Cerise van Vliet Reizen 21 jul 2018, 15:09

Leestijd: 7 minuten

Op avontuur in zinderend Nieuw-Zeeland

Een hotelkamer aan de Zeeuwse kust is leuk, maar wat dacht je van een kamer op wielen in Nieuw-Zeeland? Je bent gemiddeld vijftien keer langer onderweg naar de bestemming, maar het avonturenland geeft je er meer dan genoeg voor terug. Metro vloog naar het Zuidereiland en geeft jou de handigste tips en mooiste locaties.

Praktische zaken

Waarschijnlijk zit je voor een reis naar de andere kant van de wereld al vol adrenaline en kan je niet veel meer dan heen en weer springen. Denk toch even aan de volgende dingen: in Nieuw-Zeeland betalen ze met Nieuw-Zeelandse Dollars, dus zorg dat je er een paar op zak hebt voor bijvoorbeeld vervoer van het vliegveld naar je hotel of autoverhuurbedrijf.

We noemden als optie voor verblijf in dit land natuurlijk niet voor niets een kamer op wielen. Je kunt namelijk genoeg hotels boeken, maar dé manier om het land van de kiwi te ontdekken is met een camper of klein busje. Ga je met vrienden? Huur dan een camper. Ben je alleen of met zijn tweeën en heb je niet zoveel ruimte nodig? Dan zijn er genoeg opties voor een zogenaamde ‘sleepercar’, een lange auto met een matras achterin.

Rijbewijs en verzekering

Zorg als je van plan bent de weg op te gaan dat je in Nederland bij de ANWB langsgaat voor een internationaal rijbewijs. Daarmee rijd je legaal over de Nieuw-Zeelandse wegen. Over legale zaken gesproken: bij elk autoverhuurbedrijf zullen ze je vragen of je een verzekering wil voor de tijd dat je de auto bewoont. Dat is natuurlijk een persoonlijke keuze, maar vooral in de winter vinden wij het geen overbodige luxe. De wegen in Nieuw-Zeeland zijn niet zoals de vlakke, perfect geasfalteerde wegen in Nederland, er gebeuren onverwachte dingen om je heen die je kunnen afleiden en met verzekering zit je toch wat rustiger in de auto. De meeste busjes die rondrijden zijn van verhuurbedrijf Jucy of Spaceships carrentals, goedkoop en van een prima kwaliteit.

Noord of Zuid?

Heb je je geld in orde en de auto gehuurd? Dan is het tijd om je route te bepalen. Nieuw-Zeeland bestaat uit twee eilanden: het Noorder- en het Zuidereiland. Zelfs als je maanden uittrekt, heb je hier nog niet alles gezien. Metro had twee weken en bezocht om die reden alleen het Zuidereiland. De keuze viel op het Zuidereiland, omdat het Noordereiland net iets meer bekend staat om de bezoekjes aan locaties van de Lord of The Rings en The Hobbit films. Moet je kiezen tussen Noord of Zuid en ben je groot fan van deze films? Dan wil je waarschijnlijk naar Hobbiton op het Noordereiland. Wil je gewoon graag naar Nieuw-Zeeland en heb je niet zo veel met de fantasy-films? Bezoek dan het Zuidereiland.

Ook op het Zuidereiland hebben enorm veel stukken natuur gediend als filmset en wij begrijpen wel waarom. Als je uitvliegt naar het Zuidereiland, land je in Christchurch. Alhoewel de stad regelmatig met kleine aardbeving te maken heeft, werd de lokale bevolking in 2011 opgeschrikt door een beving met een kracht van 6,3 op de schaal van richter. Op dit moment zijn bouwvakkers nog dagelijks hard aan de slag om gebouwen en ook wegen te herstellen, houd daar dus rekening mee.

Aardbevingen

Onderweg van Christchurch naar het Noordelijkere Kaikoura zie je de verwoestende krachten van de aardbeving met eigen ogen. Highway 1, de snelweg tussen deze steden is pas net weer open en met open bedoelen de Nieuw-Zeelanders dat er 1 baan begaanbaar is. Hierdoor moet je om de haverklap stoppen om tegenliggers voor te laten gaan, maar de adembenemede uitzichten maken dat veel minder erg.

In Kaikoura ben je om walvissen en/of dolfijnen te spotten. Het stadje staat erom bekend en je kunt er allerlei tours boeken waarmee je het water op gaat op zoek naar de enorme zoogdieren. Oog in oog staan met een walvis is magisch en moet zeker op je to do list voor Nieuw-Zeeland. Na dit avontuur kruis je het eiland over naar de Westkust, waar zich de meeste toeristische trekpleisters bevinden. Van Oost naar West rijd je in ongeveer 3,5 uur en onderweg zie je niets anders dan hoge bergen waar jij tussendoor slingert.

