#177 ‘Een lockdown? Maar ik ga verhuizen!’
Maud is bij Rochella als blijkt dat zij uit huis getrapt wordt door haar huurbaas. Ondertussen zit Maud met het voorstel voor Joris in haar maag: hij kan voor werk naar Parijs, maar dan moet hij Maud vier maanden achterlaten… Ze heeft allemaal gemiste oproepen; van haar vader, van Levi, van Tommy… Wie moet ze als eerste terugbellen?
Ik besluit voor mijn vader te gaan. Die bleek niets anders dan een kletspraatje met me te willen maken. Gehaast antwoord ik dat ik het een beetje druk heb en dat ik hem later terugbel. Daarna besluit ik Levi te bellen. Die lul zou me nooit zomaar bellen, dus wellicht is het belangrijk. En ergens moet ik ook toegeven dat ik weinig zin heb om Tommy te spreken op dit moment.
‘Wil je niet samenwonen?’
„Maud!” roept Levi direct wanneer hij mij na één keer bellen opneemt. „Ik heb wellicht de oplossing! Je had gehoord dat Rochella uit huis moest toch. En jij zit maar weg te rotten in dat maffe studentenhuis van je. Willen jullie niet samenwonen? Ik heb een huis gevonden in hartje Amsterdam. Door de coronacrisis kunnen er nu geen expats in en die gozer – een vriend van mij – wil het nu voor minimaal twee jaar verhuren aan een Nederlands koppel. Of aan twee vriendinnen. Het is hartstikke groot en met zijn tweetjes moet het jullie wel lukken.”
Perplex zwijg ik een paar seconden. Ergens steekt het dat Levi mijn studentwoning maf noemt, maar ik besef dat ik me beter druk kan maken om de dingen die haar daarna heeft gezegd. Zou ik dat willen? Wil ik uit dit kamertje, waar ik zoveel leuke (en minder leuke) dingen heb meegemaakt. Waar zoveel mannen zijn blijven slapen? En waar ik niet al te veel huur voor betaal, terwijl ik hier heerlijk woon… En daar komt bij: kan ik Levi vertrouwen? Of sta ik straks ook op straat.
‘We kunnen toch kijken?’
Ik overleg een tijdje met Levi, die me het nummer geeft van zijn vriend die de woning verhuurt. Dan bel ik Rochella op. Zij loopt over van enthousiasme, maar ja… echt veel te verliezen heeft ze niet. Het is of dat, of in januari de poepluiers van Luca op straat ergens in het centrum verschonen. „We kunnen toch gaan kijken?” oppert ze. „Ik weet dat je Levi niet vertrouwt, maar hij wil ook niet dat zijn zoon op straat belandt, Maud. Hij heeft echt gezocht!”
En zo heb ik een week later net een bezichtiging gehad in een woning. En hoe gek het ook klinkt: ik denk dat ik het ga doen. Het was enorm ruim, met twee wc’s, een badkamer (met ligbad), twee aparte kamers en een kleinere kamer voor Luca. De woonkamer is zo groot als een balzaal, tenminste; als je het vergelijkt met mijn studentenkamer van 3 bij 3. Het huis voelde direct goed. Ik zag voor me hoe alles eruit zou moeten komen te zien en ook Rochella was enorm enthousiast. Met zijn tweetjes zouden we het prima kunnen betalen en het is een woning met genoeg privacy… En dus zet ik die avond nog alles in werking om het te regelen.
Lockdown
In alle haast ben ik een beetje vergeten dat Joris wellicht naar Parijs gaat. Toch lijkt hij oprecht blij voor me als ik hem bel om alles te vertellen. Als ik begin over Parijs, stelt hij me gerust. „Maudje, Parijs is niet de andere kant van de wereld. En alsjeblieft… als we elkaar nu leuk vinden, vinden we elkaar over vier maanden ook leuk toch?”
Ik grinnik en leg maar niet uit hoe snel ik soms van gedachten kan veranderen als het op mannen aan komt. Na een half uurtje bellen, zie ik een appje van mijn vader. Als ik het open schrik ik: ‘Maud, er komen nieuwe maatregelen. Het land gaat waarschijnlijk tot 19 januari op slot.’
Ik voel het bloed uit mijn gezicht trekken. Een lockdown tot 19 januari? Maar ik ga verhuizen!