YouTube leert tieners over nepnieuws in workshops
Na Facebook mengt nu ook online videoplatform YouTube zich in de strijd tegen ‘fake news’. De website komt met workshops voor Britse tieners tussen de 13 en 18 jaar oud. De workshops moeten de jongeren niet alleen leren om nepnieuws te herkennen, maar zijn ook bedoeld om meer bewustwording te creëren rondom thema’s als vrijheid van meningsuiting, online reacties en online misbruik.
Met deze campagne sluit YouTube aan in het rijtje (social)mediabedrijven die een poging wagen om jongeren te beschermen tegen de invloed van nepnieuws. Eerder dit jaar gaven ook Jeugdjournaal-presentatoren Lysette van Geel en Nick Renooij al masterclasses aan kinderen, waarbij dit thema ook naar voren kwam. Ook Facebook, het sociale platform waarop het meeste fake news verspreid wordt, probeert nepnieuws tegen te gaan.
Bekende koppen
De grootste uitdaging in het organiseren van dergelijke workshops is natuurlijk het trekken van jongeren. Hoe interesseer je hen in een workshop over een saai ogend onderwerp als veiligheid? Daar wist YouTube wel raad mee: het bedrijf regelde een paar bekende namen, waaronder bestsellerauteur John Green en de Londense vlogger Dina Torkia, die zich sterk maken voor social change. Et voilà: de campagne, onder de noemer ‘Internet Citizens: Let’s make a better web’, was geboren.
De reden dat YouTube met de workshops komt? Het platform stelt dat jongeren een nóg kwetsbaardere groep worden wanneer het moeilijk te beoordelen is of bepaalde content op internet echt of nep is. Dat is nog lastiger wanneer die content op social media gedeeld wordt door een ‘betrouwbare’ vriend.
„Het internet is wat wij ervan maken”, zegt Naomi Gummer van YouTube over de campagne tegen BBC. „Het kan een nare plek zijn waar niemand elkaar begrijpt en mensen elkaar bewust pijn doen. Maar het kan ook een geweldige plek zijn waar we kunnen delen, samenwerken en elkaar kunnen proberen te begrijpen en helpen.”
Kritiek op YouTube
Vorige maand kreeg YouTube nog flink wat kritiek te verduren omdat de videosite advertenties plaatste naast ‘ongeschikte’ content. Ook werd de manier waarop YouTube met haatspraak omgaat bekritiseerd. Meerdere bedrijven en de Britse overheid trokken hun advertenties terug als gevolg van deze kritiek.