Gletsjers

Aan de westkust vind je twee heel bijzondere gletsjers. Ze zijn zo bijzonder omdat ze vanuit de bergen naar een regenwoud slingeren. Een aparte ervaring voor jou want je kunt heel makkelijk door het regenwoud naar de gletsjer zelf wandelen. Het groene landschap verandert langzaam maar zeker in een ijzige massa met hoge bergen, tot je de gletsjer bijna kunt aanraken. Echt aanraken doe je alleen onder de begeleiding van een gids, die met je mee gaat als je vanuit een helikopter met speciale schoenen op de langzaam bewegende ijsstroom wordt neergezet. Deze tours zijn niet echt geschikt voor de budget-avonturier, reken maar op zo’n 450 dollar. Zelf naar de gletsjer wandelen is gratis.

Dichtbij de gletsjers vind je een beroemde Instagram-locatie: Wanaka. In Wanaka staat ‘de eenzame boom’, waar hordes toeristen zich verzamelen om foto’s te schieten. Het zou de meest-gefotografeerde boom van Nieuw-Zeeland zijn, maar je hebt toch echt inside information nodig om de #instafamous boom te vinden. Er staan namelijk geen bordjes of andere aanwijzingen in de stad. Wil je ook een foto van de boom? Probeer dan met zonsopkomst of zonsondergang te gaan, het water is stiller en de lucht neemt allerlei magische kleuren aan. Om de boom te vinden ga je naar Lake Wanaka. Aan het meer bevinden zich een aantal winkeltjes en restaurants. Als je met je rug naar deze winkels en horeca toe staat, moet je naar links. Blijf langs het water lopen en uiteindelijk vind je de boom voor jouw perfecte Insta-kiekje.

Overnachten

Vanaf Wanaka is de beroemde berg Mount Cook om de hoek. Omdat je met een camper of sleepercar reist, kun je onderweg overal slapen. Meestal mag je je auto gewoon aan de kant van de weg zetten, maar in dit gebied met toeristische attracties vraagt de overheid je te betalen voor een camping. Zo’n nacht kost je gemiddeld 20 dollar en daar krijg je dan vaak schone toiletten, een keuken en WiFi voor terug. Sommige campings hebben ook een tv-ruimte, wat een welkome afwisseling is als je in een auto woont.

Hoogste berg

Mount Cook is met 3.764 meter de hoogste berg van Nieuw-Zeeland en je loopt gegarandeerd met open mond rond in het 70.000 hectare tellende nationale park om de berg heen. Het is een van de spectaculairste natuurgebieden van het land met maar liefst negentien bergen hoger dan 3.000 meter en je vindt ook hier verschillende gletsjers. Ruim een derde van het park is het hele jaar bedekt met sneeuw.

Als je even geen zin meer hebt om te wandelen, kun je dit land ook perfect vanaf de rug van een paard of vanuit een kayak bekijken. In Glenorchy boek je de mooiste ritten door natuurgebieden die gebruikt zijn als filmsets. Als het even kan ga je ook met je paard door het water van de rivier Dart River. Nog iets sportiever is kayakken door de vele wateren van het land. Beroemd is de kayak-tocht door Milford Sound, een fjord van maar liefst zestien kilometer. De adembenemede tocht neemt je mee door het dal met steile hellingen, dat is uitgesleten door gletsjers.

Reizen in de winter

Een belangrijk detail om rekening mee te houden als je naar Milford Sound wil en in de winter reist: de weg naar het fjord wordt regelmatig afgesloten voor alle verkeer vanwege sneeuw en ijs. Of de wegen op zijn check je via www.nzta.govt.nz. Tours worden door slechte weersomstandigheden afgezegd of verplaatst. In zo’n geval krijg je uiteraard wel je geld terug. Wees niet bang om in de winter over het eiland te rijden, er zijn minder toeristen en de besneeuwde bergen zijn prachtig. De meeste wegen zijn goed begaanbaar, maar houd rekening met wat de lokale bevolking ‘black ice’ noemt.

In Nederland zie je het ijs op de weg meestal wel liggen, omdat het wit is. In Nieuw-Zeeland is het ijs soms echter zo dun, dat het de kleur van de weg aanneemt. Dat wordt black ice genoemd en is levensgevaarlijk, omdat chauffeurs het niet zien en er dus hun rijstijl niet op aanpassen. Rijd in de winter altijd rustig, houd rekening met de weersomstandigheden en weet dat 111 het noodnummer is voor het geval dat. Wat je vooral niet moet doen is Nieuw-Zeeland vermijden in de winter, want met een sjaal en muts bij de hand maak je de mooiste reis van je leven.