Erik Jonk
Erik Jonk Opvoeding 13 sep 2024
Leestijd: 3 minuten

Voorlezen aan onze kinderen, doen we dat nog? En wie doet dat dan vooral?

Moeders zijn thuis nog altijd de primaire zogeheten leesopvoeders. Daarmee beantwoorden we gelijk de een vraag uit de kop van het artikel maar. En ja, voorlezen doen we nog altijd. Anders gezegd: we stoppen onze kleuters niet met een smartphone en een YouTube-filmpje onder de wol.

Gevraagd naar wie de belangrijkste rol speelt in de opvoeding als het om lezen gaat, noemt 71 procent van de moeders zichzelf. En vaders? Veel minder: 27 procent van ‘de heren’ is daarvan overtuigd. Moeders zijn nog altijd de belangrijkste – beetje deftig woord – leesopvoeders in het gezin. Dat blijkt uit een deze week bekendgemaakt onderzoek van Stichting Marktonderzoek Boekenvak en GfK, onder duizend Nederlandse ouders.

‘Niet voorlezen, is dat erg?’

Zowel moeders als vaders doen aan voorlezen. Dat geldt met name wanneer de kinderen zelf nog niet kunnen lezen (de levensfase van 0 tot 6 jaar). Niet elke ouder grijpt natuurlijk graag naar een boek om aan hun kleintje te gaan voorlezen. Metro sprak eerder bijvoorbeeld mama Marieke. Zij vroeg in rubriek De Opvoedvraag ‘of het erg is dat voorlezen iets is wat zij voor haar kinderen nooit wil’.

Verschillen tussen moeders en vaders

Zowel moeders als vaders lezen regelmatig voor, al doen de mams dit wat vaker dan de paps. Van alle moeders met kinderen tussen de 0 en 12 jaar, leest 70 procent bijna elke dag voor. Onder vaders gaat het om 55 procent. Moeders besteden ten opzichte van vaders daarnaast ook meer tijd aan andere leesopvoedingsactiviteiten. Dat kan praten over boeken zijn of samen met hun kind naar de boekhandel of bibliotheek gaan.

Deels zijn deze verschillen te verklaren door verschillen in de eigen jeugd: vaders werden vroeger minder vaak voorgelezen dan moeders. Met de stelling ‘Ik ben zelf vroeger veel voorgelezen’ is 39 procent van de moeders het ‘helemaal eens’, versus 25 procent van de vaders. Vaders hebben daarnaast over het algemeen ook een wat minder positieve houding tegenover de leesopvoeding. Zij vinden voorlezen ten opzichte van moeders iets minder belangrijk (68 procent versus 79 procent) en ze beleven er ook minder plezier aan. 36 procent van de vaders is het ‘helemaal eens’ met de stelling ‘ik vind het zelf leuk om mijn kind voor te lezen’. Dat geldt voor 48 procent van de moeders.

Voorlezen wordt als belangrijk gezien

Door de bank genomen hechten zowel vaders en moeders veel belang aan de leesopvoeding: negen op de tien ouders vinden leesopvoeding belangrijk voor hun kind. Ook beschouwen beide ouders voorlezen en samen lezen als een van de belangrijkste ontwikkelingsactiviteiten voor hun kind. Maar dat natuurlijk niet alleen: buiten spelen en sporten worden als minstens zo belangrijk gezien.

41 procent van alle ouders zou graag meer tijd besteden aan de leesopvoeding. Ouders ervaren echter verschillende drempels om tot leesopvoeding te komen, die met de jaren toenemen. Waar 54 procent van de ouders met kinderen tot 6 jaar een of meer drempels voor de leesopvoeding ervaart, gaat het bij ouders met kinderen tussen de 6 en de 12 jaar om 70 procent.

Wat zijn die drempels dan?

Bij de belangrijkste leesopvoedingsdrempels die ouders met kinderen tussen de 6 en de 12 jaar ervaren, verwacht je er eentje ongetwijfeld. En ja, dat is de grote aantrekkingskracht van schermen (38 procent). Andere drempels om te gaan voorlezen zijn concurrentie van andere activiteiten (25 procent) en het gebrek aan leesinteresse bij het kind (25 procent). Bij ouders met kinderen tussen de 0 en 6 jaar vormen de aantrekkelijke schermpjes ook een belemmering (25 procent). Andere drempels: concurrerende activiteiten (15 procent) en een gebrek aan tijd (21 procent). Gebrek aan leesinteresse (3 procent) komt bij deze leeftijdsgroep amper voor.

Reünie B&B Vol Liefde: wie zijn er nog samen? 

Nibud waarschuwt voor onverwachte financiële tegenvaller studenten

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties