Steeds minder aangifte tegen cybercriminaliteit
Cybercriminaliteit is iets om steeds serieuzer te nemen. In 2016 was liefst een op de tien Nederlanders slachtoffer van criminaliteit via het internet met een totaal van 2,5 miljoen cybercrimedelicten. Maar in slechts 27 procent van de gevallen werd er ook daadwerkelijk aangifte gedaan, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat is beduidend lager dan vier jaar terug, toen nog 31 procent van de incidenten gemeld werd.
Meldpunt Cybercrime
De afname is vooral merkbaar bij instanties die zich richten op cybercrime. Bij de politie bleef het aantal binnengekomen meldingen (13 procent) gelijk. Dit lijkt in eerste instantie opvallend, maar is ook wel te verklaren als je bedenkt dat in 2013 het Meldpunt Cybercrime bij de politie werd gevoegd.
Vooral jongeren zijn het slachtoffer van cybercrimes, zo blijkt uit de cijfers van het CBS. Dit komt vooral door cyberpesten, dat ook onder de criminaliteit wordt geschaard. Bij ouderen is dit veel minder het geval, waardoor zij een stuk minder getroffen worden. Buiten het pesten zijn hacken en koop- en verkoopfraude de meest voorkomende vormen.
Tekortschieten
Afgelopen jaar werd in een rapport over de politie al door verschillende experts geconcludeerd dat de aanpak van cybercriminaliteit ernstig tekortschiet in Nederland. Volgens hen zouden mensen zouden vaak geen aangifte doen wanneer ze het slachtoffer zijn van cybercriminaliteit, omdat ze niet verwachten dat de instanties hier iets kunnen.