Opnieuw zwanger na zwangerschapsvergiftiging: ‘Ik had een herhaalkans van 42 procent’
Na een heftige zwangerschap waarbij Merlin (33) zwangerschapsvergiftiging opliep, vertelt ze aan onze collega’s van Famme hoe het was om opnieuw zwanger te zijn en de weg er naartoe. De wens voor een tweede kindje was groot, maar ze was bang om weer zo enorm ziek te worden, op weer een vroeggeboorte van haar baby en bang voor het lange herstelproces.
Voordat ze besloot voor een tweede kind te gaan, verdiepte ze zich in zwangerschapsvergiftiging en in de kans dat ze het weer zou krijgen en opnieuw zo ziek zou worden als de eerste keer. Er ging een wereld voor haar open en daardoor durfde ze toch de stap te nemen.
„Mijn eerste zwangerschap ging ik volledig blanco in en toen werd ik ineens heel ziek. Rond de 28 weken zwangerschap kreeg ik een hoge bloeddruk en dat ontwikkelde zich snel naar pre-eclampsie, oftewel zwangerschapsvergiftiging. Met 30 weken werd ik opgenomen in het ziekenhuis en drie weken later is Sep gehaald. Zowel hij als ik zouden beter af zijn als hij uit mijn buik was. Vaak loopt zo’n vroege inleiding uit op een keizersnede, maar het leek alsof mijn lichaam er ook klaar mee was, want uiteindelijk kon ik natuurlijk bevallen.
Het medicijn dat je krijgt bij zwangerschapsvergiftiging maakte me heel suf
Sep heeft nog 4,5 week in het ziekenhuis gelegen waarvan 1,5 week in de couveuse. Daarna mocht hij in een warmtebedje. Toen hij uiteindelijk zonder sonde kon, mocht hij mee naar huis. Zelf mocht ik al 1,5 week na de bevalling naar huis. Het was zwaar om niet met een gevulde maxi-cosi thuis te komen en een lege babykamer te zien. Ook zagen we kindjes komen en gaan in het ziekenhuis. Dat je eigen kind dan steeds moet blijven is heel pittig.
Bovendien was ik zelf nog herstellende. Voor de ernstige vorm van zwangerschapsvergiftiging die ik had, kreeg ik magnesiumsulfaat. Dat beschermt je hersenen tegen insulten door de pre-eclampsie. Het medicijn maakte me heel suf, zelfs maanden later voelde ik me nog steeds niet alert. Als ik veel prikkels had gehad, moest ik daarna in een donkere kamer gaan zitten om weer bij te komen. Het heeft een jaar geduurd voordat ik het gevoel had dat ik mezelf weer een beetje was.
Wens voor een tweede kind
Omdat mijn man en ik nog een kinderwens hadden, las ik heel veel over zwangerschapsvergiftiging. Ik kwam terecht bij een arts in Maastricht die preconceptionele consulten houdt. Daarbij wordt al voor de zwangerschap onderzocht hoe groot de kans is dat je weer ziek wordt of weer een vroeggeboorte krijgt. Ik zou een herhaalkans hebben van 42 procent, bleek uit de onderzoeken. Heel lang durfde ik daarom niet voor een tweede kind te gaan. Ik wilde dit niet nog een keer doormaken.
Succesverhalen van moeders die ook zwangerschapsvergiftiging hadden
Uiteindelijk werd de wens voor een tweede kindje toch groter dan de angst. Ik wist beter wat er kon gebeuren en ik zou dit keer goed in de gaten worden gehouden bij het transmuraal vrouwen dagcentrum in Maastricht. Het maakte de angst niet minder, maar het heeft er wel voor gezorgd dat we voor een tweede kindje durfden te gaan. Om met het volste vertrouwen deze zwangerschap in te gaan, zocht ik naar positieve succesverhalen van vrouwen die eerder zwangerschapsvergiftiging gehad hadden. Dat viel erg tegen. Het waren vooral negatieve verhalen en die hielpen natuurlijk niet. Dat is ook de reden dat ik mijn verhaal doe, want ik heb wél een goede zwangerschap gehad na een zwangerschap met pre-eclampsie.
Goed in de gaten gehouden
Ik werd tijdens mijn tweede zwangerschap heel goed in de gaten gehouden in het ziekenhuis in Maastricht. Vier keer kreeg ik een follow up: een uitgebreid onderzoek. Bij 12, 16, 20 en 30 weken zwangerschap. Met twaalf weken zagen de artsen al dat een van mijn aderen naar de placenta toe vernauwd was. Dit kan de aanleg van de placenta hinderen, waardoor je meer kans hebt op een dysmatuur kindje, zoals mijn eerste zoontje Sep. Dit is een van de kenmerken van pre-eclampsie. Wanneer ik deze follow up dus niet had gehad, was mijn zwangerschap misschien ook niet zo positief verlopen. Hiervoor kreeg ik dan ook medicijnen, zodat Faas in ieder geval goed kon groeien. Bij Sep zag je de groei op een gegeven moment afbuigen en dat bleek ook wel: bij zijn geboorte bij 33 weken woog hij 1970 gram en was hij slechts 36 centimeter.
Ook slikte ik bètablokkers die mijn hoge hartslag en bloeddruk verlaagden. In rust bleek mijn hartslag namelijk al erg hoog. In mijn geval kwam dat waarschijnlijk omdat mijn hart heel hard moest werken voor de zwangerschap. Mijn aderen vernauwen zich sneller en dat kost mijn lichaam dan dus meer energie. Door de medicijnen en omdat ik zo goed in de gaten werd gehouden, ben ik deze zwangerschap niet ziek geworden. Dat ik de 33 weken haalde, was echt een mijlpaal. Ons doel was om de 36 weken te halen en ook toen ging het nog hartstikke goed. Uiteindelijk kwam Faas spontaan met 38 weken.
Eindelijk vonden we die roze wolk
De bevalling was een wereld van verschil. Mijn eerste bevalling is me totaal overkomen: ik was er mentaal niet bij en heb niet zelf keuzes kunnen maken. Nu begonnen de weeën spontaan met precies 38 weken. Ik had me veel ingelezen en een bevalplan opgesteld en ik had het gevoel de regie in handen te hebben. Ik hoopte erg op een rustige bevalling, maar nadat mijn vliezen braken, was Faas er een uurtje later. Alles ging goed met hem én mij. We moesten vanwege mijn medicijnen en de kans op pre-eclampsie ná de bevalling 24 uur blijven ter observatie maar daarna mochten we samen naar huis.
Vooral ook het herstel daarna vond ik een verademing. Ik voelde me sterk, zowel fysiek als mentaal en had een normale kraamweek met kraamzorg, terwijl we allemaal gezond thuis waren. Ik kende de roze wolk niet, maar die heb ik nu gelukkig wel ervaren.”
Opvoedvraag: ‘Mijn zoon (6) is te dik, wat kan ik hieraan doen?’