Wat is er aan de hand met de Westerschelde en waarom ‘mag’ je daar geen vis uit eten?
Op sociale media gaat het er veel over: de Westerschelde. Op Twitter is de riviermonding al even trending en dat is niet vanwege het uitzicht of de fijne zwemkwaliteit. In dit artikel leggen we je uit wat er wél aan de hand is met de Westerschelde en PFAS.
Onder #Westerschelde vind je veel tweets van verontwaardigde mensen die vooral wijzen op „het gebrek aan toezicht” en de vervuiling van het water. Het RIVM heeft namelijk onlangs geadviseerd om „zo min mogelijk” vis uit de Westerschelde te eten. Diverse soorten vis, schaal- en schelpdieren in dat water bevatten namelijk schadelijk hoge concentraties PFAS. Ook heeft het RIVM voor verschillende soorten uitgerekend hoeveel je er wél van zou kunnen eten.
Wat is PFAS?
We beginnen bij het begin: de Westerschelde. Dat is een estuarium, een verbrede riviermonding waar zoet rivierwater en zout zeewater samenkomen, dat wordt samen brak water. Het is één van de drukst bevaren wateren ter wereld, omdat het een belangrijke verbinding is tussen Antwerpen en Vlissingen. Maar mede doordat het zo druk bevaren is, is vis eten uit dat water geen goed idee.
Er zit namelijk PFAS in het water, en veel ook. Dat is een stof die de mens zelf maakt en is amper afbreekbaar. De stoffen zijn door wijdverbreid gebruik en lozingen op veel plekken te vinden. Vanaf een bepaalde blootstelling kunnen ze gezondheidsschade veroorzaken. Bepaalde soorten PFAS kunnen het immuunsysteem van jonge kinderen schaden. Ook geeft blootstelling boven een bepaald niveau een verhoogd risico op kanker, leverbeschadiging en een te hoog cholesterolgehalte. In de Westerschelde zit onder meer PFAS doordat chemieconcern 3M in het Belgische Zwijndrecht het jarenlang in de Schelde loosde.
Het RIVM meldt dat Nederlanders via hun voedsel en drinkwater gemiddeld sowieso al te hoge concentraties PFAS binnenkrijgen. Dat signaleerde het instituut vorig jaar in een rapport. Daarom is het „belangrijk om de inname van PFAS zo min mogelijk verder te verhogen”, schrijven de onderzoekers nu.
Vis (en schelpdieren) uit de Westerschelde
Het beste is dus om helemaal geen vis of schelpdieren uit de Westerschelde te eten, maar een bepaalde hoeveelheid is nog ‘oké’. Zo kun je twee keer per jaar een portie bot eten zonder grenswaarden te overschrijden. Je snapt: da’s niet veel. Een paar andere soorten die gevangen worden in de Westerschelde:
- Zeebaars kun je één tot zes keer per jaar eten;
- Spiering twee tot vijftien keer;
- Een portie wijting vier tot negentien keer per jaar;
- Een portie garnalen vijf tot zes keer;
- En oesters en mosselen maximaal zeven keer per jaar.
Het verschil tussen vier en negentien keer (wijting) is nogal fors, dus je doet er het beste aan je vis ‘gewoon’ in de winkel te halen. Dan is de kans het kleinst dat het uit een vervuild gebied komt. Daarom richt het RIVM deze waarschuwing specifiek op hobbyvissers, zij vangen vooral vis in het gebied. Onlangs tipten we je plekken om oesters te rapen, de locatie aan de Westerschelde kun je dus beter achterwege laten.
„Aangezien het aannemelijk is dat mensen die deze producten uit de Westerschelde halen liefhebbers zijn, is aangenomen dat zij grote porties zullen consumeren”, vervolgen de onderzoekers. Daar kunnen ze dus beter mee oppassen. Commerciële visserij is er nauwelijks op de vervuilde Westerschelde. Garnalenvissers die er wel actief waren, besloten onlangs zelf al uit voorzorg de zeearm te mijden.
Het RIVM publiceerde onlangs ook een eerste studie naar zwemmen in de Westerschelde. De uitkomst was vrij geruststellend. PFAS-concentraties die werden gemeten op een locatie waarvan wordt aangenomen dat die meer vervuild is dan de officiële zwemlocaties, waren niet te hoog. Op drie zwemlocaties volgt nader onderzoek.
Kuipers belooft: ministerie bemoeit zich niet meer met OMT-adviezen