#186 ‘Ik hoef die jongen nooit meer te zien en dat mag hij weten ook’
Maud belandt nog voor een laatste keer met Joris in bed. Ze gooit alles eruit en na een goed gesprek besluit ze dat ze definitief voor Tommy wil gaan. Tommy is in de zevende hemel en moet zelfs huilen als Maud hem opnieuw verkering vraagt. Maud en Tommy gedragen zich weer als twee verliefde pubers. De rest van haar week verloopt redelijk rustig, totdat Maud in een sneeuwballengevecht ten val komt. Ze hoort een krak en voelt de pijn in haar pols schieten.
Au, deze pijn gaat door merg en been. Argh. De lach op het gezicht van Tommy is binnen no-time verdwenen, als hij ziet dat ik echt verga van de pijn.
„Sorry Maud, het zag er heel grappig uit, maar f*ck gaat het? Blijf stil liggen. Het komt goed liefje, ik ben bij je. Kom maar.” Ik weet niet of het door de pijn komt of door Tommy zijn lieve woorden, maar ik begin gelijk te huilen.
#185 ‘Wil jij mijn liefde zijn, tijdens én na de lockdown?!’
Binnen no-time staan er vier verschillende mensen om mij heen. En niet heel veel later zit ik in mijn skipak bij de Eerste Hulp van het OLVG. Ik ben kennelijk niet de enige die een misstap heeft gemaakt met de sneeuw, want het is aardig druk. Gelukkig word ik snel geholpen.
Als ik de arts mijn naam hoor roepen, schrik ik op. Die rotstem en rotkop herken ik maar al te goed. „Fredje! Wat doe jij hier?” roep ik uit. Stomme vraag natuurlijk want als iemand een witte jas aan heeft dan is de kans groot dat hij niet langs komt om mijn haar te knippen. Nog voordat hij kan antwoorden met een of ander flauw gevat antwoord roep ik snel: „Jij loopt zeker co-schappen! Leuk voor je, maar ik wil niet door jou geholpen worden.”
Ik schrik van mijn eigen woorden, maar het heeft kennelijk iets te maken met de adrenaline in mijn lichaam.
Een gebroken poot op zich is al erg genoeg, maar dat ik nou ook nog eens geholpen wordt door die rotzak, maakt het wel heel erg heftig. Fredje gaf mij een soa, heeft me weken gestalkt en een seksvideo online gezet. Ik hoef die jongen nooit meer te zien en dat mag hij weten ook. Tommy voel feilloos aan dat ik me ongemakkelijk voel in deze situatie en komt me direct ondersteunen. Opnieuw lopen de rillingen over mijn lijf.
Ruim een uur later zit ik in de Uber met mijn arm in het gips. Tommy was natuurlijk super nieuwsgierig wie deze kwal was, maar ik heb hem uitgelegd dat het verhaal nog wel een keer komt.
Ondanks mijn gebroken pols, heb ik wel een hele leuke week gehad. Tommy en ik hebben elke avond samen geslapen, lekker samen gekookt, samen boodschappen gedaan en van de sneeuw genoten. Het voelde eigenlijk een beetje alsof we samenwonen. Best gek als je erover nadenkt dat ik twee weken geleden nog bij Joris in bed lag. Joris heb ik op drie berichtjes via Instagram na eigenlijk niet echt veel gesproken.
Gister was het Valentijnsdag en ik ben eerst bij Rochella, Levi en Luca gaan lunchen. Levi deed weer poeslief en had zelfs een bos rozen voor mij gekocht. Hoe lief hij ook doet, ik kan die jongen toch nooit helemaal vertrouwen. Ik heb altijd het idee alsof er een soort geheime agenda achter zit. Zondagavond hebben Tommy en ik weer date gehad. Ik vond dat ik iets goed te maken had, dus ik heb hem als verrassing meegenomen naar een mooi hotel in Amsterdam. We hebben de hele avond films gekeken, geknuffeld en gesekst. We hadden wat in te halen. Het was even improviseren met een arm in het gips. Maar de seks met Tommy is zo anders dan met Joris. Met Joris was het veel wilder en onpersoonlijker, met Tommy is het liefdevol en intiem.
Valentijnsdag was echt een perfecte romantische cliché dag, maar toen ik vanochtend thuis kwam ging het cadeau feest nog even door. Er waren namelijk drie pakketjes voor me bezorgd: eentje van Douglas, Hunkemöller en Greetz. Het Douglas-pakketje bleek mijn lievelingsparfum te zijn en was afkomstig van mijn moeder, in de doos van Greetz zat een grote bos bloemen met afzender onbekend en in het Hunkemöller-pakketje zaten twee hele sexy rode pikante pakjes met een kaartje. „Wanneer zie ik je weer schoonheid? x J.”
Wat moet ik hier nou weer mee aan?
#184 ‘Rot avondklok: Ik wil naar huis, maar ik kan niet weg’