De vliegtuiggeheimen die je eigenlijk niet wil weten
Op vakantie gaan is heerlijk, de reis er naartoe wordt door velen altijd als iets minder beschouwd.
Dat wordt nog een tikkeltje erger als je de sleeze and dirt te weten komt over alles wat met jouw vliegtuigritje te maken heeft. Misschien niet heel slim om dit artikel te lezen als je vliegangst hebt (en wat er nou precies allemaal waar is van de dingen die fashionbeans meldt weten we ook niet) maar leuk om te lezen is het zeker. Een kijkje achter de schermen in ‘jouw’ vliegtuig.
1. Die nieuwe oortjes? Die zijn helemaal niet zo nieuw
Volgens een medewerker van een van de fabrieken die vliegtuigoortjes produceert, zijn zelfs de oortjes die netjes in het plastic zitten niet nieuw. Volgens hem/haar worden de headphones goed schoongemaakt en daarna weer herpakt. Het idee dat jouw oortje eerder in een harig, met oorsmeer bekleed oor heeft gezeten maakt het dus wel een stuk aantrekkelijker om je eigen oortjes mee te nemen. Voortaan dus lekker afwijzen, die vliegtuigoortjes.
2. Geen enkele stoel is ‘extra veilig’
Moet ik vooraan, bij de vleugels of juist achteraan zitten als ik in de veiligste stoel van het vliegtuig wil zitten? Nou, dat maakt dus eigenlijk geen drol uit. Volgens een studie naar vliegtuigongelukken is er wel iets waar je rekening mee kunt houden: het sterftecijfer bij een ongeluk ligt op de achterste rij in het midden het laagst: 32 procent overleeft daar een vliegtuigongeluk niet. In het midden is dat 39 procent en naar voren toe wordt dat 38 procent. En natuurlijk is het zo dat passagiers bij de nooduitgangen de grootste kans hebben om als eerste levend uit een crash te komen.
Echter – voordat je altijd maar de achterkant van het vliegtuig pakt om te gaan zitten – bij deze onderzoeken wordt geen rekening gehouden met de omstandigheden van een ongeluk. Als je in die achterste stoel in het midden zit en de vliegtuigstaart raakt de grond en breekt af, zit je nou niet bepaald in een betere positie dan voorin. Daarom wordt geen enkele stoel als veiliger dan de ander beschouwd. En niet gevreesd: vliegen is nog nooit zo veilig geweest. De kans dat er überhaupt een ongeluk gebeurt is heel, héél erg klein.
3. Er ligt misschien wel een orgaan op armlengte afstand
Dit is geen feitje waar je echt bang van zou moeten worden, maar leuk om te delen met je medepassagier is het zeker. Zeer regelmatig deel jij je vlucht namelijk met menselijke organen. En die worden lang niet altijd in het bagageruim meegenomen. Nee, ze kunnen gewoon in een afgesloten koeler in de bagagerekken boven jouw hoofd liggen. Dus als jij zo’n koelertje ziet, kan het zo maar zijn dat daar een orgaan in getransporteerd wordt en je dus meereist met een levensreddend middel.
4. De piloot is misschien wel aan het slapen als je vliegt
Ja, je leest het goed. Piloten mogen bij sommige (buitenlandse) werkgevers zo’n 16 uur per dag aan het werk zijn: zonder pauze. Kun je het je voorstellen? En dan heb je ook nog het leven van honderden mensen in handen. Voor lange vluchten worden er dan ook twee piloten ingezet, zodat de één een dutje kan doen en de ander aan het werk kan.
Dat klinkt best prima, al blijkt uit een enquête onder piloten dat de helft van hen aangeeft onder het vliegen ook wel eens in slaap te sukkelen. Laten we hopen dat de co-pilot op dat moment extra wakker is…
5. Je moet écht opletten bij de instructies voor het zuurstofmasker
We geven het toe: ook wij letten echt niet meer altijd op als de instructies voor het zuurstofmasker worden gegeven. Maar weet je heel zeker hoe het moet? Als het antwoord hierop nee is, let de volgende keer dat je gaat vliegen dan alsjeblieft extra goed op. Mocht er namelijk daadwerkelijk iets ernstigs aan de hand zijn en de zuurstofmaskers vallen naar beneden, dan heb je slechts 15 tot 20 seconden om je zuurstofmasker op te doen zonder flauw te vallen vanwege zuurstofgebrek. Niet zo handig als je dan eerst loopt te klungelen hoe dat ding ook alweer werkt. Eenmaal op, heeft de piloot wel meer dan genoeg tijd om het vliegtuig dusdanig laag te krijgen voordat alle zuurstof op is. Gelukkig!