Femke Merel (39) stotterde als kind: ‘Een jongen nam een alarmpistool mee naar school’
Femke Merel stotterde als meisje en is daar erg mee gepest. Aan onze collega’s J/M Ouders vertelt zij haar verhaal en waarom het zo belangrijk is om hierover te praten. „Ik deed heel erg mijn best om niet gezien te worden.”
„Het schijnt dat ik als kind eerst heel goed sprak en dat ik later begon met stotteren. Dat begon toen ik naar de kleuterklas ging. Ik ben geboren in Huizen en toen ik 5 jaar was, verhuisden we naar Brandwijk, een heel klein dorpje. Daar kwam ook de verandering van school bij en de vriendjes die ik in Huizen had, en waar ik veel mee speelde, waren er dus niet meer. Vanaf dat moment is het stotteren een stuk heviger geworden.
Het begin
Het stotteren begon op mijn vierde met een beetje hakkelend praten, maar toen was nog wel duidelijk te horen wat ik wilde zeggen. Het stotteren nam daarna extreme vormen aan op de nieuwe school. Voor een groot deel had de stress bij het praten ermee te maken dat het erger werd en het bewustzijn dat ik daarin anders was dan anderen.
Je bouwt een enorme spreekangst op. Waar sommige kinderen het spannend vinden om een spreekbeurt te houden of voor de klas te staan, had ik die stress eigenlijk elke minuut van de dag in de klas. Ik was bang dat er iets aan mij gevraagd werd, dat ik iets moest zeggen of dat ik moest lezen in een groepje. Ik kon op een gegeven moment zelfs mijn naam niet meer uitspreken.
Fysieke klachten
Ik kreeg daar ook fysieke klachten van, ik had zoveel buikpijn en ik was misselijk, ik wilde niet meer naar school. Thuis sprak ik dan wel weer beter, dus ik denk dat mijn ouders voor een langere tijd niet doorhadden hoe erg het was op school. Ze merkten wel dat ik niet meer naar school wilde gaan, maar ze zagen pas echt hoe erg het was toen mijn moeder naar school ging als leesmoeder en mij voorbij zag lopen. Ik hoorde haar niet en ik liep met mijn gezicht gebogen, kijkend naar de punten van mijn schoenen, met mijn hoofd tussen mijn schouders. Op een manier van: ik wil niet gezien worden.
Dit typeert sowieso wel mijn basisschoolperiode. Ik deed heel erg mijn best om niet gezien te worden en ik was heel erg introvert. Ik vond het moeilijk om vriendinnetjes te maken, ook omdat ik mij schaamde voor het stotteren. Dat versterkt elkaar alleen maar. Ik heb toen logopedie gekregen voor het stotteren, maar het hielp niet en het gaf mij als kind alleen maar het gevoel dat ik anders was. Mijn hele jeugd stond in het teken van schaamte.
Pesten
Als je stottert, kom je ook automatisch op een verkeerde manier in de spotlights en ben je al snel het doelwit voor pesterijen, omdat je niet kunt zeggen wat je wil zeggen op zo’n moment. Ik werd op een gegeven moment ook gepest. Aan het begin had ik daar nog niet zoveel last van, want als je zo jong bent, zijn kleine kinderen nog vooral met zichzelf bezig en niet met anderen.
Maar toen ik in groep 3 leerde lezen, waren er steeds kinderen die zaten te lachen. Zij vonden het waarschijnlijk ook wat ongemakkelijk of konden het niet begrijpen, dat snap ik wel, maar toen ervoer ik al wel die schaamte, omdat er elke keer werd gelachen om mij. In de loop der jaren is het pesten erger geworden.
Alarmpistool mee naar school
Op een gegeven moment nam het pesten echt extreme vormen aan. Ik zat in groep 8 en toen was er een zoontje van een politieagent die kogels mee naar school nam en zei: ‘We gaan jou doodschieten. Straks nemen we ook het pistool mee naar school.’ En toen kwam inderdaad na een paar dagen ook het pistool mee naar school. Het was geen echt pistool, het was een alarmpistool. Dat is een pistool waarmee geoefend wordt, waar alleen een knal uitkomt. De kogels die hij meenam, hoorden daar helemaal niet in. Het was echt bedoeld om mij angst aan te jagen.
