Van vaccinatie tot anticonceptie: artsen krijgen volop te maken met medische desinformatie
Medische desinformatie is een veelvoorkomend fenomeen in de spreekkamers van Nederlandse artsen. Maar liefst 85 procent van de ondervraagde artsen krijgt er mee te maken.
Dat meldt artsenfederatie KNMG op basis van eigen onderzoek in samenwerking met de NOS onder bijna zevenhonderd dokters.
Toename van medische desinformatie
85 procent van de ondervraagde artsen zegt weleens patiënten op spreekuur te krijgen die misleidende medische informatie aandragen. Bij 14 procent daarvan gebeurt dit zelfs dagelijks. De artsen zien dat patiënten adviezen overnemen die ze online vinden zonder te controleren of deze informatie wetenschappelijk onderbouwd is. Hierdoor gaan ze twijfelen aan de behandeladviezen van artsen of negeren ze deze zelfs.
De meest voorkomende onderwerpen van desinformatie zijn volgens de artsen vaccinaties, medicatie, voedingssupplementen, allergieën en anticonceptie. De medische desinformatie wordt voornamelijk verspreid via sociale media. Eerder had ook Radar een item over medische desinformatie op TikTok. Uit hun onderzoek bleek dat 40 procent van de filmpjes die zij onder de loep namen desinformatie bevat.
Bijna 90 procent van de artsen vindt de toename van medische desinformatie zorgelijk. „Medische desinformatie vormt een ernstige bedreiging voor de gezondheid. Mensen worden misleid en bewust onjuist geïnformeerd, en dat is zorgwekkend”, zegt KNMG-voorzitter René Héman. „Als artsen zien we regelmatig de gevolgen, zoals patiënten die essentiële vaccinaties weigeren, gevaarlijke zelfmedicatie toepassen of noodzakelijke behandelingen uitstellen.”
Desinformatie leidt tot hogere werkdruk
Ongeveer de helft merkt op dat de toename bovendien heeft geleid tot een hogere werkdruk, bijvoorbeeld doordat mensen sneller naar een dokter stappen omdat ze zich zorgen maken over dingen die ze op het internet hebben gelezen. Het kost artsen tijd om daar betrouwbare informatie tegenover te zetten, eventueel wantrouwen weg te nemen en overeenstemming te bereiken over de behandeling.
Een ruime meerderheid van de respondenten vindt dat de verantwoordelijkheid om medische desinformatie te bestrijden voornamelijk bij de overheid ligt. Ook zien zij een belangrijke rol weggelegd voor socialemediabedrijven en influencers. Zelf dragen ze bij door bijvoorbeeld het gesprek met de patiënt aan te gaan en te verwijzen naar betrouwbare bronnen.
Er zijn een aantal artsen die op TikTok strijden tegen desinformatie, zoals @Doktersvandaag, maar zij zijn een uitzondering. Uit het onderzoek blijkt dat 84 procent van de artsen de strijd tegen medische desinformatie niet of niet meer via onlinekanalen voert, onder andere uit angst voor bedreiging.
„Als samenleving hebben we de verantwoordelijkheid om de verspreiding van medische desinformatie tegen te gaan en ervoor te zorgen dat mensen op basis van betrouwbare informatie verantwoorde beslissingen kunnen nemen over hun gezondheid”, zegt Héman.
Hoe herken je desinformatie?
Jon Roozenbeek, postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit van Cambridge, geeft op de website van de Rijksoverheid tips om desinformatie te herkennen. Hij adviseert om jezelf de volgende zes vragen te stellen:
- Van wie is het bericht en wat is zijn of haar bedoeling?
- Waarop baseert hij of zij zich? Zijn dat feiten, meningen of aannames?
- Maakt het bericht je met angstaanjagende woorden kwaad of bang? Lijkt dat het doel van het bericht te zijn?
- Spelen macht en controle een grote rol in het verhaal? Gaat het om een samenzwering of een complot met grote gevolgen?
- Krijgt er iemand flink de schuld en is dat een bekend iemand?
- Kwam of kom je de foto’s, video’s en cijfers ook in andere, verschillende soorten media tegen?
Joost Klein treedt voor het eerst weer op sinds songfestival: ‘Dankjewel voor de liefde’