#175 ‘Sinds ik het weet zit ik constant in twijfel’
Als Maud Joris uitnodigt in een hotel waar ze eigenlijk met Tommy zou verblijven, raakt ze volledig in de war. Joris heeft door dat het lonely verblijf van Maud te maken moet hebben met Tommy en probeert haar te troosten. Ze zoenen intens, maar dan laat Joris weten dat hij Maud niet zomaar appte. „Ik ben hier met een reden. Ik moet je namelijk iets vertellen…”
Zucht. Kan het nou nooit een keer gaan zoals ik in mijn hoofd heb? In plaats van romantisch vrijen bij kaarslicht in een perfect stoeipakje, zit ik met behuilde pandaogen op een stoel. Joris kijkt me schuldbewust aan. Ik probeer bij te komen van wat ik net heb gehoord, maar kan het bijna niet geloven. Hoe is het mogelijk dat elke keer als ík iemand leuk vind, het universum roet in het eten lijkt te gooien?!
Werken in Parijs
Joris heeft me net verteld dat hij voor zijn werk naar het buitenland moet. Ja óndanks de coronacrisis hebben ze hem gevraagd om vier maanden lang in Parijs te gaan werken. Niet het einde van de wereld, maar het is nou ook niet bepaald om de hoek laat ik maar zeggen. Bovendien heb ik niks met stokbrood en haat ik de Franse taal: ik heb het direct laten vallen zodra het kon, want ik kwam niet verder dan collier, croque monsieur en baguette. Het kwam erop neer dat ik niet bepaald stond te juichen toen hij me het nieuws vertelde.
„Denk je dat je het gaat doen?” mompel ik zachtjes vanuit mijn luie stoel. „Ik weet het nog niet”, zucht Joris. „Weet je wat het is Maud… Ik heb dit een paar dagen geleden gehoord en sinds ik het weet zit ik constant in twijfel. Er zijn voor mij heel veel redenen om het wel te doen. Het is werk – in deze tijd heel erg fijn! – het is een kans om nieuwe mensen te leren kennen, een tijdje in het buitenland te wonen en om elke dag zonder pardon een croissant naar binnen te werken…”
Kort grinnik ik en ook Joris kijkt me met een grijs aan. Dan gaat hij verder. „Maar er is iets wat mij tegenhoudt…” mompelt hij. „Wat dan?” antwoord ik. Mijn hart begint te bonzen en ik voel dat mijn met mascara doordrenkte wangen rood aanlopen. Gaat hij zeggen wat ik denk dat hij gaat zeggen?
„Jij. Jij houdt me tegen Maud. Ik denk… Ik denk dat ik wel iets meer voor je voel dan ik een tijdje geleden dacht.”
Ik voel mijn hart drie salto’s en een looping maken en een grote lach verschijnt om mijn lippen. Dan besef ik dat ik mezelf echt voor de gek heb lopen houden de afgelopen tijd. Ik geloof dat ik inderdaad echt verliefd ben op Joris. Ik sta op, loop naar hem toe en duw hem op bed. Hij is al helemaal in de Franse modus, want wat ik in zijn boxer zie heeft verdacht veel weg van de Eiffeltoren. Dan starten we met datgene wat een paar weken geleden ook in die badkamer gebeurd is, maar dan rustiger. En dat doen we de hele avond…
Lunchen met Rochella
De volgende ochtend heb ik afgesproken om met Rochella te gaan lunchen bij mij thuis. Ze heeft Luca meegenomen; het mannetje is al echt een mensje aan het worden. Hij kan lopen en slaat heftig met zijn hand op tafel als hij een hapje van de cake wil die ik speciaal voor de gelegenheid gehaald heb bij een schattige bakker om de hoek. Hij is al bijna 1 jaar oud, dus samen smeden we plannen voor een coronaproof birthday for the little boy. Ondertussen vertel ik over Tommy en over Joris.
„Maud, dat meen je niet! Ben je écht nog in die hotelkamer geweest met Joris? Slet!” giert Rochella het uit. Ik giechel en vertel verder. Als ik bij het onderdeel Parijs aan kom, schiet ik vol. „Misschien gaat hij dus vier maanden weg… Naar Parijs. En met die lockdown en alles is het natuurlijk ook niet mogelijk dat ik lekker een paar weekendjes Parijs boek voor ons…”
Als ik verder wil gaan, gaat de telefoon van Rochella. „Wacht even hoor Maudje, wie is dit nou weer”, mompelt ze en ze neemt fronsend de telefoon op. „Met Rochella?” neemt ze vragend op. Dan zie ik dat ze wit wegtrekt. „Wat zegt u?!”
Lees ook: #174 ‘Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan, waar ben ik mee bezig?