Imre Himmelbauer Tech 27 jul 2018, 17:00

Leestijd: 4 minuten

Zo maak je de beste vakantiefoto’s met je smartphone

Wie zijn vakantie wilde fotograferen, moest vroeger een dure camera meenemen en deze altijd om zijn nek hangen. Dat is verleden tijd. Door de komst van de smartphone hebben we altijd en overal een lichte camera bij ons. En hoewel telefooncamera’s beperkingen hebben, kun je er met de juiste trucjes toch ontzettend leuke plaatjes mee schieten. Metro ging met de Huawei P20 naar Ibiza en vroeg aan twee professionele fotografen hoe je het beste uit de camera in je smartphone kunt halen.

Nachtleven

Waarschijnlijk is de grootste uitdaging voor smartphonecamera’s om foto’s te schieten op plekken met weinig licht. Vooral als je uitgaat is dat heel herkenbaar: in het echt ziet het er prima uit, maar je foto’s worden wel heel erg wazig en korrelig. Een oplossing kan zijn om met een langere sluitertijd te werken, waardoor de lens meer licht op kan vangen: „Dan moet je één persoon hebben die stilstaat, terwijl de rest beweegt. Als je daarna de foto neemt en de camera goed stilhoudt, dan zal die persoon er goed op staan, terwijl de rest juist extra vaag is. Een heel mooi effect”, vertelt proffotograaf Ollie Taylor, die zich vooral bezighoudt met nachtfotografie.

Zonsondergang

Ook de zonsondergang kan een behoorlijke uitdaging zijn voor smartphonecamera’s. Omdat de kleuren niet in één zogeheten ‘dynamisch spectrum’ vallen, wordt de zonsondergang vaak enorm fel en oranje, veel meer nog dan zij in werkelijkheid is.

„Dat kun je mooi vinden, en als dat zo is, laat het vooral zo”, zegt de gerenommeerde fotograaf Justin Sutcliffe, die vooral portretfoto’s en foto’s voor documentaires schiet. „Ikzelf houd er echter van om wat meer natuurlijke kleuren na te streven. Daar zijn bij zonsondergangen een paar trucjes voor. Ten eerste kun je iets in het shot zetten dat wit is. Dat kan een wit papiertje zijn, of een witte jurk of blouse, als het maar wit is. Daardoor zal de camera de witbalans waarschijnlijk aanpassen, omdat hij een object identificeert waarvan hij weet dat het wit is. Daardoor worden de kleuren een stuk natuurlijker.”

Daarnaast is de heersende gedachte dat het fotomoment voorbij is zodra de zon onder is gegaan, fout. Sutcliffe: „Als de zon net onder de horizon is gedaald, heb je de prachtige rood- en blauwtinten en het beste licht. Ongeveer een halfuur nadat de zon is ondergegaan, krijg je prachtige roze en blauwe kleuren die ook goed te gebruiken zijn voor portretten. Onthoud vooral dat je ook nadat de zon is ondergegaan nog een paar prachtige foto’s kunt maken.

Natuur

Verder zullen ook veel mensen graag de natuur fotograferen. De prachtige bergen van Colombia, de schitterende fjorden van Noorwegen of de bossen van Zuid-Duitsland: de wereld heeft genoeg moois te bieden. Als je dat ook wilt vastleggen met de smartphone, kan het lonen om eens te experimenteren met de pro-modus. Die functie vind je veelal op wat duurdere telefoons en laat alle instellingen aan jou over.

„Pro-modus is echt niet voor de club of iets in die richting, omdat alles beweegt en je geen tijd om over al die instellingen na te denken. Maar als je bijvoorbeeld een prachtig plaatje in de natuur ziet, maar het is veel te donker voor de camera, kun je gewoon de pro-modus aanzetten. Dan kun je bijvoorbeeld de sluitertijd héél hoog zetten, zeg op 20 seconden, en de telefoon stilleggen terwijl hij de foto maakt. Als je daarna de foto bekijkt, is ie waarschijnlijk prachtig, scherp en goed belicht.”

Sutcliffe tipt ook nog om niet te veel kleuren in je foto te verwerken: „Tenzij het echt het punt is dat het kleurrijk is, zoals een fruitsalade. Maar vaak is de regel in fotografie om in een foto maar twee kleuren en de tinten daarvan te gebruiken. Als je kijkt naar een collectie foto’s zul je ook vaak zien dat je favoriete foto’s vaak maar twee kleuren hebben."