezien hoe succesvol dit bij honden is. Vermiste dieren worden zo weer herenigd met hun baas of een baas die een dier dumpt kan zo opgespoord worden. Het kan bij honden, waarom dan niet bij katten? Dit zou een hoop dierenleed voorkomen en een enorme opluchting voor de asiels zijn.”