Europa traag met detecteren cyberaanvallen
Europa loopt bepaald niet voorop als het gaat om het detecteren van aanvallen in het netwerk, dat blijkt uit een onderzoek van FireEye Inc., het jaarlijkse M-Trends rapport. Organisaties in EAMA (Europa, Afrika en het Midden-Oosten) doen er gemiddeld 174 dagen over om een cyberaanval te vinden.
Dat is een stuk trager dan organisaties uit andere werelddelen. Gemiddeld ligt dat namelijk op de 101 dagen. In 2016 zaten de EAMA-organisaties nog een stuk meer in die richting (106 dagen). Dat is een verschil van 40 procent.
Historische blootleggingen
De stijging is (voor een deel) te verklaren, zo staat in het rapport. „Er zijn dit jaar en groeiend aantal historische bedreigingen blootgelegd, die al enkele honderden dagen actief zijn. Het detecteren van deze langdurige aanvallen is duidelijk een positieve ontwikkeling, maar het beïnvloedt de statistieken negatief."
Een ander positief punt is dat datalekken veel sneller worden ontdekt. Gemiddeld duurde dit in 2017 25 dagen, terwijl dat een jaar daarvoor nog ruim het drievoudige was. Ook scoren bedrijven uit de EAMA hier veel beter op dan de andere continenten.
Uit op geld
Bedrijven uit de financiële sector zijn het vaakst een doelwit (24 procent), voor de overheid (18 procent) en zakelijke en professionele diensten (12 procent). Dat blijkt uit cijfers van Mandiant, een bedrijf dat ingezet wordt bij cybercrime en datalekken.
Verder valt het ook nog op dat wanneer een bedrijf eenmaal getroffen is door een cyberaanval, de kans groot is dat het in de toekomst nog een keer onder vuur genomen wordt. Liefst 56 procent van de organisaties werden opnieuw aangevallen door dezelfde of soortgelijke cybercriminelen.
Mede hierdoor is er een grote vraag naar specialisten op het gebied van cybersecurity. Vooralsnog stijgt de vraag sneller dan het aanbod. Het al bestaande tekort neemt hierdoor toe en men verwacht dat die trend zich de komende vijf jaar doorzet.