Kasper Hermans Tech 7 dec 2017, 12:30

Leestijd: 2 minuten

Binnenkort ziet je baas alles wat jij ziet

Dat werkgevers op computers van het kantoor je zoekgeschiedenis kunnen monitoren, zal niemand onbekend in de oren klinken. Het lijkt echter niet lang te duren voor ze daar een stap verder in gaan. Sterker nog, sommige bedrijven werken al met de zogenaamde eye-tracking glasses.

De technologie die bij eye-tracking komt kijken bestaat al jaren. Tot dusver wordt deze vooral gebruikt in laboratoria bij bijvoorbeeld psychologische studies en marketinganalyses.

Drie camera’s

En de brillen komen langzaamaan eveneens tevoorschijn op de werkplaats, omdat de technologie sinds kort ook in een bril kan worden verwerkt. Twee minutieuze camera’s leggen elke blik en beweging van de iris vast, terwijl een andere camera de omgeving monitort.

Vooral de camera die op de iris gericht is, gaat extreem gedetailleerd te werk. Door te timen hoelang iemand naar een object kijkt en elke pupilverwijding of -vernauwing nauwkeurig vast te leggen, kunnen werkgevers analyseren of personeel actief naar iets kijkt of dat het in gedachten verzonken blind voor zich uit staart.

Nek hijgen

Hoewel je het als een enorme inbreuk op de privacy van de werknemer kan zien, heeft het ook zo zijn voordelen, meent Tom Englund, topman bij het Zweedse Tobii dat de brillen ontwikkelt. Zo hoeft een supervisor in fabrieken bijvoorbeeld niet meer in iemands nek te hijgen.

In het Ierse warenhuis Heavy FR wordt er momenteel getest met de brillen. „We willen van de werknemers echt geen automaten maken”, zegt Page Clinton, die de test begeleidt, tegenover OZY. „We hopen ze op deze manier te kunnen helpen met nauwkeuriger en efficiënter werken.”

Misbruik

Toch hebben zat mensen hun twijfels over de brillen en met name hoe werkgevers deze zullen gebruiken. „Opdrachtgevers hebben elke vorm van monitortechniek die ooit uitgevonden is misbruikt”, stelt advocaat Lew Maltby bijvoorbeeld, die zich bij de Amerikaanse vakbond inzet voor privacy op de werkplaats. „Er is geen reden om niet te denken dat ze dat nu niet weer zullen doen.”