Stadsontvluchters kamperen in parels van achtertuinen
Beweging gestart om stadontvluchters mooie campspaces te bieden en boer Pip en andere lokale ondernemers te ondersteunen: #Staylocal
Nu die reis naar Bali of weekendtrip naar Rome er even niet in zit, willen veel Nederlanders eropuit in eigen land. Kamperen blijkt mateloos populair, ziet Hugo van Donselaar van Campspace. Vooral kamperen nieuwe stijl, dus niet je sleurhut parkeren op de massacamping, maar kamperen in de natuur, is geliefder dan ooit. „Maar ook de traditionele campings gaan het sowieso naaiend druk krijgen.”
Kampeerbazen
Metro sprak de bevlogen ondernemer al in 2018, toen hij hun Campspace de Airbnb van de kampeerplekken noemde, met 400 plekken door heel Europa. Kleine jongens worden grote bazen: „het zijn er nu 1300.”
Het gaat lekker met Campspace, of in de woorden van Van Donselaar: „We gaan als een gék op het moment.” Hij is nog niet uitgesproken of op de achtergrond klinkt een telefoon die afgaat en een collega die opneemt, in hun kantoorpand hartje Leiden. In drie weken tijd hebben ze evenveel boekingen als in heel 2019, vertelt hij niet zonder trots.
Weekendje campspacen
En ook komend weekend slaan Nederlanders weer volle bak -en met de laadbak vol- aan het kamperen. „Er zijn zelfs nog maar drie plekken boekbaar in heel Nederland, de rest is allemaal al vol. Echt supertof, toch?” Hij pakt er snel even de website en boekingen bij en verklapt dan een van de drie mogelijkheden. Een microcamping vlakbij de Efteling. „Lieve hond en biggetjes zitten bij de prijs inbegrepen”, promoot hij nog even tussen neus en lippen door. „Zelfs de Afrikaanse berggeiten.”
Niet om te eten overigens.
Lokaal toerisme
Het lokaal toerisme is nu in een stroomversnelling gekomen en samen met onder meer reismagazine Columbus Travel wordt nu de #Staylocal beweging gelanceerd. Een béétje een containerbegrip-in-wording, beaamt hij, „maar het dekt wel lekker de lading.”
Het platform #Staylocal is een speelse tegenhanger van de Roompotten, Sunwebs en Center Parcs van deze wereld. Je kunt je eigen steen bijdragen door je eigen achtertuin slash verborgen parel beschikbaar te stellen aan andere reizigers of zelf de hort op te gaan, „zo help je de stadontvluchters om dicht bij huis op vakantie te kunnen en ondersteun je de locals.” Ook kun je jouw #Staylocal-tips, tricks en foto’s delen op het platform en Instagram, „De handen worden zo ineen geslagen. Het platform moet zich nu gaan vullen, hopelijk sluiten veel mensen zich er bij aan.”
Boer Pip
Afgelopen weekend trapten ze af met onder meer reisbloggers die overal in het land hun kampement, of gewoon tent, opzetten en hun ervaringen deelden. Ze willen mensen het lokale toerisme in optima forma laten beleven, licht Van Donselaar toe. En dan hebben we het niet over de paintball-flyer die een of andere puber je net in de handen heeft gedrukt, licht hij het beeldend toe. „Wel over boer Pip bij wie je de lekkerste kaas voor ’s ochtends bij je ontbijt koopt.”
Van Donselaar en zijn Campspace-kompanen zijn al langer bezig het toerisme dichter bij huis en in de natuur te krijgen. In 2018 vielen ze nog op door hun urban camping, waarbij zelfs kon worden overnacht op het balkon van hun kantoor. Das war einmal. „Het gaat nu allemaal om reconnect outside, en #Staylocal natuurlijk.”
Wildlife
Twee vliegen in een klap dus. Letterlijk soms ook, tijdens het onthaasten op een boomkwekerij in Zuid-Holland, microkamperen in een Rotterdamse stadstuin, relaxen in het wilde gras in Drenthe. Een minuscule greep uit de vele kampeermogelijkheden en de bijbehorende ‘wildlife’. Want met campspaces in de natuur krijg je óók vaak iets extra’s.
Dan wel geen chocolaatje op het kussen of een handdoek strak in de vorm van een zwaan gewrongen, maar wel iets mínstens zo Instagrammable en ‘een goed verhaal voor later’. Kan hij over meepraten. Zo vertrok de druk bezette Donselaar drie weken geleden nog met z’n vriendin naar een campspace bij Leiderdorp, op een kwartiertje rijden, waar ze onverwacht bezoek kregen. „Het schaap van de eigenaar aan onze tent knabbelen, een heel raar tafereel. Maar wel mooi natuurlijk.”