Aantal gevallen mond-keelholtekanker door HPV neemt toe
Steeds minder mensen roken, toch stijgt het aantal gevallen met keelkanker. De oorzaak? Het seksueel overdraagbare HPV (humaan papillomavirus). Maar een handjevol mensen weet dat er een verband is tussen het virus en mond- en keelkanker.
Sinds begin dit jaar startte het RIVM een inhaalcampagne om jongeren zoveel mogelijk te laten inenten tegen HPV. Het vaccin verkleint de kans op zes soorten kanker. In totaal kregen 900.000 mannen en 400.000 vrouwen dit jaar de uitnodiging om zich te laten vaccineren. Meisjes krijgen het vaccin al langere tijd aangeboden.
HPV-vaccin tegen baarmoederhalskanker
Dat het vaccin beschermt tegen baarmoederhalskanker weten veel mensen, maar het verkleint ook de kans op mond- en keelkanker. Alleen weten Nederlanders nauwelijks van het verband tussen de twee af; en dus ook niet dat het HPV-vaccin ertegen beschermt. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Femke Verhees, KNO-arts in het Maastricht UMC+.
„Vaccinaties bieden goede bescherming tegen het virus en HPV-gerelateerde kanker”, zegt Verhees in een publicatie van het Maastricht UMC+. „Maar als ouders niet bekend zijn met HPV of de gevolgen van een infectie, zullen ze minder snel geneigd zijn om hun kinderen te laten vaccineren.”
Verband onbekend bij Nederlanders
Een op de drie Nederlanders weet dat baarmoederhalskanker veroorzaakt kan worden door HPV, maar het verband tussen HPV en mond- en keelkanker is veel minder bekend. 90 procent van de Nederlanders weet dat niet.
Hoewel huisartsen wel op de hoogte zijn van het verband, kunnen ze hun kennis nog verbeteren en kan de voorlichting over het vaccin beter, stelt Verhees. Volgens de onderzoeker is het onder huisartsen ‘minder bekend dat het vaker bij mannen voorkomt en vooral jonge mensen treft’.
Goede voorlichting
Voldoende kennis over het virus is belangrijk zodat „ze patiënten die twijfelen over een HPV-vaccinatie goed kunnen voorlichten”, benadrukt Verhees. „Wanneer artsen sneller denken aan HPV-gerelateerde keelkanker kunnen patiënten in een vroeger stadium behandeld worden. Wat hun prognose verbetert”, aldus de onderzoeker.
‘Het moet voor iedereen mogelijk zijn om te screenen op erfelijke aandoening, voor zwangerschap’