Vrouwen die permanent hun borst verliezen bij borstkanker, zijn ongelukkiger
Vrouwen die bij borstkanker hun borst permanent verliezen, beoordelen hun kwaliteit van leven lager dan vrouwen die kiezen voor het reconstrueren van een borst of een borstsparende behandeling. Dat blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Vereniging van Plastisch Chirurgen (NVPC).
Het onderzoek in het Erasmus MC en drie ziekenhuizen, is de eerste grootschalige en langlopende studie die hier onderzoek naar heeft gedaan. De NVPC heeft de de kwaliteit van leven op de lange termijn na vier veel voorkomende chirurgische behandelmogelijkheden bij borstkanker onderzocht.
Het gaat hierbij om een borstamputatie, borstsparende operatie, borstamputatie gevolgd door prothesereconstructie en borstamputatie gevolgd door lichaamseigen weefselreconstructie. Aan het onderzoek namen bijna tweeduizend vrouwen deel die zes maanden tot tien jaar geleden een operatie voor borstkanker ondergingen.
Vrouwen met reconstructie van lichaamseigen weefsel
Bij een borstreconstructie en/of borstsparende behandeling, hebben vrouwen onder meer een betere lichaamsbeleving. Vrouwen met een reconstructie van lichaamseigen weefsel zijn het meest tevreden met hun borsten, maar zij beoordelen de algehele kwaliteit van leven hetzelfde als vrouwen met een prothesereconstructie.
Verder blijkt dat vrouwen die een complicatie hebben doorgemaakt na een borstreconstructie, een slechtere kwaliteit van leven ervaren. Het negatieve effect van deze complicaties is het grootst en houdt het langst aan voor vrouwen met reconstructie met lichaamseigen weefsel.
Complicaties komen het minst voor bij borstsparende chirurgie (16 procent), terwijl 22 procent kampt met complicaties na een borstamputatie. Bij reconstructies treden het vaakst complicaties op, 42 procent na reconstructie met lichaamseigen weefsel en 33 procent na een prothesereconstructie.
Meerwaarde borstsparende behandeling
De verschillende borstkankerbehandelingen laten geen verschil in overlevingskans zien, zeggen de onderzoekers. „Het onderzoek laat duidelijk de meerwaarde zien van een borstsparende behandeling of borstreconstructie”, zegt wetenschappelijk onderzoeker Casimir Kouwenberg. „De effectverschillen tussen de drie mogelijke behandelingen – borstsparend, reconstructie met prothese of eigen weefsel – zijn subtiel en klinisch gezien niet relevant. Er is dus niet een ‘beste’ manier om de borst te reconstrueren of te behouden. De keuze hangt uiteindelijk af van wat oncologisch en medisch veilig is en van de voorkeur van de patiënt. Het onderzoek biedt handvatten om geïnformeerd te beslissen.”
Een op de zeven vrouwen in Nederland krijgt de diagnose borstkanker.
Lees ook: Kans op overleven bij kanker afgelopen jaren gestegen