#101 ‘Of zit je soms weer aan de coke?’
Rochella ligt dankzij Levi in het ziekenhuis. Wat er precies gebeurd is weet Maud nog steeds niet en hoe het met de baby gaat evenmin. Gelukkig komt Jessie naar het ziekenhuis om Maud en Zoë te steunen. Niet veel later wordt Maud opnieuw mee genomen door de politie. De agenten willen weten wat Maud heeft gezien van Levi en vragen haar of ze aangifte wil doen. Als Maud na een lange dag eindelijk thuis is, wordt ze opnieuw overvallen. Dit keer is het Jelle. Hij komt haar doodleuk vertellen dat hij verder gaat met Rosa. Maar ondertussen kan hij zijn handen niet van Maud af houden en voor ze het door heeft staan ze wild te zoenen.
Jelle zijn grote handen glijden langzaam onder mijn jurkje. Dit voelt fout, maar tegelijkertijd ook vreselijk goed. Ook al weet ik diep van binnen dat ik dit niet moet doen, toch ga ik door. Ondanks dat Jelle mij keihard heeft bedrogen, kan ik mezelf niet inhouden. Ik wil nog een keer seks met Jelle. Zodra ik zijn handen op mijn heupen voel krijg ik het warm, heel warm. Voor ik het weet zie ik mijn jurkje door de lucht vliegen en ook Jelle zijn kleding ligt al snel naast mijn bed. Jelle begint mij in mijn nek te zoenen en het doet me denken aan de eerste keer dat we seks hadden. En gelijk volgt er een besef dat dit de laatste keer gaat zijn… en dat idee komt zo hard binnen. Alsof ik met een derde oog de situatie beschouw en ineens door heb dat ik dit niet moet doen. In een reflex duw ik Jelle van mij af. „Waar the fuck ben je mee bezig gast?!”
Ik kruip onder mijn dekens. Ik had zelf maar wat graag nog een keer seks met Jelle willen hebben, maar ik gun het hem niet. En ik kan het ook niet. Alle woede en emoties van de afgelopen dagen komen eruit. Ik ben een vulkaan die maar niet stopt met lava spuwen.
„Wat denk jij nou? Eerst verklaar je mij de liefde. Dan sta ja met Koningsdag midden op straat te zoenen met die Rosa? Vervolgens kom je mij doodleuk vertellen dat je verder wilt met die oude toverheks en tussendoor denk je nog even bovenop mij te kunnen springen? Wie denk je dat je bent? Jij hebt het echt allemaal niet meer op een rijtje staan he Jelle? Zit je soms weer aan de coke?”
Zodra het woord ‘coke’ valt zie ik Jelle’s blik veranderen. Ik voel dat ik hem heb gekrenkt. Ik weet ook wel dat het ongelofelijk veel moeite voor hem was om te stoppen en dat ik hem niet op zijn zere plek had moeten trappen, maar ik ben er zo klaar mee. Het kan mij er niet van weerhouden om verder te gaan met mijn speech. Ondertussen trek ik mijn ondergoed aan en raap ik Jelle zijn spullen bij elkaar.
„Hoe denk je dat het voor mij is? Ik was stapelverliefd op je! Heb je enig idee hoe het is als je je geliefde ziet zoenen met een ander?” Ik kan mijn tranen niet tegenhouden. Was ik net nog een vulkaan, momenteel heb ik meer weg van een tsunami. Ik haat dat. Ik had zo graag sterk willen blijven, maar de tranen blijven komen. Precies wat ik niet wil, Jelle hoeft mij niet zo te zien. Terwijl ik verder ga met mijn geschreeuw duw ik Jelle richting mijn voordeur. Hij moet uit mijn leven.
„Je hebt het allemaal niet meer op een rijtje!”, schreeuw ik. „Zo ga je niet met mensen om. Niet met mij en ook niet met die toverheks van je. Ik ben geen gebruiksvoorwerp, ik ben, ik was je vriendin Jelle. Verdorie. Waar is je respect gebleven?” Jelle stond erbij en keek er naar. En dat maakt mij nog bozer. Had hij maar de ballen om toe te geven dat hij een eikel was. Of hij had mij vast moeten pakken en moeten troosten, een knuffel of iets? Hij stond erbij als een verloren ziel. Dit was zijn moment, het moment om te laten zien dat hij echt spijt had van alles. Maar wat doet meneer? Hij stond erbij en keek ernaar. De klootzak. „Ga je nog iets zeggen of wat?!” „Je hebt ook gelijk, het ligt aan mij Maud. Ik ben ook een sukkel. Net zoals alle andere mannen.”
Serieus. Denkt hij nou echt dat hij met deze twee k*t clichés mijn hart weer kan repareren. Misschien moet ik maar blij zijn dat ik van hem af ben. „Weet je Jelle, rot alsjeblieft op! Ik hoef je niet meer te zien.” Ik storm terug naar mijn slaapkamer en gooi de deur zo hard dicht dat er drie fotolijstjes van een plank naar beneden vallen. Alleen het fotolijstje waar een foto van Jelle en mij in zit is gebroken. Zie je, het universum geeft een teken.
Ik besluit een lauwwarme douche te nemen om de dag van mij af te spoelen. Deze dag heeft te lang geduurd. Ik voel me leeg en ik blijf het gesprek met Jelle maar herhalen. Ben ik te ver gegaan? Heb ik mezelf een sexy nacht ontnomen? Moet ik Rosa bellen? Zal Jelle echt weer aan de coke zitten? Er blijven eindeloos veel vragen door mijn hoofd spoken. Vragen waar ik geen antwoord op kan bedenken. Na mijn douche van een halfuur bel ik Jessie, om haar te bedanken voor vandaag en om haar bij te praten over Jelle. Jessie luistert aandachtig en komt dan ineens met een onverwachts voorstel uit de hoek.
„Hey Maud, ik dacht je kan misschien wel wat afleiding gebruiken,” begint ze. „Ik snap natuurlijk dat je er voor Rochella wilt zijn.. en je hebt volgens mij ook nog een herkansing, maar nou ik dacht dus…” Ik schiet ineens in de lach. Ik blijf het bijzonder vinden hoe mijn beste vriendin altijd maar weer de spanning blijft opbouwen. „Jessss, zeg nou gewoon wat je wilt zeggen!”
„Wij moeten op vakantie. Zullen we een paar dagen naar Ibiza gaan? Mijn collega heeft een appartement en die kunnen we voor een leuk prijsje huren!” Dit is een fantastisch idee. „Zon, strand, cocktails, blauw water en mijn beste vriendin. „Yes, I’m in amigo!”, roep ik uit, terwijl ik mijn laptop openklap op zoek naar tickets.
Langzaam voel ik de rust weer terugkeren in mijn lichaam. Ik ben zo toe aan een vakantie. Mijn telefoon staat op luidspreker en Jessie kletst gezellig door terwijl ik het internet onderste boven keer op zoek naar tickets. Totdat mijn telefoonscherm ineens oplicht. Een wisselgesprek. ‘Rochella’, staat er in mijn scherm. „Wacht Jess! Ik moet nu ophangen. Rochelle belt. En het is na middernacht en ze ligt nog in het ziekenhuis… Ik bel je zo.” En ik schakel snel over naar Rochella haar inkomende oproep.
„Rochella! Schat! Hoe gaat het?…”