Dit zijn de snacks uit alle Nederlandse provincies die je geproefd ‘moet’ hebben
Elke Nederlandse provincie heeft zo haar eigen streeklekkernijen en lokale gerechten. Van Zeeland tot Friesland: overal kun je wel wat lekkers vinden.
Wij zetten de lekkerste Nederlandse snacks voor je op een rijtje.
De lekkerste Nederlandse snacks
Via social media worden we overspoeld met nieuwe trends en snacks uit het buitenland. Hierdoor vergeten we bijna hoeveel lekkers ons kleine kikkerlandje te bieden heeft. Want op culinair vlak hoeven we ons zeker niet te vervelen. In elke provincie kun je namelijk wel iets lekkers vinden, meer dan genoeg zelfs. Daarom helpen we je graag een handje en zetten we de lekkerste Nederlandse snacks uit elke provincie op een rijtje.
Noord-Holland
Noord-Holland heeft zoveel lekkers! Keuzes maken is daarom ontzettend moeilijk. Zo zijn er Weespermoppen: zoete koekjes gemaakt met amandelspijs, amandelen en suiker. Een variant daarvan zijn de Goudse moppen, deze zijn platter, ronder en bevatten vaak citroenrasp.
Ga je op visite bij iemand in Westfriesland? Dan is de kans groot dat je een dikke punt Westfriese roomboterkoek krijgt voorgeschoteld. Dat is een dikke roomboterkoek in de vorm van een taart, gevuld met amandelspijs en afgemaakt met slagroom en decoraties. De koek is trouwens ook de basis voor een Sarah- of Abrahamtaart op je 50e verjaardag!
De Zaanstreek staat dan wel bekend om de prachtige molens en de oudhollandse huisjes, op de Culy-redactie kennen we de streek vooral van de Duivenkater. Dat zoete brood lijkt op brioche en wordt vooral tijdens de feestdagen gegeten.
Zuid-Holland
Misschien wel een van de meest iconische snacks van Nederland: een Rotterdamse kapsalon. Niet traditioneel, wel wereldberoemd… in Nederland althans. Het gerecht ontstond in 2003 toen een eigenaar van een kapsalon aan de Rotterdamse Schiedamseweg bij zijn favoriete shoarmazaak vroeg om deze combinatie. Als zijn klanten vroegen wat ze nu precies moesten bestellen, zei hij: ‘vraag maar om een kapsalon!’ En zo ontstond de populaire snack.
Rotterdam heeft daarnaast ook een andere iconische streeklekkernij die ze zich mogen toe-eigenen: de stroopwafel. Die oudhollandse koek komt namelijk uit Gouda en wordt al sinds de 19e eeuw gemaakt.
Zeeland
Oesters of toch mosselen? Nee, voor streeklekkernij van Zeeland moeten we toch echt kiezen voor de Zeeuwse bolus. Zó plakkerig en zó zoet, just how we like it. De naam komt van het woord bole, dat ‘fijn broodje’ betekent in het Spaans. Het spiraalbroodje – dat gemaakt wordt van wit brooddeeg en gevuld wordt met basterdsuiker en kaneel – wordt trouwens in Zeeland ook weleens een jikkemien genoemd.
Utrecht
De sprits is dan weer typisch voor Utrecht en wordt al sinds 1886 gemaakt volgens recept van de Utrechtse banketbakker Bergmans. Het is een heerlijk bros en kruimelig koekje. Lekker naturel, maar tegenwoordig vind je ‘m ook weleens ondergedompeld in chocolade.
Daarnaast maakt Banketbakkerij Theo Blom al sinds 1922 Domtorentjes. Dat zijn groot uitgevallen bonbons van pure chocolade met een romige chocoladevulling en daarop een reliëf van de Domtoren.
Noord-Brabant
Een Nederlandse snack uit Noord-Brabant? Dat is simpel: het worstenbroodje! Het Brabantse worstenbroodje is zelfs door UNESCO opgenomen in de lijst van immaterieel erfgoed. In een écht goed worstenbroodje vind je een worst van gehakt, vaak gekruid.
En dat doet elke bakker nét weer ietsje anders. Het deeg eromheen is bijna net zo belangrijk: dat moet wit brooddeeg zijn dat knapperig vanbuiten en zacht vanbinnen is. Deze streeklekkernij is trouwens ook ontzettend lekker in z’n vegetarische vorm!
Ook de Bossche bol (of sjekladebol zoals ze dat in Noord-Brabant zeggen) mag niet ontbreken in dit lijstje met Nederlandse snacks. Dat is een enorme soes gevuld met room die ondergedompeld wordt in pure chocolade.
