Ilses kinderen prematuur geboren: ‘Soms moest ik ze even aantikken, zodat ze weer gingen ademen’
Het was donderdag Wereld Prematurendag. Jaarlijks wordt gemiddeld 7 procent van de baby’s prematuur geboren. Ilses kinderen horen bij die groep. Aan Metro’s collega’s van Famme vertelt ze haar verhaal.
Ilse (32) en haar man Akin (30) zijn trotse ouders van Logan (3,5) en Clover (bijna 2). De weg naar dit ogenschijnlijk perfecte gezin was echter voor Ilse en Akin niet gemakkelijk. Beide kinderen werden namelijk prematuur geboren, wat zorgde voor een moeilijke start en veel trauma’s.
Zwangerschapsvergiftiging
„Eigenlijk verliep mijn eerste zwangerschap al helemaal niet goed”, vertelt Ilse. „Ik was continu misselijk en medicatie hielp niet. Later begon ik ook vocht vast te houden. We trouwden toen ik 29 weken zwanger was, maar ik hield zoveel vocht vast dat de trouwring niet meer paste. Het leek een grappige situatie, maar dat was het eigenlijk helemaal niet. Ik bleek namelijk zwangerschapsvergiftiging te hebben.
Binnen een paar weken werd ik onwijs ziek en vanaf 32 weken volledig opgenomen in het ziekenhuis. Ze wilden daar mijn zwangerschap nog zo lang mogelijk rekken, maar dat lukte maar twee weken. Met 34 weken hield ik namelijk zoveel vocht vast dat ik letterlijk op knappen stond. Alles deed pijn en ik kreeg moeite met ademhalen en ook mijn bloeddruk werd gevaarlijk hoog.
Prematuur geboren
Daarom besloten ze me met 34 weken in te leiden. Om te voorkomen dat ik een eclamptisch insult zou krijgen door de hoge bloeddruk, kreeg ik magnesiumsulfaat toegediend. Dit werkte goed voor mijn bloeddruk, maar had ook veel bijwerkingen. Ik voelde me dood en doodziek, vaak kon ik mijn ogen niet eens openen. De bevalling duurde uiteindelijk twee dagen, het was hels, maar toch lukte het om natuurlijk te bevallen.
Op het moment dat Logan werd geboren, begon hij te huilen. Yes, dacht ik, hij huilt! Ik dacht dat het betekende dat zijn longen in ieder geval goed werkten, maar helaas bleek het helemaal niet zo goed te gaan met hem, eigenlijk ging het zelfs steeds slechter.
Zijn longen waren nog niet oké en al snel bleek dat hij meer ondersteuning nodig had dan het ziekenhuis waar we zaten ons kon bieden. Daarom werd besloten dat Logan zou worden overgeplaatst naar het Radboud ziekenhuis in Nijmegen. Dat vond ik vreselijk, ik dacht dat het een soort doodvonnis betekende voor mijn kind. Tijd om erover na te denken hadden we echter niet. Binnen no-time stonden er twee ambulances klaar. Eén voor hem en één voor mij.
Radboud
In het Radboud kwam hij op de NICU terecht, de verpleegsters daar waren zo ontzettend lief en er hing een hele rustige sfeer. Dat deed mij én Logan goed. Ze konden hem daar bovendien veel beter helpen en binnen een week ging het veel beter met hem. Hij mocht terug naar het streekziekenhuis en twee weken later mocht hij met ons mee naar huis.
Dat was wel even wennen, Logan had nog een sonde en wij moesten hem met die sonde voeden. Ook had ik veel last van angsten. Bijvoorbeeld dat hij zou stoppen met ademen. Bijna alle prematuren hebben namelijk momentjes waarop ze even stoppen met ademhalen, soms moet je ze dan even aantikken zodat ze weer gaan ademen. Alsof ze het gewoon even vergeten.
In het ziekenhuis lag hij natuurlijk continu aan een monitor, die alles in de gaten hield. Als hij stopte met ademen, ging er iets piepen. Nu we thuis waren, hadden we dat niet. Opeens moesten we erop vertrouwen dat hij het zelf kon. Dat vond ik heel lastig.”
