Judith (38) kreeg na 9 jaar een nakomertje: ‘Ik heb dagenlang gehuild’
Met een zwangerschapstest van 9 jaar oud, waarvan de houdbaarheid allang verstreken was, kwam ze erachter. Na negen jaar kregen Judith en haar man een nakomertje. „Toen het langzaam tot me door begon te dringen, heb ik dagenlang gehuild. Ik wilde dit niet. Ik wilde niet nog een baby”, vertelt ze.
„Toen ik 23 was, ben ik heel bewust jong aan kinderen begonnen. Mijn man en ik schelen 10 jaar. Hij wilde niet te oud vader worden. En, zo dachten we ook, als de kinderen dan uiteindelijk op eigen benen zouden staan zouden we zelf ook nog redelijk jong zijn om samen weer van alles te ondernemen en bijvoorbeeld reizen te maken. Met drie kinderen was ons gezin compleet. Ontzettend leuk, maar ook druk zat om alle ballen in de lucht te houden.
Over datum en overtijd
Op tweede pinksterdag in 2021 besloot ik een zwangerschapstest te doen. Vraag me niet waarom, maar deze had ik nog in mijn nachtkastje liggen van toen ik 9 jaar terug er twee tegelijk had gekocht. De houdbaarheidsdatum was inmiddels al lang verstreken. In de week voorafgaand had ik me al eens vluchtig afgevraagd hoe lang het was geleden dat ik voor het laatst had gemenstrueerd. Ik hield het nooit zo precies bij maar kon het vaak wel achterhalen.
Maar op die tweede pinksterdag toen ik ’s ochtends wakker werd, besloot ik na te gaan wanneer ik nu ongesteld was geweest. Al terugrekenend kwam ik tot de conclusie dat het inmiddels al een week of 6 geleden geweest moest zijn. Toen de test uitwees dat ik zwanger was kon ik het niet geloven. Het drong niet echt tot me door. Ik was met de test de badkamer in gedoken zonder het mijn man te vertellen. Ik zou tenslotte toch niet zwanger zijn. Dus toen ik de zwangerschapstest onder zijn neus duwde dacht hij in eerste instantie dat het een corona test was. Dat kan niet, zei hij. Nee, dat klopt zei ik, we doen gauw de test weer weg en er is niets aan de hand.
Moeilijk te accepteren
Zo werkte dat helaas niet. Later in die week toen ik nog steeds niet ongesteld was geworden, kwam het besef steeds meer. Toen het langzaam tot me door begon te dringen, heb ik dagenlang gehuild. Ik wilde dit niet. Ik wilde niet nog een baby. Onze kinderen waren de eerste jaren heel moeilijk met slapen. Bij de oudste hebben we uit ellende regelmatig de stofzuiger naast zijn bed gezet om hem in slaap te krijgen. Jarenlang heb ik ’s nachts bij de bedjes van de kinderen gestaan. Deze periode wilde ik niet graag nog eens meemaken.
Inmiddels had ik in de afgelopen jaren een fijne balans gevonden tussen werk, opvoeding van de kinderen, afspraken met vrienden, tijd voor elkaar als stel en veel sporten waar ik helemaal mijn ei in kwijt kon. Zou ik alles weer moeten opgeven? Dat wilde ik niet. Ik vond het zo moeilijk te accepteren dat mijn leven deze wending zou krijgen. Het zou ook niet voor even zijn. Nee, dit nakomertje zal er altijd met een gat van 9 jaar achteraan hobbelen.
Schuldgevoel
De eerste weken kon ik me nog verschuilen achter het idee dat ik een miskraam kon krijgen. Ik voelde me schuldig om het feit dat ik dit soms stiekem hoopte. Er zijn mensen die heel graag kinderen willen krijgen, maar waar het niet lukt. Of bij anderen die verdriet hebben, omdat ze een kindje moeten missen. Maar toen we bij de verloskundige voor de tweede keer het hartje heel krachtig hoorde kloppen, zei de verloskundige: „Ja Judith, dit kindje wil er gewoon zijn. En het komt in een warm nest”. Met andere woorden: het is écht, accepteer het nu maar. Maar dit proces heeft de hele zwangerschap geduurd.
