Urban Jungle: twintigers massaal aan de kamerplant
Stadse twintigers hebben steeds vaker en steeds meer kamerplanten in huis. En dan hebben we het niet over een groen vriendje in de hoek van de woonkamer, maar een zogeheten Urban Jungle. Extra veel planten, voor extra veel geluk. Maar waarom worden we hier gelukkig van? Het zijn toch maar planten?
Je wordt er zen van
Wanneer je niet zo lekker in je vel zit, kun je baat hebben bij wat groen in je huis. „Van planten kun je letterlijk beter worden. Ze kunnen giftige stoffen die in de lucht voorkomen, uit de lucht filteren en omzetten naar voedingsstoffen voor zichzelf. Daarmee zuiveren ze de lucht”, aldus Judith Baehner, kamerplantenkenner en schrijfster van onder andere het boek ‘Het Plantenlab’ en ‘Groen in glas’ tegen Metro.
Maar hoe kan het dat we echt gelukkiger worden? Volgens Baehner ligt dat vooral aan de routinewerking. „Het is heel fijn om iets in huis te hebben waar je voor kunt zorgen. Als je elke dag even een rondje door je huis loopt, en kijkt of de planten nog genoeg water hebben, wordt het een moment van rust. Je moet ze water geven en verzorgen, daar word je als het ware helemaal zen van”.
Maar planten zijn alles behalve goedkoop
Een Urban Jungle kan funest zijn voor je spaarrekening, een plant is namelijk allesbehalve gratis. Voor een middagje tuincentrum, moet je diep in de portemonnee duiken. Gelukkig zijn er ook andere manieren om aan de groene vriendjes te komen.
„Een leuke manier om een extra plant in huis te krijgen, is om deze te ‘verdubbelen’”, zegt plantenliefhebber Avalon Boots. „Je kunt bij veel planten makkelijk een stuk eraf snijden en deze vervolgens stekken. Hiervoor zou je een Epipremnum, Scindapsus, Pilea Peperomioides of de pannenkoekplant kunnen nemen, deze planten zijn zeer gemakkelijk te vermeerderen.”
Als je niet weet hoe je überhaupt aan deze planten moet komen, kun je internet prima inzetten. Zo heeft Boots haar social media kanalen gebruikt: „Je kunt heel makkelijk via bijvoorbeeld Facebookgroepen stekjes ruilen”. Baehner geeft Marktplaats als tip: „Daar kun je echte pareltjes scoren, daar staan veel grote planten op, die mensen jarenlang gekoesterd hebben.”
Maar heb je wel groene vingers?
Je kunt natuurlijk niet meteen een overdosis planten in je huis nemen, om ze vervolgens allemaal te verwaarlozen. Baehner: „Begin sowieso klein, je kunt dan kijken hoe groen je vingers zijn.”
Maar als je ambities hebt om van je kale woonkamer een echte jungle te maken, kun je het beste met een ‘vrouwentong’ beginnen. „Een Sansevieria Trifasciata is een sterke plant”, volgens Baehner. „Deze plant heeft niet heel veel licht en water nodig, dus je kunt deze plant wat makkelijker in leven houden”.
Een grote kamerplant is, logischerwijs, ook een goede stap voor het begin van iets groots. „Dat oogt meteen lekker vol”, vertelt Boots. „Een Monstera Deliciosa bijvoorbeeld, beter bekend als een gatenplant, is daarvoor een hele goede.”
Meer groen, meer rust
Dus ben je toe aan iets meer rust en regelmaat? Vergeet de yoga-les, haal die handen uit de mouwen en laat die groene vingers werken.