#192 ‘Ik moet blij zijn, maar ik voel vooral veel stress’
Maud en Tommy gaan samen wonen op de Zuidas. Ze was even ‘vergeten’ dat het dochtertje van Tommy dan ook eens in de zoveel tijd bij hen komt wonen en raakte in eerste instantie een beetje in paniek. Inmiddels heeft ze steeds meer kunnen wennen aan het idee en ondanks de goedbedoelde adviezen van haar vrienden en familie zet ze haar plannen toch gewoon door. Naast een nieuw huis, heeft Maud straks misschien ook een nieuwe baan. Ze heeft allerlei sollicitaties verstuurd en krijgt ineens een mail terug van een van haar favoriete tijdschriftredacties…
Ondanks dat we in lockdown zitten, vliegt de tijd voorbij. Afgelopen vrijdag had ik dus sinds lange tijd een sollicitatie. Ik kreeg een mail van een van de redacties waar ik naar toe had gemaild. Ze zoeken iemand die online teksten voor ze kan schrijven. Het is mijn droom om uiteindelijk echt voor een tijdschrift te werken. Hoe leuk als ik straks online artikelen mag schrijven?!
Zo zat ik dus afgelopen vrijdagochtend helemaal netjes aangekleed voor een Zoom-sollicitatie met de hoofd- en eindredacteur van het blad. Zoomen is nog steeds niet echt mijn ding. Van tevoren heb ik even geoefend met een vriendin van mijn studie. Ik ben echt veel te veel gefocust op mijn eigen hoofd en houding en zit er vaak bij als een zoutzak. Ik heb dus voor het ‘echte’ gevoel maar hakken aan gedaan, zodat ik een beetje rechtop zat.
Ik had van tevoren al flink wat research gedaan, waardoor het gesprek heel soepel verliep. Vooral met de eindredacteur had ik een klik, ze was nog best jong en blijkt ook nog eens op de Zuidas te wonen (wie weet worden we wel buren). Het gesprek ging zelfs zo goed dat ik een test-opdracht heb gekregen. Ik moet drie artikelen schrijven en deze voor vrijdag inleveren. Op zich niet zo’n probleem, maar Tommy heeft ook nog als wild plan om 1 april te gaan verhuizen! Hoe dan?
Na de sollicitatie stond hij op de stoep met lekkere broodjes, prosecco, een taartje en verhuisdozen. ,,We kunnen 31 maart de sleutel ophalen en wat mij betreft kunnen we 1 april dan al verhuizen”, zei hij. Ik weet dat ik blijheid moet voelen, maar eigenlijk voel ik vooral heel veel stress. Mijn huur loopt sowieso tot eind april, ik zie het niet zo zitten om dubbele huur te betalen en ik weet eigenlijk ook niet zo goed hoe ik ineens mijn halve kamer binnen een halve week ga leeghalen. Ik heb nogal wat verzameld de afgelopen jaren. En ik heb de huisbaas ook nog beloofd om een nieuwe huurder voor te stellen. Hoe ga ik dat allemaal fiksen?
Tijdens de lunch krijg ik dan ook geen hap door mijn keel. Iets wat Tommy meteen opvalt, want normaal gesproken eet ik voor twee. Toen hij vroeg wat er aan de hand was, kon ik het niet droog houden. Tommy reageerde gelukkig heel relaxed. „Maud, doe gewoon lekker rustig aan. Ik ken je langer dan vandaag, ik zie het al helemaal voor je dat jij hier straks als een kip zonder kop het huis gaat leegmaken. Focus je eerst nou maar op die sollicitatie, dan inpakken en dan kom je naar de Zuidas toe. Zolang je maar wel komt! Ik heb echt veel zin om elke dag naast je wakker te worden”, spreekt hij mij toe.
Het gesprek met Tommy heeft echt voor veel opluchting gezorgd. Ik merk dat dat rare unheimliche gevoel weg is. Soms twijfel ik nog wel of het allemaal niet te snel gaat, maar ik kan beter genieten van alles in plaats van me druk maken om problemen die er nog niets eens zijn. Los daarvan kan ik mijn energie ook wel beter besteden, ik heb nog een to-do lijst van hier tot aan Tokio!
Afgelopen weekend heb ik bij mijn vader doorgebracht. Ik had hem al veel te lang niet gezien en hij is nog steeds helemaal in love met Patricia. Ik mag haar ontzettend en ik ben nog altijd blij dat hij van de alcohol af is. Volgens mijn vader en Patricia komt het samenwonen helemaal goed. De zoon van Patricia kende nog wel iemand die eventueel in mijn kamer wil. Hij deed nog een beetje vaag over wie het nou was, maar hij zou mij van de week even bellen. Ik ben benieuwd!
Onderweg in de trein naar ben ik alvast begonnen met een opzet voor mijn testopdracht voor het tijdschrift. In de trein kan ik altijd heel goed werken, dus ik kan die twee uur nuttig besteden. Ik zit net helemaal in een hyperfocus, als ik ineens een bekende stem hoor: „Maud, ben jij het? Mag ik naast je komen zitten..?”
Maud 191: ‘Ik heb een rotgevoel dat ik niet durf uit te spreken’