Wim Wink en zijn nalatenschap de Winky: kruising kroket en bamischijf
Dankzij Brabander Wim Wink is een nieuwe snack op de frituurmarkt gebracht: de Winky. Een kruising tussen een kroket en een bamischijf. Én zijn nalatenschap. „Dat lekkere ding blijft er gewoon in!”
Ben je op zoek naar Wim Wink, dan is de kans heel groot dat je hem vindt in cafetaria Liana in St. Willebrord. Veertig jaar runde hij de zaak met zijn vrouw Anja, nu heeft hij het stokje overgedragen aan ‘de jonge jongens’ David Querido en Thijmen Hartog, maar Wink is gewoon nog altijd dagelijks in Liana te vinden. Hij noemt de zaak en alles eromheen zijn hobby, en na wat doorvragen „toch wel een van zijn grote liefdes.”
Lekker ding
Hij smaakt nét zo lekker als-ie klinkt, roept Wink enthousiast. Wanneer je hem vraagt over zijn Winky, de snack die uit zijn frituurkoker komt, dan ben je gegarandeerd een half uur zoet. „Het is gewoon een lekker ding”, vat de Brabander hem samen.
Hij had al langer het idee van een kroket met bami in zijn hoofd, maar hij weet ook dat niet alle combinaties werken. „Je had ooit een kroket met frikandel, maar dat werd hem niet. Het smaakte gewoon niet”, vindt hij. Op een hele goeie dag ging hij naar zijn fabrikant Scholtze en „douwde” zijn idee door. „Ik wil monsters van kroketten en bamischijven, zei ik. En ik betaal dat gewoon zelf.”
Zo geschiedde en frituurde, in de fabriekskeuken van Scholtze. „Er kwam een hele goeie smaak uit.” En de kroket slash bamischijf was geboren. „Laten we hem Winky noemen”, wist Wink meteen. „Als ik er over een jaar of twintig niet meer ben, dan blijft mijn naam nog wel lekker rond dralen in het Sint Willibrordse.” Dus geen twijfel mogelijk dat zijn Winky geen eendagssnack, maar zijn nalatenschap is. „Dat lekkere ding blijft er gewoon in!”
Wink wink
De Brabander is bijna 69, „maar ze schatten me altijd jonger.” Zou best iets met alle frituursnacks te maken kunnen hebben, grijnst hij dwars door de telefoon heen. Ja, het is een man die van een grapje en lolletje houdt, en zijn achternaam op z’n Engels past dus perfect bij hem.
Het is heel moeilijk om een nieuwe snack te behouden, spreekt hij uit ervaring. Zo was er in het geliefde Liana eerder al de bamirol met een plak ham eromheen, „bleek te veel handenarbeid.” En ook waren er ‘Stoofie’, hun stoofvleeskroket en hun hamburger met nasi, de ‘Discoschijf’. „Dat loopt dan héél even goed.” Maar de Winky gaat nu al een maand of drie als een malle.
Ze hebben het getest onder een aantal vaste klanten van Liana, „Twee vonden het iets te pittig. Tja, dat kan, hè?” Elke dag gaat er een doos à 28 stuks doorheen en de reacties zijn lovend. „Andere zaken in de buurt willen dat ding nu ook hebben.” Of heel Nederland er klaar voor is? Je hoort hem knikken. „In het hele land heeft iedereen straks een Winky in de hand! Ik weet alleen niet of onze fabrikant dat nu al aan zou kunnen…”
Lees hier over de Twentse cafetaria in coronatijd die niet bij de pakken neerzat
Lievelingssnack
Vraag je hem naar zijn lievelingssnack, dan krijg je – uiteraard – ‘Winky’ als antwoord. Maar wat het daarvoor dan was? Je hoort hem hard nadenken, daar in St. Willebrord. Dit zijn tenslotte ook wel de belangrijkere vragen voor een man die bij wijze van spreken zijn hart in de vorm van een frituursnack heeft.
Of wiens hart in elk geval harder gaat kloppen wanneer de geur van frituurvet zijn neusvleugels instroomt. „In elk geval níet de frikandel”, wikt en weeg hij, om na een halve minuut „een goeie nasibal” te antwoorden. Meteen gevolgd door „Een goed bamihapje en een goeie kroket. En natuurlijk een kalfskroket.” Je krijgt spontaan trek als je Wim Wink over zijn waren hoort praten.
Gouden combi
Een gouden combi van kroket en bami, omschrijft hij zijn snackvinding nog een laatste keer. „Je neemt een hap kroket en proeft dan de eigengemaakte ragout van vleesbouillon én de bami met onze eigen kruiden. Een beleving, hoor”, besluit hij alweer bijna likkebaardend. „Ik neem nu nóóit meer een bamihap.”