Gokt je kind? Zo ga je daar als ouder mee om
Gokken is voor minderjarigen verboden in Nederland. Toch blijkt uit ScholierenMonitor 2023 van het Trimbos-instituut dat een aanzienlijk deel van de jongeren gokt. Eén op de vijftien jongeren heeft het afgelopen jaar weleens gegokt. Hoe ga je hier als ouder of opvoeder mee om?
Vooral jongens zijn gevoelig voor online gokken, zo blijkt uit het onderzoek. Ruim één op de tien minderjarige jongens doet dat weleens. Onder minderjarige meisjes gebeurt dat minder, daar doet één op de vijftig dat weleens. Scholieren gokken vooral bij sportweddenschappen.
Gokken verboden onder de 18 jaar
Volgens Tony van Rooij, die voor het Trimbos-instituut onderzoek doet naar gokgedrag, zijn dit verontrustende cijfers. „Gokken is verboden onder de 18 jaar en jongvolwassenen van 18 tot en met 23 jaar worden wettelijk gezien als kwetsbare groep. Elke online gokker onder de 18 die gokt voor geld is er één te veel”, zo meldt de onderzoeker in een persbericht.
Naast gokken, vapen scholieren ook veel en neemt het roken niet af. Volgens het Trimbos-instituut moet het welzijn van jongeren benaderd worden vanuit meerdere kanten; ouders, leerkrachten en beleidsmakers spelen een rol. Maar hoe ga je als ouder om met een kind dat gokt en hoe kom je daar überhaupt achter?
Gesprek vanuit nieuwsgierigheid
Volgens orthopedagoog Daniëlle Goedhart-Bax begint het met toezicht houden. „Dat is sowieso belangrijk rondom social media en internetgebruik. Als je kind op TikTok zit, ga dan zelf ook op TikTok om te zien wat je kind ziet. Kijk af en toe mee over hun schouder. Niet vanuit controle of dwang, maar vanuit nieuwsgierigheid.”
Volgens Goedhart-Bax heerst er onder ouders nog te vaak een blinde vlek als het gaat om online gedrag van jongeren. „Ook al zijn ouders van nu ook met alle technologie opgegroeid. Ik zou ouders echt aanmoedigen zich te verdiepen in de nieuwe ontwikkelingen.”
‘Geen tante Bep’
Probeer daarna laagdrempelig het gesprek te openen. „Gooi eens een balletje op en vraag: ‘Heb je dat weleens gedaan?'” Voorop staat dat je je oordeel achterwege laat, zegt Goedhart-Bax. „Dat is heel moeilijk. Sta open voor het antwoord van je kind. Zorg dat je geen tante Bep wordt die zegt ‘ja, maar vroeger’. Laat los dat we niet meer in de tijd leven waarin jij bent opgegroeid, maar sta open voor een andere tijd, met nieuwsgierigheid. Een oordeel ruiken jongeren van mijlenver. En als blijkt dat ze weleens gokken, maak afspraken over hoe en wat om het te begrenzen.”
Waar het in de Scholierenmonitor gaat om jongeren die het afgelopen jaar weleens gegokt hebben, en dus niet direct verslaafd zijn, ligt verslaving op de loer. Deze ontwikkeling kan een gevaar vormen voor jongeren die al kwetsbaar zijn voor verslaving, legt Goedhart-Bax uit. „Jongeren die minder gevoelig zijn voor stress, houden meer van actie aan spanning en doen aan thrill-seeking. En dat is wat een verslaving doet: het voorziet je een shot gelukshormoon. Als je kwetsbaar bent, kan gokken hartstikke verslavend zijn.”
Gokken in sport genormaliseerd
Bovendien ontwikkelt een verslaving zich in interactie met de omgeving, stelt Goedhart-Bax, zoals de thuis- en schoolsituatie en de vrienden. Ook ziet ze gokken bij sportweddenschappen als een vorm die gokgedrag normaliseert. „Een fruitautomaat geeft echt de associatie met gokken. Maar gokken met sportwedstrijden, lijkt meer genormaliseerd. Ik kan me voorstellen dat dat aanlokkelijker is.”
Dat vooral jongens gevoelig blijken voor online gokken, heeft volgens Goedhart-Bax meerdere verklaringen. „De theorie is dat jongens zich later ontwikkelen dan meiden. Hoewel dat later bijtrekt, hebben meisjes sneller hun impulscontrole onder de knie. Jongens kunnen toch wat meer sensatiezoekers zijn. Ook wordt er gezegd dat jongens en meiden iets anders meekrijgen in de opvoeding. Het idee is bij jongens al snel ‘boys will be boys, dit hoort erbij’. Bij meiden is het toch meer: ‘Gedraag je, stel je netjes voor’.”
Professionele hulp
Zie je als ouder dat je kind een (gok)-verslaving ontwikkelt, dan is begrenzen maken niet meer voldoende, zegt Goedhart-Bax. „Schakel professionele hulp in en begin bij de huisarts. Maak bespreekbaar met je kind dat je die stap zet en deel je zorgen.”
Vanaf vandaag moet je baas bijhouden hoe je naar werk reist, zo zit dat