Dat alarmpistool is meteen door de leraar afgepakt toen dat in zicht kwam. De vader van dat jongetje is toen uitgebreid bij ons thuis geweest, om zijn excuses aan te bieden. Maar dit was dan de afsluiting van mijn groep 8. Hier heb ik echt nog lang last van gehad, ook in de jaren daarna. Wij zijn op een gegeven moment verhuisd, maar elke keer dat ik dat dorp inreed, kreeg ik een migraine aanval en ook reed ik jaren later nog steeds met een heel naar gevoel daarlangs. Het was heel intens en traumatisch, het heeft echt veel impact op mij gehad.
Del Ferro Methode
Op mijn twaalfde kwam mijn moeder de Del Ferro Methode tegen en toen ben ik die cursus gaan volgen. Na een intensieve training ben ik voor het grootste deel van het stotteren afgekomen. In de jaren daarna had ik alleen af en toe nog een beetje last van stotteren, het laatste restje is drie jaar geleden ook weggegaan toen Ingrid Del Ferro, directeur van het Del Ferro Instituut, mij had benaderd en mij hiermee hielp. Sindsdien ben ik er helemaal vanaf. Dit heeft mij zoveel rust gebracht.
Tot een paar jaar geleden wilde ik hier eigenlijk niet over praten, want het deed me nog heel erg veel. Ik wilde het wegstoppen, maar ik denk nu: ik ben er vanaf, ik ben zelfs Kamerlid geworden en nu lijsttrekker van Splinter. Ik ben de politiek ingegaan om een stem te zijn voor degenen die geen stem hebben of die niet gehoord worden. De mensen die geen stem hebben van zichzelf, daar ga ik voor door het vuur.
Boos
En als ik nu hoor dat aan kleine kinderen wordt verteld door logopedisten dat ze met het stotteren moeten leren leven, omdat ze er nooit vanaf zullen komen, dan maakt dat mij ontzettend boos. Hoe kun je dat tegen kinderen zeggen? Er zijn voorbeelden genoeg van mensen die er wel vanaf komen. Het is zo belangrijk om ook ouders daarover te vertellen, dat ze zich er niet bij neer moeten leggen.
Geloof dus niet dat je kind met het stotteren moet leren leven, maar dat hij of zij er echt vanaf kan komen. Let vooral goed op je kind, blijf communiceren en gooi die deur niet dicht. Ga ook niet goedbedoeld zelf de therapeut uithangen, maar ga samen naar een specialist om te kijken of je kind er al aan toe is om van het stotteren af te komen. Het is het zeker waard.”
Het ontstaan van stotteren
Ingrid Del Ferro is zo’n specialist en directeur van het Del Ferro Instituut. Zij geeft graag nog wat toelichting over het stotteren.
„Het is bijna nooit zo dat wanneer kinderen beginnen met praten, ze direct gaan stotteren”, vertelt ze. „Stotteren ontstaat vaak tussen het tweede en zesde levensjaar, waarbij het dan nog vaak ontwikkelings-stotteren is. Dan zoeken kinderen naar woorden en de coördinatie tussen spreken, ademen en articulatie vergt nogal wat oefening.
Dat ontwikkelings-stotteren gaat soms wel weer weg, maar meestal zien we dat kinderen blijven stotteren, waarbij het stotteren rond het vijfde/zesde jaar alleen maar heviger wordt. Dan nemen kinderen bijvoorbeeld veel pauzes in hun zinnen, trekken grimassen om het er maar uit te pushen of ze worden veel stiller, omdat ze bang zijn om weer te gaan stotteren.
Leren ermee omgaan
De algemene opinie en overtuiging binnen de logopedie is dat het stotteren bij een kind hoort en dat hij moet leren om ermee om te gaan. Dat is vaak ook wat kinderen bij logopedie te horen krijgen: ‘Omarm het stotteren, leer het te accepteren..’
Bij Del Ferro hebben wij een andere visie. Niemand hoeft te leren leven met het stotteren. Iedereen kan van het stotteren afkomen. Het is wel belangrijk dat kinderen het besef hebben dat ze stotteren en gemotiveerd zijn om er vanaf te willen komen. Als ze dat hebben, dan zijn ze klaar om van het stotteren af te komen.”
Deze twee kenmerken zijn essentieel voor een stabiele relatie, volgens psycholoog