Limburg
De Limburgse vlaai kan niet ontbreken in dit lijstje van Nederlandse snacks en lekkernijen. De vlaai is simpel: een grote platte taart met zachte bodem van vlaaideeg en opstaande randen. De vulling bestaat meestal uit vruchten maar ook zoete rijst (rijstevlaai!) is voorkomend. Vaak zit er een mooi deegrastertje over de vulling heen.
En wat doen de Limburgers met de restjes vlaaideeg die over zijn? Daarmee maken de Limburgers knapkoek!
Gelderland
Arnhemse meisjes, zijn traditionele koekjes uit Gelderland en zijn door de Arnhemse bakker Hagdorn bedacht in 1829. Hij maakte een knapperig ovaalvormig koekje van gistdeeg, bestrooid met suiker. Het geheime recept is doorgegeven aan Bakker Hilvers, de enige plek waar je de originele streeklekkernij kunt halen.
Overijssel
Een lekkere Nederlandse snack uit het Oosten van het land is de Twentse kozak. Dit is een biscuitplak met jamvulling en marsepein. Vervolgens wordt de koek opgerold en aan de platte kanten belegd met chocolade.
Deventer heet bovendien niet voor niets de Koekstad. Een andere lekkernij van de provincie is de Deventer koek: een kruidkoek die je nog steeds volgens origineel recept kunt kopen in Deventer.
Drenthe
Met oud en nieuw staan we ervoor in de rij: kniepertjes. Knapperige, zoete en dunne wafels met kaneel. In Twente wordt deze Nederlandse snack trouwens vaak opgerold en gevuld met room. Allebei even lekker!
Beter bekend is de Drentse droge worst, ook wel kosterworst genoemd. Ook in Groningen, Friesland en Overijssel wordt veel worst geproduceerd (denk maar aan de Groninger metworst). De worst uit Drenthe wordt vaak veel langer gedroogd en is daardoor extra hard. Vaak wordt het vleesmengsel gedroogd of gerookt op houtsnippers en turf. Meestal is de Drentse worst ook vetter dan de droge worst uit andere provincies.
Groningen
Nee, de Groningse poffert heeft niks met poffertjes te maken. Het is namelijk een soort kruising tussen een brood en cake, vaak gebakken in een tulband. Dit boerengerecht is zwaar en stevig en gemaakt met bloem, gist of bakpoeder, krenten, rozijnen, melk, eieren en wat zout.
Geen suiker dus. De poffert wordt vervolgens au bain-marie gekookt in een speciale pofferttrommel. Je eet een plak poffert met gesmolten boter en stroop of suiker. Iets minder decadent, maar gruwelijk lekker.
De Britten hebben dan wel hun scotch egg, ook in Nederland hebben we iets vergelijkbaar. De eierbal is een streeklekkernij uit het Oosten van Nederland en kun je halen bij de automatiek. Het is een gepeld ei omringd met ragout (soms met kerrie). De bal wordt vervolgens gepaneerd en gefrituurd. Meer heeft een mens niet nodig!
Friesland
Fries suikerbrood vind je inmiddels in elke supermarkt. Gelukkig maar, want wat is dat lékker. Gewoon zo, met een laagje roomboter, of als basis voor decadente wentelteefjes. In de plakkerige Fryske Sûkerbôle zit ook kaneel, voor extra smaak. Traditioneel wordt het zoete brood in Friesland cadeau gegeven aan moeders die bevallen waren van een meisje. Bij jongetjes werd er krentencake gegeven.
Een andere streeklekkernij uit Friesland is oranjekoek, die z’n naam te danken heeft aan dunne reepjes gekonfijte sinaasappelschil. Tijdens het WK of met Koningsdag vind je ‘m vaak met oranje glazuur, maar origineel wordt deze Nederlandse snack met een roze glazuur gemaakt.
Flevoland
Flevoland kent niet heel veel streeklekkernijen omdat het nog zo’n jonge Nederlandse provincie is. Desondanks is de Flevolandse polderkoek het noemen waard. Dit is een soort dikke pannenkoek met gerookt spek, waarbij er naast melk ook koffie in het beslag gaat. De landarbeiders die in de provincie werkten, aten deze zware koek tijdens het schaften na het zware werk op het land. Stevige kost!
Een andere snack is de Urker dikkoek. Da’s ook al zo’n dikke koek, met vergelijkbare ingrediënten als de polderkoek. De koek serveer je met een royale scheut custard. Lekkerrr!
Deze dingen eet je beter niet op een lege maag bij het ontbijt