Maud
Maud Nachtboek van Maud 8 apr 2019
Leestijd: 6 minuten

#89 ‘Ze zijn meegenomen door de politie’

Maud zit nog altijd met Rosa in haar hoofd. Wie is dat en waarom heeft ze zo’n rotgevoel bij dit meisje, dat zich constant bezig lijkt te houden met Jelle? Als ze Jelle confronteert wordt hij vooral boos over het feit dat Maud in zijn telefoon heeft gekeken. Hij vertrekt ziedend, terwijl Maud hysterisch is. Als ze daarna een gemiste oproep van Zoë, de zus van Rochella ziet, is Maud dan ook voor het eerst die dag niet bezig met Jelle en zijn misschien wel lover. Maar als Maud hoort wat Zoë te zeggen heeft, stelt het haar niet bepaald gerust… 

„Ik wist het! Ik heb het altijd al geweten. Die gore klootzak. Het voelde vanaf het begin af aan niet goed! En nu zit Rochella op het bureau! En hoe moet het nou met de baby? Maud, we moeten er heen!"

Klootzak, bureau, baby… ik hoor mijn hersenen kraken. Klootzak kan niemand anders zijn dan Levi en ik gok dat ze met het bureau op het politiebureau doelt. Dit kan niet goed zijn. Ik hoor een snik aan de andere kant van de lijn. „Gaat het?", vraag ik aan Zoë. „Nee, ik ben bang. Het gaat wel om mijn kleine zusje. Wat moeten we nou doen Maud? Jij hebt haar de laatste tijd veel gezien. Ik had er ook gewoon moeten zijn voor haar. Ik ben zo stom.”

„Wij gaan naar haar toe en helpen haar. Probeer even rustig te blijven. Ik moet eerst weten wat er is nou precies aan de hand is. Begin bij het begin.” Ik schrik wederom van mezelf. Een uur geleden was ik nog als een hysterisch rood aangelopen heksje Jelle aan het beschuldigen, en nu ben ik uiterst koel en probeer ik Zoë gerust te stellen. Het is verrassend hoe snel je af en toe kunt schakelen in situaties.

Met een hoop horten en stoten legt Zoë uit wat er vanavond is gebeurd. Rochella is na haar vertrek naar een hotel gegaan om daar te overnachten. De boeking heeft ze gedaan met de creditcard van Levi, want die gegevens stonden nog op haar telefoon en ze vond dat ze het wel verdiende (?!). Na een paar nachten kwam Levi erachter dat er een boeking was gedaan met zijn creditcard. De receptionist wist in geuren en kleuren te vertellen wie de hoofdboeker was en ‘verlinkte’ Rochella. Levi heeft haar opgezocht in haar hotelkamer en dat ging er alles behalve volwassen aan toe.

„Rochelle voelde zich niet lekker, dus ze lag op bed en Levi was haar kamer binnen gestormd. Het liep nogal uit de hand. De buren hebben de receptie gebeld want ze hoorde zoveel geschreeuw. De politie stond op de stoep en ze zijn meegenomen naar het politiebureau,” vertelt Zoë. Mijn hart staat even stil. Ik weet dat ik niet van het ergste uit moet gaan, maar ik ben heel bang dat Levi haar geslagen heeft. Weet hij überhaupt dat ze zwanger is? Ik probeer mij groot te houden voor Zoë en bewaar deze vragen voor later.

„Hoe snel kan jij in Amsterdam zijn?” Zoë is toevallig die avond in Amsterdam en we spreken af om samen naar het politiebureau te gaan. Onderweg naar het bureau vraag ik me nog wel af hoe Rochella ineens heeft bedacht om haar zus te bellen. Ik heb Rochella in die tijd dat ze bij mij woonde geen enkele keer over haar zus horen praten en het steekt me nu toch een beetje dat ze mij niet heeft gebeld. Ook al ben ik nog steeds wel een boos op haar.

Nadat we een uur hebben zitten wachten met een bakkie troost -ik begrijp nu waar die term vandaan komt, de koffie is hier is gewoon echt troosteloos -, mogen we eindelijk Rochella zien. Ze ziet er eigenlijk nog best goed uit. Wel wat moe, maar voor zover ik kan zien heeft Levi haar hopelijk niets aan gedaan. Wat er nou allemaal gaande is, blijft nog een beetje vaag. Het lijkt er op dat zowel Rochella maar ook Levi gewoon weer naar huis mogen. Het frustreert mij, want het liefst had ik Levi met eigen handen in de cel geduwd.

En ik weet eerlijk gezegd niet zo goed wat ik met deze situatie aan moet? Moet ik Rochella mee naar huis nemen? Zou ze dat willen? Moet ik met Levi gaan praten? En hoe zit het met Zoë? Het is al laat en ik wil haar ook niet alleen terug naar Den Haag laten gaan, ze lijkt nog steeds niet echt rustig. Op de wc bel ik even snel met Jessie. Volgens haar moet ik Rochella en Zoë aanbieden om in mijn huis te blijven slapen voor een nachtje. Ik kan dan bij Jessie terecht. Ergens vind ik dat moeilijk. De laatste keer dat Rochella in mijn huis was heeft ze een ravage aangericht. Jessie blijft erbij dat dat vast te maken had met de zwangerschapshormonen en doet er alles aan om mij te overtuigen. Als ik de toilet uitloop krijg ik nog een appje van mijn beste vriendin.  „Oh en niet teveel vragen stellen Maud. Bewaar al die zware gesprekken maar even tot morgen. Rochella heeft rust nodig." Wat een wijsheid.

Met lood in mijn schoenen loop ik terug naar de twee zussen. „Ik zat te denken. Het klinkt misschien gek na alle… nouja al het gedoe van de afgelopen week. Maar eh… Zoë, misschien lijkt het je wat om in Amsterdam te slapen samen met Rochella? In dat geval wil ik jullie wel mijn sleutel aanbieden. Maar eh, hou het alsjeblieft wel een beetje netjes.” Ik schrik van dat misplaatste grapje wat er ineens uit floepte en ik durf Rochelle niet aan te kijken. Tot mijn verbazing begint ze te lachen. „Sorry. Ik was als een monster tekeer gegaan hé? Zullen we morgen praten?,” zegt Rochella. Waar dit zelfinzicht vandaan komt is mij een raadsel maar ik ben al lang blij dat ze inmiddels door heeft dat ze te ver is gegaan. Rochella en Zoë nemen mijn sleutel aan en we nemen samen een Uber richting mijn huis.

Als ik even later voor mijn huis sta en mijn telefoon pak heb ik 65 (!) nieuwe appjes. Zo’n veertig appjes in mijn Work-work-work-app, in de familie app zijn allerlei foto’s gestuurd en één appje van Jelle! Door alle heisa van de avond was ik hem eigenlijk even helemaal vergeten. „Maud! Kunnen we even bellen?? xx”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.