Om de zoveel dagen schoten me er heel veel ‘oh ja’s’ te binnen. Oh ja, dan moeten we weer een traphekje, Oh ja weer een stoeltje voorop de fiets. Of als ik langs het zwembad reed: „Oh nee weer jaren bij de zwemles zitten!” Ik ben bewust op babyafdelingen van kledingzaken gaan rondneuzen om te kijken of er weer een gevoel naar boven zou komen bij het zien van schattige babykleertjes, maar hoe ik mijn best ook deed, dat gevoel kwam de eerste maanden niet.
Maar naarmate de zwangerschap vorderde, kwam dat gevoel er gelukkig wel. Vanaf het moment dat je de baby voelt bewegen begint die band echt wel te groeien. Ik kon me er alleen niet echt een voorstelling van maken hoe het zou zijn om weer een baby in huis te hebben, in ons huidige gezin. Een nakomertje: dat was iets waar ik me niet op kon voorbereiden.
Fysiek zwaar
Toen ik drie maanden zwanger was, hebben we de kinderen op een zaterdagochtend bij elkaar geroepen om het ze te vertellen. Ik liet ze de echo zien en vroeg aan ze of ze wisten wat dit was. Mijn dochter riep gelijk: krijgen jullie een baby?! Toen we dit bevestigden, waren ze alle drie gelijk heel erg enthousiast en dolblij. Daar waar wij nog aan het idee moesten wennen, accepteerden zij dit meteen. Het was een enorme opluchting voor ons dat ze het nieuws zo opnamen. Hier kon ik van leren en vanaf dat moment ging het voor mezelf ook makkelijker en begonnen we met zijn vijven steeds meer uit te kijken naar dit nakomertje. Achteraf gezien begon hier al de verbinding die de baby in ons gezin kwam brengen.
Ik sport veel en heb alle zwangerschappen altijd zonder veel moeite doorstaan. Bij alle vier de zwangerschappen ben ik tot zo lang mogelijk blijven doorgaan met sporten. Toch voelde deze zwangerschap fysiek zwaarder. Ik was tenslotte alweer 9 jaar ouder. Zo ben ik bij de andere drie kinderen nauwelijks misselijk geweest, maar bij deze zwangerschap had ik het in het eerste trimester flink te pakken. De laatste weken van mijn zwangerschap heb ik nachten wakker gelegen en mij zorgen gemaakt over het feit of ik het na 9 jaar nog wel kon: bevallen. Wist ik nog wel hoe het moest en was ik wel goed voorbereid? Het feit dat het me drie keer gelukt is wil nog niet zeggen dat een vierde keer ook goed gaat.
De bevalling
De bevalling verliep kort en pittig. Toen ik genoeg ontsluiting had gingen we naar het ziekenhuis. Ik had flinke rugweeën, die moeilijk weg te puffen waren. Na 9 jaar dacht ik: Oh ja, dit was het weer! Hoewel ik op mijn verzoek zoveel mogelijk met rust gelaten werd, kon ik toch niet zo in mijn eigen bubbel blijven als thuis. Ik ving het grootste gedeelte van de ontsluiting op onder de douche. En alsof je lichaam het aanvoelt, kwam ik op tijd onder de douche vandaan. Op het moment dat je denkt, nu kan ik echt niet meer, is meestal het cruciale moment dat je er bijna bent. Deze laatste weeën kon ik (nauwelijks nog) opvangen in bed en toen begon de persdrang. Toen ik mocht persen is Vesper met twee keer flink persen geboren.
