#199 ‘Iemand zit hier de boel te saboteren!’
Maud vindt de luxe van haar nieuwe woning heerlijk, maar het feit dat Noa (het kindje van Tommy) haar hele make-up stash kapotgemaakt heeft iets minder. Als Tommy voorstelt om de make-up te vergoeden, geeft Maud een sneer dat hij het allemaal lekker makkelijk kan betalen, maar dat het voor Maud anderhalve dag werken is. En dan blijkt ook nog dat Noa langer blijft logeren…
Ik kon het moeilijk weigeren. Noa is Tommy’s dochter, maar diep in mijn hart vind ik het helemaal niet chill dat deze kleuter nog langer in huis rondloopt terwijl ik nog niet eens mijn plekje heb weten te vinden. Ik ben nog niet eens volledig verhuisd! „Ja, geen probleem”, mompel ik toch maar op wat Tommy meedeelt. Dan roep ik iets harder: „Ik ben er toch niet de hele week hoor Tom. Ik moet die laatste spullen nog verhuizen…”
De dagen daarna ontvlucht ik het huis zoveel mogelijk, omdat mijn hoofd bijna ontploft met Noa, het nieuwe werk, de verhuizing, studeren en Tommy. Het zorgt er wel voor dat ik aan het einde van de week al mijn spullen ingepakt heb en dat ik mij volledig kan focussen op de volgende dagen op de redactie. Daar is het leuk met Kimberley. Samen roddelen we stiekem via Whatsapp over Dewi, die elke ochtend tegen de hoofdredactrice in gaat en daar telkens meer commentaar op krijgt. Ik begin het zelfs een beetje zielig te vinden: zo gaat ze nooit een voldoende voor haar stage krijgen…
Ondertussen ben ik steeds nieuwsgieriger geworden naar Cherry. Ik heb haar slechts twee keer kort gezien tijdens een Zoom-meeting, maar als ik Kimberley moet geloven is het echt een heks. Ze verklapt dat ze persoonlijk een keer ruzie heeft gehad met haar en mij daarom waarschuwde. „Ze is zo vals. Ik kan het je niet uitleggen. Ze werkt je zo de deur uit als ze het gevoel heeft dat je een gevaar voor haar bent”, verzucht ze tijdens ons rondje wandelen buiten, wat een standaard ding lijkt te worden en wat ik stiekem onwijs leuk vind. „Echt Maud. Kijk uit!”
Als ik vrijdag weer thuiskom in het huis in Amsterdam Zuid, voel ik me uitgeblust. Tommy is niet thuis: hij is met Noa de hort op. Ik besluit mezelf te trakteren op pizza en trek een fles wijn open. Als ik op de bank plof, zie ik dat ik een berichtje heb van Cherry. ‘Hoi Maud. Het artikel dat je geplaatst hebt staat vol spelfouten. Zou je hier nog even naar kunnen kijken? Groet, Cherry.’
Ik voel een schok door mij heengaan en ren direct naar mijn laptop toe. Snel lees ik het artikel na. Het staat al vijf uur online en ik zie op Facebook dat er allemaal reacties onder staan van mensen die ook klagen over spelfouten. Ik voel mijn kop zo rood worden als een tomaat. Hoe kan dit nou?! Het is toch ook langs eindredactie geweest?! Ik kijk naar het artikel en zie inderdaad dat het stikt van de fouten. Maar dit kan ik toch niet zelf gedaan hebben?! Ik zie dat een aantal zinnen veranderd is in zinnen die ik nooit zelf zou zeggen. Langzaam maakt mijn schaamte plaats voor woede: iemand zit hier de boel te saboteren: ik heb dit niet zelf geschreven!!
Ik weet niet wat ik moet doen. Woedend app ik Kimberley wat er gebeurd is. „Zie je. Dit is precies hoe Cherry is”, appt ze me terug. Ik kan me haast niet voorstellen dat iemand zo vals zou zijn om een artikel expres fout aan te passen om mij voor lul te zetten, maar toch kan het bijna niet anders. Ik pas het artikel snel weer aan naar normaal Nederlands, maar voel me extra zuur. Hoe kan ik ervoor zorgen dat dit niet meer gebeurt in de toekomst?!
#198 ‘Ik had de eerste weken samenwonen heel anders voorgesteld’