Ingelise de Vries
Ingelise de Vries Eten & drinken 8 nov 2019
Leestijd: 3 minuten

Meer eten uit de streek: ‘Die mango smaakt in Chili toch veel beter’

We halen knoflook uit China, kersen uit Egypte en komkommers uit Spanje. Terwijl onze eigen producten grotendeels naar het buitenland worden geëxporteerd. Hoe zit het met onze voedselketen?

Nederland doet het goed in de voedingsindustrie, we exporteren heel wat eten. Dat is economisch een voordeel, maar duurzaam is het niet direct. Ook verliezen we onze band met eten door de steeds langer wordende voedselketen. „We weten niet meer waar onze kippendij of een banaan vandaan komt", zegt Jorrit Kiewik, directeur van het Slow Food Youth Network. „Zeker als je in de supermarkt koopt.”

Die lange keten, komt door verschillende dingen. „Meer dan 75 procent van de producten die door Nederlandse boeren worden geproduceerd, wordt geëxporteerd naar het buitenland”, zegt Kiewik. Culinair journalist Laura de Grave vertelt dat de Nederlandse kokkel, een schelpdier dat in de Waddenzee wordt opgevist, voor 90 procent naar Zuid-Europese landen gaat. Meer dan 80% van alle vis uit de Noordzee wordt geëxporteerd, bracht het Nederlands Visbureau naar buiten.

Misstanden

De Grave probeert streekproducten meer op de kaart te zetten met haar Nederland Kookboek. „Als een product ver weg wordt gemaakt, heb je er geen zicht meer op. Kijk naar de quinoa, die hier zo gewild was dat de prijzen in Peru extreem stegen.” Dat had gevolgen voor de inwoners van het land, voor wie het een belangrijk voedingsmiddel is. „Of de misstanden op koffie-, en cacaoplantages. Er zijn zoveel problemen in de voedingsindustrie waar je geen weet van hebt. Wij denken alleen maar: ‘oh, goedkoop, dan pakken we dat maar’. Die anonimiteit is niet goed.”

De steeds langer wordende keten, stamt volgens De Grave uit de tijd vlak na de Tweede Wereldoorlog. „Nooit meer honger, was het credo. We zijn zoveel gaan produceren dat de grond uitput. We zijn in een soort wereldmarkt terecht gekomen waarbij alles draait om geld.” Jarenlang importeerden we voedingsstoffen voor onze dieren, vult directeur Kiewik aan. „We zijn koeien gaan houden omdat we gras hebben op plekken waar niks anders groeit. Maar we hebben inmiddels ook een enorme varkens-, en kippensector ingericht. Daar is extra input voor nodig. We moeten veel meer terug naar een kringloopmodel.”

Geen Nederlands dieet

Alleen maar Nederlands eten is geen goed idee, dat zou door de grote vleesproductie ongezond zijn. Van onze grote vleesproductie belandt op dit moment veel in België en aan de Nederlandse rand van Duitsland. Kiewik: „We moeten grond waar we geen voedsel voor mensen kunnen houden primitief gebruiken voor koeien.” Die doen het namelijk prima op gras. „De rest van de grond kunnen we gebruiken voor planten die wij zelf kunnen opeten. Dat betekent overigens wel dat we rekening moeten houden met het seizoen. Geen asperges buiten het seizoen, dus. Maar ook geen asperges uit Peru.”

En de bananen en koffie, dan? „Ik heb zeker niet de illusie dat we zonder bananen moeten leven.” Ook De Grave ziet daar geen oplossing voor. „Maar kies dan wel voor fair trade koffie, cacao en bananen.” In plaats van mango uit Chili, eet De Grave liever Hollandse kersen in het seizoen. „We reizen de hele wereld over, je kunt die mango beter in Chili eten. Daar smaakt ‘ie echt véél beter.”

Band met de boer

Hoewel streekgroenten in de supermarkt waarschijnlijk nog even gaat duren, kun je al wel een klein steentje bijdragen. Door een ritje langs de boer of een bezoekje aan de boerenmarkt, tipt De Grave. „Mensen worden zich bewust dat ze een keuze hebben uit producten uit het omringende land of een product dat de hele wereld over is gevlogen.” Ook heeft het voordelen dat je de boer kent. Je weet hoe je eten is verbouwd. „Als de keten korter is, heb je meer verbinding met je eten. Daardoor kies je ook sneller seizoensproducten, wat ook weer duurzamer is. En lekkerder.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.