#286 ‘Het is duidelijk dat mijn hoofdredactrice not amused is…’
Maud en Gio moeten oud en nieuw noodgedwongen op straat doorbrengen, omdat de sfeer op het feestje waar zij waren nogal bedorven was vanwege een boze buurman. Op nieuwjaarsdag bespreekt Maud de geldzorgen van haar vader met haar broertje. Dan staat Gio op 2 januari met een ontbijt op bed voor haar neus. „Maud… het is 2 januari en… we zouden na 1 januari een keuze maken over onze samenwoonplannen. Ik was benieuwd of je er al over nagedacht hebt..?”
De kogel is door de kerk: ik ga wéér verhuizen. Na een lang gesprek met Gio kwamen we tot de conclusie dat het voor het kindje (en voor onze portemonnee) straks beter is als we gaan samenwonen. Maar waar ik in het verleden vol plezier uitkeek naar het samenwonen, kan ik nu niet zeggen dat ik er echt zin in heb.
Met buikpijn tik ik de volgende dag een mail naar de eigenaar van het huis waar ik woon. Ik heb nog niet eens de kans gehad het helemaal naar smaak in te richten en moet nog maar hopen dat ik eruit mag, aangezien ik er nog maar zo kort woon. Ik duim stiekem dat het misschien niet mag, maar krijg al binnen een half uur een mail terug dat het geen probleem is omdat er toch zo nieuwe huurders zijn. Ik krijg alleen mijn borg niet terug. Top, dat kan er ook nog wel bij…
Omdat het allemaal zo snel gaat, moet ik eind deze maand het huis al uit zodat de eigenaar het zo spoedig mogelijk kan verhuren. Als ik mijn laptop dichtklap en om me heen kijk, rollen de tranen over mijn wangen. Alleen al bij het idee dat ik deze hele boel wéér moet gaan verhuizen, zakt de moed me in de schoenen. Snikkend bel ik mijn moeder op, die me geruststelt. „Liefje, ik snap je zorgen, maar deze keer is het misschien handiger als we een verhuisbedrijf voor je inzetten. Jij kunt moeilijk met spullen gaan lopen slepen toch?! Ik ken wel een goed bedrijf. Ik ga ze direct bellen!”
Als ik heb opgehangen voel ik me iets opgeluchter. Ik krijg in elk geval hulp en ik woon straks weer wat groter, waar ik vast heel blij mee ga zijn als de baby er eenmaal is. Gio appt me ondertussen allemaal dingen voor de babykamer. Ik reageer niet; ik word helemaal zenuwachtig van al die berichten. Ik moet nog zoveel regelen! Ondertussen moet ik ook nog twee artikelen schrijven voor mijn werk, ligt er een gigantische berg was als een soort Indoor Himalaya-gebergte naar me te staren en moet ik mijn btw-aangifte voor deze maand alvast klaarzetten. Moedeloos kijk ik voor me uit en besluit ik het enige te doen wat op dit moment goed voelt: ik kruip mijn bed weer in.
Ik word wakker omdat de telefoon gaat. Verwilderd kijk ik om me heen en zoek ik mijn mobiel. Het is 10.00 uur in de ochtend! Wow, ik heb gewoon vanaf de vorige avond in één keer doorgeslapen?! Ik zie dat het mijn hoofdredactrice is. Shit, ik had om 09.00 uur op kantoor moeten zijn! Nog half slapend neem ik op. Ik begin meteen excuses te stamelen. „Sorry, ik heb me verslapen! Ik kom NU naar kantoor!”, roep ik, terwijl ik uit bed spring en een legging en trui van de grond grijp. „Tot zo Maud”, antwoordt mijn hoofdredactrice kortaf, waarna ze ophangt. Ik voel een knoop in mijn maag. Het is duidelijk dat mijn hoofdredactrice not amused is…
Als ik even later gehaast het kantoor kom binnengelopen, zit mijn hoofdredactrice in haar kantoortje. Ze roept me direct bij zich. Zodra ik binnen ben en de deur dicht is, begint ze te mopperen. Dat het echt niet kan wat er nu gebeurt, dat ik mijn werk laat versloffen en dat ze helemaal begrijpt dat ik zwanger ben, maar dat dit zo niet langer kan.
Terwijl mijn hoofdredactrice door raast, beginnen mijn oren te suizen. Ik hoor niks meer van wat ze zegt, alleen maar geratel. Dan hoor ik „Maud? Maud, gaat het wel?!” en wordt alles zwart voor mijn ogen…
Maud (23) houdt van feesten en reizen. Ze werkt op de redactie van een tijdschrift. Ze is zwanger van haar nieuwe vriend Gio en woont weer op zichzelf in een eigen huisje vlakbij Amsterdam. Wekelijks lees je haar avonturen in een nieuwe aflevering van Nachtboek van Maud.