Maud
Maud Nachtboek van Maud 14 jun 2021
Leestijd: 4 minuten

#203 ‘Zo’n appje ben ik niet van gediend’

Maud is not amused als haar wordt meegedeeld dat Noa bij Tommy en haar komt wonen. Ja, het is zijn dochter, maar dit was niet het plaatje wat ze voor zich zag toen ze een tijdje geleden samen besloten te wonen. Ze weet niet wat ze moet doen en of ze de relatie zelfs wel in stand wil houden. Echter: als ze met hem wil praten, is Tommy al in slaap gevallen. „Ik ben gek op deze jongen en wil echt bij hem blijven, maar ik ben gewoon nog niet klaar om ook met Noa te gaan wonen…”

Geen oog dicht

Ik besluit Tommy te laten slapen en ga naast hem liggen. Die nacht doe ik geen oog dicht. Ik probeer eruit te komen hoe ik het beste tegen Tommy kan zeggen dat ik écht niet nu al fulltime een kind in huis wil hebben, zonder dat ik hem kwets. Hallo, ik ben nog hartstikke jong! Dit is de eerste keer dat ik samenwoon met iemand en opeens word ik gebombardeerd tot fulltime stiefmoeder. Wat is dit nou?!

Hoe meer ik erover nadenk, hoe misselijker ik word. Tommy heeft eigenlijk weinig keus. Als hij besluit dat hij mij mijn zin gaat geven, gaat hij zijn dochter amper zien. Geeft hij mij mijn zin niet, dan heb ik een rotleven en ga ik misschien wel pleitos. En zeggen ze niet altijd dat ouders onvoorwaardelijk voor hun kinderen gaan? Graaf ik niet mijn eigen graf als ik hem meedeel dat ik dit niet wil?

Ongemakkelijk rotgevoel

Uiteindelijk schrik ik rond 08.20 uur wakker. Blijkbaar is het mij met al mijn gepieker toch gelukt om in slaap te vallen, maar als ik naast me kijk is Tommy al weg. Het ongemakkelijke rotgevoel nestelt zich direct weer in mijn buik. Ik probeer even later te genieten van mijn ontbijt, maar het smaakt me niet. Als ik even later op werk aan kom, kan ik niet zeggen dat mijn week er beter op wordt. Cherry zit als vanouds op haar plaats en is tot nu toe de enige die aanwezig is. „Hoi!” groet ik als ik binnen kom lopen, maar ze doet net alsof ze me niet hoort. „Dan niet”, mompel ik en ik plof een paar meter verderop achter mijn eigen desk neer. Ik let erop of ze mijn kant op kijkt, maar ze blijft zo strak naar haar laptop staren dat ik bijna zou denken dat ze in trance is.

Ik merk dat het me zo stoort, dat ik me niet in kan houden. „Is er iets aan de hand Cherry?” roep ik, duidelijk aanvallend. Pas dan verroert ze zich. Ze werpt een blik op me, kijkt vervolgens weer naar haar laptop en zegt dan: „Nee hoor, tenzij je het hebt over het feit dat je mijn werkzaamheden niet kunt waarderen. Zo’n appje als je me laatst stuurde, daar ben ik niet van gediend. Ik weet niet hoe het kan dat jij zo’n prutstuk inlevert, maar beticht me er niet van dat ik lieg. Het stikte van de fouten. Een ander de schuld daarvan geven vind ik zwak Maud, heel zwak. En ik houd niet van zwakke mensen.”

Ik pik dit niet

Mijn mond valt open van verbazing. Dat ze mijn stuk saboteert is tot daaraan toe, maar nu gaat ze mij er ook nog eens van betichten dat ik lieg?! Met de korte nacht als een zware deken die op me drukt en de spanning van datgeen wat ik tegen Tommy moet zeggen in mijn lijf, knapt er iets in me. Ik pik dit niet. Ik sta op, loop naar haar desk toe en ga dreigend naast haar staan. Ze kijkt op, met één opgetrokken wenkbrauw, maar verroert verder geen vin. Dan barst ik los. „Luister dametje. Jij kunt wel denken dat je me te slim af bent met dit soort rare fratsen, maar ik ben niet bang voor jou en het feit dat je hier langer zit dan ik”, sis ik. „Dat is namelijk geen kunst! Ga lekker iemand anders proberen weg te werken, of beter nog: houd je gewoon koest. Ik ken mijn plaats en kom hier niet om jouw baan in te pikken of iets dergelijks. Je gedrag is nergens voor nodig.”

Zonder haar reactie af te wachten been ik weg naar de koffieautomaat. Zo, dat zal haar leren. Of zij hier nou langer zit dan ik kan mij niet schelen. Terwijl ik dat denk, app ik mijn hoofdredactrice of ik binnenkort met haar kan zitten over mijn eerste maand. Ik ben benieuwd wat zij vindt van zo’n vervelende stoorzender op de redactie. The game is on.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.