#196 ‘Ik voel me de allergrootste kluns op aarde’
Maud woont sinds een paar weken samen met Tommy. Het samenwonen gaat goed, maar ze moet nog wel even wennen aan Noa, het dochtertje van Tommy. Uitgerekend een dag voor haar eerste werkdag bij een tijdschrift komt Noa voor het eerst logeren. Maud begint haar eerste werkdag vol zenuwen en is veel te vroeg op kantoor. Ze is als eerste op de redactie en kan het niet laten om rond te neuzen. Haar oog valt op een blaadje met aantekeningen van collega’s, die binnenkort overtallig zijn. Net op het moment dat Maud het papiertje wil oppakken, komt er iemand binnen. „Maud?”
Mijn hart bonkt in mijn keel en mijn hartslag schiet omhoog. Het zal toch niet! Op mijn allereerste werkdag word ik betrapt terwijl ik door de aantekeningen van de hoofdredacteur aan het snuffelen ben. Wie doet nou ook zoiets doms?!
Met het schaamrood op mijn wangen draai ik mij om en kijk ik gelukkig recht in het gezicht van de receptioniste.
,,Eh, ik weet niet waar je naar op zoek bent, maar kan ik je ergens mee helpen?” Het is duidelijk dat de receptioniste heel goed weet waar ik mee bezig ben en mij gewoon even op mijn plek wil zetten. Ik weet ook wel dat het mega dom was om te gaan snuffelen, maar ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen.
„Ja! Ik ben op zoek naar het wifi-wachtwoord! Ik kan het nergens vinden.” De receptioniste begint te lachen. „Het is ook spannend he, zo’n eerste dag. Maar ik heb je net nog een kaartje gegeven met alle info en het wifi-wachtwoord. Ben je die nu al kwijt?” Haar toon bevalt me voor geen meter, maar ik besef me heel goed dat ik haar te vriend moet houden. Ondertussen tover ik het kaartje uit het zak van mijn nieuwe colbert.
„Goed, ik kwam even melden dat de hoofdredactrice een half uurtje later is. De rest van je collega’s komen zo binnen druppelen. Dus ik zou je maar een beetje rustig houden.”
Een uur later heb ik mijn eerste vergadering erop zitten. Ik heb het hele weekend gezocht naar onderwerpen voor een artikel en ik dacht toch dat ik echt een leuk lijstje bij elkaar had verzameld. Maar bij elk onderwerp dat ik wilde pitchen kreeg ik te horen dat het al een keer was gedaan of ik kreeg de vraag ‘of ik misschien niet een leukere insteek wist’. Daar had ik uiteraard geen antwoord op en uiteindelijk was het uitgerekend Dewi, – de bijdehante stagiaire – die mijn artikel over ‘samenwonen tijdens corona’ van een originele insteek wist te voorzien.
Na de vergadering ging iedereen stilletjes aan het werk, terwijl Dewi mij het systeem uitlegde. Nooit gedacht dat het zo ingewikkeld kan zijn om een artikel online te plaatsen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik er nog niks van snap.
Op een of andere manier voel ik me nog niet helemaal thuis. Het voelt als een eerste onwennige schooldag. Ik stel voor om voor de redactie koffie te halen, maar tot overmaat van ramp laat ik de koffie vallen over het bureau van mijn hoofdredacteur. Natuurlijk valt de koffie net op het nieuwe boek van een bekende tv-kok. Ik weet niet waar ik het zoeken moet. Gelukkig vat de hoofdredactrice het goed op. „Niks aan de hand, ik heb zelf ook twee linkerhanden. Kijk daar staan koffie houdertjes, misschien handig om die volgende keer mee te nemen.”
Ik voel me de allergrootste kluns op aarde en vlucht naar de wc om een spraakmemo naar Tommy te sturen. Als ik uit de wc stap staat mijn nieuwe collega Kimberley daar. Ik volg haar al heel lang op social media en heb al haar artikelen gelezen. Ze heeft geen idee dat ze mijn inspiratiebron is en ik ben bang dat ze ook niet weet dat ik haar al eens eerder heb ontmoet op een feestje. Haar vriend is een bekende dj en hij heeft wel eens samengewerkt met Tommy. Maar ik ga ervan uit dat Kimberley geen idee meer heeft wie ik ben.
„Maud! Nu zie ik het, zie je wel. Ik zat al te denken Maud, Maud, waar ken ik haar nou van? Timmy, of nee Tommy! Ik heb je toen gezien op het feestje in Amsterdam-Noord. Toen feesten nog gewoon kon. Wat leuk! Nu zijn we gewoon collega’s.”
Alsof Kimberley mijn gedachten kon lezen. Of zal ze toch hebben gehoord dat ik een hopeloze spraakmemo naar Tommy stuurde? Ik had verwachtte dat Kimberley een beetje arrogant zou zijn, maar ze is allesbehalve arrogant. Ze stelt voor om tijdens de lunch samen een wandeling te maken, zodat ze mij een beetje bij kan praten.
#195 ‘Naast deze verschijning voel ik me een beetje een lompe muis’