#154 ‘Ik dacht dat je dood was, idioot!’
Maud besluit dat ze de lastige periode van haar vader ook een mooie kans vindt om hem beter te leren kennen. Ze besluiten samen te gaan kickboksen, zodat zijn vader op die manier zijn verdriet rondom de scheiding en nieuwe liefde van Maud’s moeder een beetje kan verwerken en hij tegelijk aan zichzelf kan werken. Ondertussen bezoekt Maud voor het eerst in tijden weer een (illegaal) feestje, dat Tommy organiseert in een villa ergens in Zuid-Holland. Maar Tommy besluit langer te blijven dan Maud en als zij de volgende dag nog niks heeft gehoord, begint ze zich toch wel ongerust te maken. Ze besluit zijn beste vriend te bellen en als ze opneemt belooft het niet veel goeds. „Maud, je moet niet schrikken…”
Pff… als ik eenmaal heb opgehangen kook ik zo’n beetje van woede. Er was dus blijkbaar politie op het geluid van het feest afgekomen nadat ik weg was geweest en daarom stoof iedereen de bossen in. Tommy is daarbij zijn telefoon kwijtgeraakt en eenmaal terug bij het huis had hij hem niet meer teruggevonden. Toen ik zijn vriend belde, bleek hij dus wél te liggen slapen. Blijkbaar vond hij het dus niet nodig om mij op de hoogte te stellen via iemand anders zijn telefoon ofzo? Er werd nogal lacherig gedaan en uiteindelijk hing die gast gewoon de telefoon op, zonder dat ik Tommy gesproken had. G*dver wat denkt die klojo wel niet?!
De hele dag zit ik mezelf op te vreten, als ik rond half acht ’s avonds de deurbel hoor gaan. Voor de deur staat Tommy; duidelijk nog volledig naar de klote. Zijn pupillen zijn groot, hij ziet er bezweet en goor uit en hij heeft een vaag lachje om zijn gezicht. „Mauhaaaaaud, alsjeblieft niet gaan zeuren nu!” roept hij, als hij mijn verontwaardigde blik ziet. „Niet zeuren?! Ik dacht dat je dood was, idioot!” bries ik en zonder hem binnen te laten draai ik mij om en loop ik naar mijn kamer.
Tommy komt schuldbewust achter mij aan en begint me te knuffelen. „Maud het spijt me. Ik kon je toch niet bereiken?! Mijn telefoon is dus foetsie. Lekker dan: denk je dat je alleen maar vertrouwelijke mensen uitnodigt, nakt iemand je telefoon. Maar geen stress hoor. Ik heb alles in de cloud en ik heb gewoon verder nog een oude telefoon. Wat was het fantastisch he?!”
Zó niet bewust
Als ik Tommy aankijk kan ik bijna niet meer boos zijn. Dit soort dingen gaan zó niet bewust bij hem. Het zou stiekem vreselijk onaardig zijn als ik hem dit lang kwalijk neem toch? Ik probeer hem uit te leggen dat ik het fijn had gevonden als hij via een vriend zijn telefoon even een berichtje had gestuurd via Instagram of Facebook. Dat ik in ieder geval wist wat de status was. „Ja maar Maud, daar denk ik toch helemaal niet aan? Ik was hartstikke van het padje!” roept hij verontwaardigd. Ergens kan ik het hem inderdaad niet kwalijk nemen. „Naja, zorg gewoon even dat je er de volgende keer wel aan denkt”, mopper ik nog even. „Al denk ik dat er geen volgende keer komt, of wel? Nu de politie het ontdekt heeft.”
„Oh, jawel hoor!” roept Tommy enthousiast. „Nu de regels soepeler zijn durven we het zeker wel weer aan. Volgend weekend doen we er nog eentje. Ik heb er ook fijn mee verdiend, dus waarom niet?!”
Dat weekend kwam echt sneller dan het licht. Heel de week twijfelde ik om naar het feestje te gaan, want nu de politie deze plek herkent, is de kans op een volgende keer gepakt worden natuurlijk best groot. Volgens Tommy moet ik mij niet zo druk maken, en zo sta ik dus zaterdag me wederom klaar te maken voor een illegaal feestje. Ach; als je zo lang niet gefeest heb, kan twee weken achter elkaar ook weinig kwaad. Tenminste, dat maak ik mezelf wijs.
Zonder of blikken of blozen een buisje
Een paar uur later sta ik weer tussen een groot aantal onbekende nachtvlinders in het vakantiehuis in Zuid-Holland. De sfeer is goed; zelfs een beetje broeierig. Iedereen heeft zich flink uitgedost in festivalkleding en flirt erop los. Ergens voelt het ook een beetje gekkig, omdat de meeste mensen die er zijn een koppel zijn. De drank vloei rijkelijk en ik raak aan de praat met drie meiden die op een bank aan het chillen zijn. Eén van de meiden, ze heet Sara, voel ik direct een klik mee. We kletsen erop los over wat voor werk ze doen, hoe ze hier terecht zijn gekomen en of ze bezet zijn. Net als ik vertel dat ik hier ben vanwege de dj, komt er een jongen naar haar toegelopen die haar iets geeft. Het lijkt op een buisje. Zonder blikken of blozen kust ze de jongen een paar seconden op de mond, pakt het buisje en gooit het achterover, gevolgd door een paar flinke slokken cola. „Brrrr, lekker!” roept ze lachend en ze kijkt me aan. „Wil je ook?!”
Ik kijk haar twijfelachtig aan. Dit voelt helemaal niet fijn… „Wat is het?” vraag ik nog onnozel, terwijl ik eigenlijk dondersgoed weet wat hier de rondte doet. Vandaar dat iedereen zo onwijs amicaal is…
„Ghb. Is lekker hoor!” zegt Sara zonder blikken of blozen. „Nah, als je het wil proberen, weet je me te vinden. Ik ben even dansen!”