Opnieuw zwanger
Ruim een jaar later raakt Ilse opnieuw zwanger. „Ik hoopte op een goede zwangerschap en bevalling, zodat het alle pijn en trauma van de eerste zwangerschap en bevalling zou wegnemen, maar het was verre van dat.
Hoewel ik me in het begin van de zwangerschap wel een stuk beter voelde, ik was minder misselijk en voelde me wel oké. Toch was ik de hele tijd bang dat ik opnieuw zo ziek zou worden. Na iedere controle zat ik huilend in de auto.
Toen ik zag dat mijn bloeddruk hoger werd dan normaal, trok ik dan ook aan de bel bij de gynaecoloog. Die wuifde mijn zorgen echter weg, ik zat nog niet in de gevarenzone. Zo ging het een tijdje door, de verloskundigen en artsen in het ziekenhuis namen me niet serieus. Tot ik met 32 weken weer vocht begon vast te houden.
Weer ziek
Ze wilden dat ik 24-uur mijn urine zou opvangen om dit te testen op eiwitten. Nog voordat die uitslag binnen was, lag ik al in het ziekenhuis met spontane bloedingen. Daar kreeg ik ook te horen dat ik inderdaad opnieuw zwangerschapsvergiftiging had en vanaf dat moment werd het alleen maar erger.
Terwijl we zaten te wachten zei ik tegen Akin: ‘Ik voel me helemaal niet goed’, en vlak daarna kreeg ik door de hoge bloeddruk een eclamptisch insult. Ik raakte buiten bewustzijn en toen ik wakker werd stond mijn kamer vol met artsen. Het eerste wat ik hoorde was: ‘We gaan nu naar de OK.’
Keizersnede en opnieuw prematuur geboren
Daar werd door middel van een keizersnede onze dochter Clover geboren. Zelf kreeg ik er niet veel van mee, ik keek alleen maar naar Akin. Ik had zelfs niet door dat ze geboren was. Op een gegeven moment zei Akin ‘Ze is al geboren hoor.’ Ik bleek totaal niet door te hebben gehad dat ze direct na haar geboorte met Clover naar de naastgelegen ruimte zijn gerend, om haar te reanimeren. Dat vind ik nog steeds heftig.
Clover werd vrijwel direct naar het Radboud gebracht en pas de volgende dag kon ik haar echt voor het eerst zien. Het was een pittig meisje, met haar 1600 gram en 40 centimeter had ze al een sterk karakter. Ze kon bijvoorbeeld al echt huilen, iets dat veel prematuren niet kunnen. Ook de verpleging vond dat erg bijzonder.
Al gewend
Clover deed het heel goed en mocht al snel terug naar ons streekziekenhuis en vervolgens een paar weken later naar ons eigen huis. Het voordeel van een tweede keer een prematuur kindje krijgen, is dat we dit keer precies wisten hoe alles moest. Het kolven, de sonde, we waren volledig op elkaar ingespeeld.
Alleen was het natuurlijk ook erg traumatisch om dit een tweede keer mee te maken. Mentaal en lichamelijk ging het met mij dan ook helemaal niet goed. Het was meer dan alleen een somber gevoel of de ‘overlevingsstand’, dagelijks had ik paniekaanvallen en nachtmerries. Vaak beleefde ik alles opnieuw. Ook was ik heel bang dat ze opeens niet meer zouden ademen, of dat ik ze dood in hun bedje zou vinden. Uiteindelijk bleek ik PTSS te hebben.
Dankbaar
Inmiddels heb ik veel therapie gehad, maar ik ben zeker nog niet de oude. Door het eclamptisch insult en de PTSS werken mijn hersenen niet meer zoals het hoort, ik kan niet goed tegen prikkels en ben heel snel moe. Iedere dag moet ik overdag slapen om überhaupt de dag door te komen.
Met de kinderen gaat het gelukkig wel heel goed, daar ben ik onwijs dankbaar voor, omdat ik weet dat dit ook heel anders had kunnen zijn bij prematuur geboren kinderen. Logan is een energiek en vrolijk mannetje en Clover is nog steeds heel ieniemienie, maar met een pittig karakter. Precies zoals ze werd geboren.”
Hoe vertel je je peuter dat je een miskraam hebt gehad? 6 tips