‘Mijn borstvoedingsavontuur is niet zo gelopen zoals ik het had bedacht en gewild’
Columnist Japke Janneke (31) is dol op hardlopen en wielrennen én is moeder van zoontje Len (9 maanden). Samen met haar vriend Kai woont ze in Haarlem. Voor onze collega’s van Famme schrijft Japke Janneke iedere twee weken een eerlijke column over alles waar ze tegenaan loopt in het moederschap. Die column plaatsen we ook hier.
„Toen ik net zwanger was, zei ik het nog zo stellig. ‘Ik ga borstvoeding proberen, maar niet tot frustratie aan toe. Als het niet gaat, stop ik er gewoon mee. Flesvoeding is ook helemaal oké.’ Dat liep toch even anders.
Hoe kan het toch dat het zo anders voelt als je jouw kindje in je armen hebt? Zijn het de hormonen? Is het je moederhart? Onzekerheid? Een (sociale) druk vanuit de omgeving? Of toch wat je online ziet en leest?
Het leed dat kolven heet
Mijn borstvoedingsavontuur is in ieder geval niet zo gelopen zoals ik het had bedacht en uiteindelijk gewild. In de eerste instantie kwam dit doordat ik dus niet bij mijn vooraf gestelde plan kon blijven. Die frustratie kwam namelijk wel, het heeft me bloed, zweet en tranen gekost om de productie op te bouwen en uiteindelijk de knoop doorhakken om te stoppen, leek onmogelijk. Ik voelde me op dat moment de slechtste moeder op aarde. Het besluit maken duurde daardoor ook te lang. Die onzekerheid, de hormonen en negatieve gedachten zaten me constant in de weg.
Moeilijke kraamtijd
Mede door mijn postpartum-psychose hadden we een moeilijke kraamtijd en start met Len. Daarnaast was Len zelf ook heel vermoeid van de zware bevalling en dronk hij niet goed uit mijn borst. Het kostte hem gewoonweg veel te veel energie. Hierdoor besloot ik te gaan kolven en de melk via een flesje aan te bieden. Mijn productie kwam eigenlijk ontzettend goed op gang. Daarnaast dronk Len goed uit de fles en dit leek dus best een goed systeem. Althans, dat dacht ik. Want meerdere keren per nacht eerst kolven en dan vervolgens alles in een fles aan Len aanbieden, kost simpelweg twee keer zoveel tijd. Wanneer Len eindelijk zijn fles op had, kon ik alweer bijna de kolfapparaten gaan aansluiten voor de volgende sessie. Dit schoot niet op. Daarnaast was ik iedere dag bang dat ik niet genoeg melk zou produceren. Hierdoor kreeg ik stress en dat is wel het laatste waar je borsten gelukkig van worden.
Verder was mijn lichaam ook verre van gezond. Door de mentale klachten tijdens mijn zwangerschap was het niet gelukt om aan te komen. Netto bleek ik dus afgevallen en dit hakte er behoorlijk in. Na de psychose ging het lichamelijk nog minder goed met me en moest ik met een ondervoed lichaam mijn kind gaan voeden. Zelf aankomen in gewicht en tegelijkertijd borstvoeding produceren is praktisch onmogelijk. Het vergt zoveel energie en dat had mijn lijf zelf al nodig om overeind te blijven op dat moment. Geen goede combinatie dus.
Kolven in het openbaar
Na ongeveer een maand borstvoeding geven, trok ik het niet langer. Het was zowel lichamelijk als mentaal ontzettend zwaar voor mij. Tevens was ons systeem helemaal niet praktisch en fijn. Doordat Len niet aan de borst kon drinken, moest ik bijvoorbeeld altijd en overal mijn kolfspullen meenemen. En hoewel borstvoeding geven in het openbaar gelukkig steeds vaker gebeurt en normaal is, lijkt kolven in het openbaar toch best raar te zijn. Daarnaast had ik altijd een stopcontact nodig, dus even kolven langs de snelweg zit er dan weer niet in. Natuurlijk is kolven een heel handige en fijne manier om borstvoeding te blijven geven, bijvoorbeeld als je weer aan het werk gaat of als je even een avondje uit wilt. Maar als je alleen maar kunt kolven en je kindje niet uit je eigen borst drinkt, is het hele romantische en fijne beeld van borstvoeding ook wel verdwenen.
Waardoor ik stoppen met borstvoeding dan toch zo moeilijk vond? Mijn productie was goed op gang en alle voordelen van de borstvoeding bleven maar in mijn hoofd zitten. Len kreeg zo fijne antistoffen van me mee. Het was toch veel beter voor zijn weerstand? En online vond ik zo nog honderd redenen om maar niet te hoeven denken aan een alternatief. Toch ging het op een gegeven moment niet langer. Fysiek en mentaal was ik uitgeput. Hoelang ging ik dit nog volhouden? Op een gegeven moment gaf het idee van niet meer hoeven kolven mij rust. Het leek me zo fijn als ik gewoon een flesje kon maken zonder eerst zo’n hele sessie te moeten doen. Ik was stiekem ook jaloers op moeders die hun kind al flesvoeding gaven. Na veel praten met mensen om me heen en een aantal huilbuien, was het hoge woord eruit. Ik ging stoppen.
Afbouwen
Omdat ik ‘slechts’ een maand borstvoeding had gegeven, was het afbouwen gelukkig zo gepiept. Na een paar dagen was de stuwing in mijn borsten al weg. Toen de knoop was doorgehakt, viel er een last van mijn schouders. Het bleek de beste keuze ooit. Het gaf mij mentaal en fysiek veel rust, maar ook Len leek er heel goed op te gaan. Hij groeide ineens een stuk beter op zijn lijn. Daarnaast sliep hij al goed, maar ook sneller doorslapen is een heel groot voordeel van de flesvoeding. Na acht weken sliep hij voor het eerst door en dit is nooit meer anders geworden.
Borstvoeding geven is een hot topic onder zwangere vrouwen en moeders. Er zijn zoveel meningen, inzichten, ideeën en gedachten hierover. Iedereen heeft zijn eigen verhaal. Tegen alle (aanstaande) moeders wil ik dan ook graag zeggen: volg je gevoel. Natuurlijk is het fijn om vooraf te bedenken wat je zou willen. Ga je borstvoeding proberen? Of juist niet? Het kan echter zo anders voelen als je eenmaal moeder bent. En ook dat is oké en hoort erbij. Je moederhart weet precies wat goed is voor je kindje, maar vergeet hierin ook jezelf niet. Jouw kindje heeft het meest aan een moeder die in de eerste instantie ook goed voor zichzelf zorgt. Daar groeit je kindje pas echt van.”
‘De verwerking van de heftige kraamtijd met een postpartum-psychose kost tijd’