Is sperma gezond? Dit is de voedingswaarde van zaadcellen
Sperma, oftewel het witte goedje dat een man bij een orgasme loost. Sommige bedpartners slikken bij een vrijpartij het sperma door, terwijl anderen dat liever achterwege laten. Maar wat voor stoffen zitten er eigenlijk in dat sperma? En misschien nog interessanter: is het voedzaam?
Het wetenschappelijke tijdschrift Quest dook in de sperma-materie. Bij een zaadlozing komen gemiddeld zestig tot driehonderd miljoen zaadcellen vrij. Veel? Dat valt wel mee, aangezien de zaadcelletjes minuscuul zijn. Het gaat namelijk om zo’n drie a vijf millimeter sperma.
Is zaad gezond?
Maar wat is toch het recept van een dosis sperma? Om te beginnen, sperma is caloriearm. Een zaadlozing bevat ongeveer vijf calorieën en zeker niet meer dan 25 calorieën. Als de spermaproducent in kwestie een beetje op zijn levensstijl let en verhoudingsgewijs gezond leeft, is de voedingswaarde van sperma hartstikke prima. Wel moet men niet over het hoofd zien dat een mens in principe sperma in kleine hoeveelheden binnenkrijgt. „De doorslikker zal geen noemenswaardige gezondheidseffecten merken”, schrijft Quest. Maar ongezond is het zeker niet.
De ingrediënten van sperma
1. Calcium
Calcium in de sperma is bedoeld voor de bewegelijkheid van de celletjes. Zo ‘zwemmen’ de zaadcellen in theorie makkelijker naar de eicel toe. Calcium is daarom een belangrijke indicator voor de vruchtbaarheid van de man, wat ook uit Iraans wetenschappelijk onderzoek blijkt. En oh ja, dagelijks masturberen heeft geen invloed op het calcium- en magnesiumniveau van sperma, blijkt weer uit ander onderzoek.
2. Magnesium
Ook deze stof is belangrijk voor de “conditie” van de zaadcellen. Evenals de gunstige werking van magnesium op sportprestaties, blijken ook zaadcellen magnesium nodig te hebben om te presteren. Daarnaast bepaalt magnesium ook het aantal zaadcellen. Hoe meer magnesium, hoe meer spermacellen.
3. Citroenzuur
Ook citroenzuur blijkt een belangrijk bestandsdeel van sperma. Een lager citroenzuurgehalte is zelfs een indicator voor prostaatkanker.
4. Fructose
Naast zaadcellen bestaat sperma ook uit vocht. In dat vocht zit fructose. Mocht je denken: waar zit dat fructose ook alweer nog meer in? Dit is de suikersoort die ook in fruit zit. De fructose in het vocht dient als energiebron voor de spermacellen. Overigens heeft het fructose-gehalte niks te maken met de smaak van sperma. Er zit echter slechts een klein beetje fructose in sperma, waardoor het geen zoetige smaak krijgt.
5. Glucose
Nog zo’n bekende naam. Wellicht werd je ooit aangeraden om een druivensuiker te nemen voor iets meer energie? Dan kon je wel wat glucose gebruiken. Ook voor de zaadcellen werkt deze stof als energiebron en is het evenals bepalend voor het vruchtbaarheidsgehalte van mannen.
6. Melkzuur
Zaadcellen zijn (biologisch gezien) razendsnel op zoek naar een eicel die zij kunnen bevruchten. Maar die eicel is maar heel kort te vinden, oftewel tijdens de ovulatie. Daarom bedacht moeder natuur iets slims. Zaadcellen kunnen wachten. Uit Japans onderzoek blijkt dat melkzuur het middel is om de spermacellen langere tijd vruchtbaar te houden.
7. Eiwitten
„Het is moeilijk te meten, maar volgens een studie aan Duke University (VS) uit 2013 zit in honderd milliliter sperma zo’n 5 milliliter eiwit”, schrijft Quest.
8. Zink
Zink is eigenlijk de stof die het sperma sterk maakt. Het stabiliseert het celmembraan en beschermt de zaadcellen tegen bacteriën. Ook zorgt zink ervoor dat chromosomen niet beschadigd raken. Tot slot helpt zink bij de weg naar bevruchting toe en zorgt de stof ervoor dat de zaadcel extra paraat is. Uit Indiaas onderzoek bleek dat een lage hoeveelheid zink in relatie staat met vruchtbaarheidsproblemen.
Vruchtbaarheidscrisis bij mannen
Wetenschapper Shanna Swan kaartte eerder aan dat we momenteel in een ‘vruchtbaarheidscrisis’ verkeren. Onze levenswijze en leefomgeving hebben een zorgwekkende invloed op vruchtbaarheid en de kwaliteit van sperma bij mannen en daar mogen we volgens haar best wat voorzichtiger mee zijn.
‘Ik wil liever geen babyshower, maar durf het niet te zeggen’