Overleven
Ondanks dat ik heel bewust heb kunnen genieten van dit kindje, waren de eerste maanden toch ook echt wel overleven. Het steeds schakelen van zorg voor een baby, naar schoolkind en puber vergde alles van me. En wat dacht je van de enorme berg was van zes personen, het huishouden, de kinderen helpen met huiswerk, puber ‘probleempjes’ bespreken, zaterdagochtend om half 8 bij het voetbalveld staan of je dochter helpen een spreekbeurt voor te bereiden. Dat waren allemaal dingen die al pittig waren met drie kinderen, laat staan nu met een baby erbij, een lijf dat fysiek nog moet herstellen en lichamelijk en emotioneel niet aan (nacht)rust toe komen. Ik leefde in cyclussen van 24 uur. Er was geen begin- en eindpunt van een dag. De oudste gaat ’s avonds om 22.00 uur naar bed, daarna ga je een slapeloze nacht in en ’s ochtends moet je weer paraat staan om de kinderen naar school te helpen.
De eerste weken lukte het me allemaal, maar al snel raakte ik uit balans. Ik voelde me lichamelijk en geestelijk volledig uitgeput. Ineens voelde dit leven niet meer vertrouwd. Ik begon me met regelmaat zenuwachtig te voelen, ik zag bepaalde vanzelfsprekende activiteiten in ons gezin ineens niet meer zitten of ik kon in een drukke stad ineens overspoeld worden door de hoeveelheid prikkels die op me afkwamen. Daarnaast bleef Vesper een flinke nachtbraker en slaapt hij nu na een jaar ook nog steeds niet door.
Gezegend
En toch kan ik ook zeggen dat ik dwars door deze moeilijke periode echt heb genoten van de komst van dit jongetje, van ons nieuwe gezin. Omdat we inmiddels ervaring hebben dat de tijd écht snel gaat hebben we heel bewust overal foto’s en filmpjes van gemaakt. Omdat we weten dat bepaalde dingen niet meer terugkomen. Als je kind eenmaal kan lopen, zal je het al snel nooit meer zien kruipen. Dat zijn dingen waar we dus echt heel bewust bij stil staan, in ons opnemen en van genieten.
Als mijn kinderen uit school, de sportclub of ergens anders vandaan komen gaan ze bij thuiskomst stuk voor stuk direct op zoek naar hun kleine broertje. Zelfs de puber van 14. Het is een teleurstelling voor ze als hij in bed ligt. Vesper klapt dan in zijn handjes van blijdschap als hij ze weer ziet. Of als de kinderen pakkertje met elkaar spelen door achter hem aan te kruipen, dan schatert hij het uit. Telkens als ik dat zie doet mijn hart een vreugdedansje. Echt, elke keer als ik die liefde voor elkaar zie, dan voel ik mij zo’n gezegend mens.
Verbinding
Voor die tijd had ik diep van binnen een knagend gevoel dat de harmonie in ons gezin ontbrak. Het leek er vaak op dat het ieder voor zich was. Er was altijd een ruzietje hier of daar, altijd wel een van de kinderen die dwars lag op de momenten waarvan ik hoopte nu eens die eenheid in ons gezin te ervaren.
Soms als ik naar Vesper kijk dan vraag ik me verwonderd af, hoe is het toch mogelijk dat je bij ons bent? Ik geloof dat veel dingen niet zomaar of per toeval gebeuren. Vesper is echt een geschenk van boven.
Ik ben zo dankbaar dat het voor ons nooit een issue geweest is om het kindje in de zwangerschap weg te laten halen. God is voor ons de gever van het leven en kiest voor elk kind dat zich in de baarmoeder aan het vormen is. Ook al moest ik in eerste instantie dwars tegen mijn gevoel in deze weg bewandelen. Het bleek voor mij een les te zijn dat ik niet alles in mijn leven onder controle kan houden, niet altijd kan overzien waar een situatie toe leidt. Maar God zag dat de liefde en verbinding, die Vesper in ons gezin zou brengen, precies was wat wij nodig zouden hebben en ik kan oprecht zeggen dat ik dit voor geen goud had willen missen!”
Opvoedvraag: ‘Mijn zoon (5) vraagt steeds naar de ramp in Turkije, hoe ga ik daarmee om?’