#162: ‘Jij moet hém dumpen voordat hij het doet!’
Maud heeft een gesprek gehad met haar buurvrouw, die de nieuwe liefde van haar vader blijkt te zijn. Ze heeft beloofd met haar vader te gaan praten om te kijken of het ook echt een relatie kan worden, maar ondertussen heeft ze vooral gedoe in haar eigen relatie. Tommy heeft doorgekregen dat er ‘iets’ is tussen haar en Kay en hangt woedend aan de telefoon.
„Ik heb helemaal niks gedaan met Kay!”, schreeuw ik door de telefoon. Feitelijk is dat juist. Ik heb fysiek niets gedaan met hem en er is ook nooit iets uitgesproken, maar ik ben wel meegelopen op het feest. Ik weet dat er een bepaalde spanning tussen ons hangt die niet te negeren is. Maar hoe kan Kay dit tegen Tommy gezegd hebben?
Ondertussen briest Tommy aan de andere kant van de lijn dat ik vanavond maar langs moet komen om ‘eens even haarfijn uit te leggen hoe dit allemaal in elkaar zit’. Ergens schaam ik me, maar aan de andere kant ben ik boos. Hallo? Hij is degene die mij de hele f*cking tijd behandelt alsof ik zijn grootste vijand ben, om alles boos wordt en nou niet bepaald gezellig was. En dan moet ik me nu gaan verantwoorden? Voor wat eigenlijk? Want ik heb dus niks gedaan. Toch durf ik Tommy niet tegen te spreken. Ik mompel dus iets van ‘best’ en hang daarna op.
Ik besef dat Tommy niet eens weet dat ik nog steeds bij mijn vader woon. Zo weinig boei ik hem dus blijkbaar de laatste tijd. Ik voel de tranen alweer achter mijn ogen prikken, maar weiger ze toe te laten. Het is ook een keer klaar met dat gejank om jongens.
Keuken schoonmaken
Ik loop het huis in, waar mijn vader net bezig is met het schoonmaken van de keuken. Het gesprek dat ik net heb gehad met Patricia gonst door mijn hoofd, maar ik heb heel weinig zin om over mijn vaders nieuwe liefde te beginnen terwijl mijn eigen liefdesleven weer eens volledig op zijn kop staat. Ik besluit dus maar om een vaatdoek te pakken en mijn vader zonder iets te zeggen te gaan helpen.
Even kijkt mijn vader me verbaasd aan, maar aan mijn hoofd ziet hij dat ik niet lekker in mijn vel zit. Hij besluit niks te zeggen en in stilte zorgen we dat de hele keuken blinkt. Af en toe is het fijn om alleen in het gezelschap van mannen te zijn; die snappen tenminste dat je soms even geen zin hebt om te praten. En dat schoonmaken werkt ook best therapeutisch… of naja. Laten we het niet te gek maken. Het is niet alsof ik straks als een poetsmarieke elke dag de ramen sta te lappen om te ontspannen.
Als ik terugreis naar Amsterdam voor mijn langverwachte gesprek met Tommy, bel ik Rochella. Ik vertel haar wat er nu weer gebeurd is. „Maud, hij is een reden aan het zoeken om boos op jou te zijn, zodat hij jou kan dumpen als jij dreigt hem dat aan te doen. Snap je wat ik bedoel? Hij wil de macht in handen hebben. Hij wil dat jíj voor hem kruipt. En als je dat niet doet, dan kan hij zeggen dat hij je niet meer vertrouwt en maakt hij het uit. Je moet hem voor zijn en hém dumpen voordat hij het doet! Voor je eigen eer!”
Ik denk na over haar woorden, maar voel een afkeer. Eer, eer… Ik wil gewoon een normale relatie zonder al dit soort klotespelletjes! „Maar ik wil helemaal niet dat het uit gaat!”, jammer ik. „Ik houd van hem, maar hij lijkt de laatste tijd zichzelf niet meer. Hij is zo onaardig en boos op alles en iedereen…”
„Maar Maud, wat wil jij dan?” vraagt Rochella me. Gek genoeg kan ik dat niet eens direct uitleggen. Ik denk een paar seconden na. „Dat het weer zo wordt als vroeger…” mompel ik. „Nou!” schreeuwt Rochella bijna. „Dan zorg je dat het weer wordt zoals vroeger! Neem een break. Laat hem zweten. Zeg hem dat je genoeg hebt van zijn gedrag en dat je een pauze wil. Dan gaat hij echt wel voor je werken hoor!”
Wandelen in de regen
Een uurtje later ben ik op de plek waar ik met Tommy zou meeten. We hebben afgesproken in het Amsterdamse Bos, bij dat ronde restaurant aan het begin van de roeibaan. Niet dat het open is: het is al wat later op de avond en het schemert en miezert. Ik heb zelf voorgesteld om even te gaan wandelen. Ik heb een paraplu mee waar ik onder sta te blauwbekken. Ik heb direct spijt van de afgesproken plek. Als ik Tommy even later aan zie komen fietsen, skipt mijn hart een hartslag. Zucht… Ik hoop zo dat wat ik ga zeggen het op den duur beter gaat maken en niet slechter.
Tommy komt naar me toe gewandeld. Zijn blik staat een beetje depressief. Niet gemeen, maar ook zeker niet vrolijk. Als hij voor mij staat buigt hij vertwijfeld naar voren. Het zou eigenlijk ook raar zijn om geen kus te krijgen: ik ben zijn vriendin! Maar het voelt onwennig wanneer ik mijn lippen op zijn wang plant. Alsof we vreemden van elkaar zijn en voor het eerst op een hele ongemakkelijke, slechte date zijn. Als je besluit te gaan wandelen in een verlaten bos, terwijl het regent op je eerste date zouden al je vriendinnen waarschijnlijk direct gaan gillen (laat staan je moeder). Maar oké, dit is mijn vriend en dit is geen slechte date. Was het maar een date… Het voelt eerder als een ontslaggesprek.
Het hoge woord
Nadat we aan elkaar gevraagd hebben hoe het gaat, valt Tommy met de deur in huis. „Maud, hoe zit het met Kay?” vraagt hij, terwijl hij verbeten voor zich uit kijkt en me duidelijk niet aan durft te kijken.
„Er is niks met Kay”, begin ik. „Althans; ik weet niet wat hij jou verteld heeft, maar er is een spanning. Daar heb ik echter niks mee gedaan, maar als het aan hem had gelegen was er wel iets gebeurd.”
Tommy begint te vloeken en mompelt iets van dat Kay ook nog wel aan de beurt komt. Ik hoor het amper, want het volgende dat uit mijn mond komt, vind ik nog veel spannender om te zeggen.
„Tommy… Ik heb niks gedaan, maar ik voel wel dat ik steeds verder van je afdrijf. Je doet de laatste tijd zo naar tegen me. Je bent gestopt met blowen en ik snap dat het lastig is, maar ik haal heel weinig lol uit onze relatie en ik heb het idee dat dat toch echt het belangrijkste is. Ik denk ehm…”
Ik haal diep adem en gooi dan de woorden eruit. „Ik wil een break.”
Lees hier de vorige aflevering van Maud: #161 ‘Maud, ik wil niet dat je tegen me liegt…’